Alhoewel regisseur Guan Hu al bijna dertig jaar films maakt en meedraait in de industrie, is hij buiten zijn thuisland China nog steeds een nobele onbekende. Daar komt nu heel laat in zijn carrière enige verandering in met Black Dog dat op het prestigieuze filmfestival van Cannes speelde in de sectie Un Certain Regard en daarin ook meteen de hoofdprijs wist weg te kapen. Kwalitatief is dit zeker het beste werk dat Hu afleverde en de extra prijzen op een aantal kleinere internationale festivals suggereren in ieder geval potentieel voor een succesvolle passage in het alternatieve circuit.
Het hoofdpersonage in Black Dog is Lang Yonghui, een voormalig stuntrijder die vervroegd uit de gevangenis wordt vrijgelaten en in zijn geboorteplaats een baan vindt als hondenvanger in de aanloop naar de Olympische Spelen van 2008 in Peking, een moment waarop de overheid het steeds meer uitdijende probleem van wilde zwerfhonden die ziektes verspreiden wil aanpakken. Dat is het narratieve kader maar het échte hoofdpersonage is hier niet de menselijke protagonist, wel het onmetelijke, kale landschap aan de rand van de Chinese Gobi-woestijn. Van bij de opening – een klein busje dat omkantelt wanneer de chauffeur een horde rennende honden probeert te ontwijken – wordt de hele film gedomineerd door de hypnotiserende kracht van het terrein. Hu en zijn fotografieleider kiezen voor een ongewoon breed formaat (2:47:1) dat de horizontale dimensie van de omgeving extra in de verf zet. Door de camera dan ook nog veelvuldig op grote afstand te plaatsen van de actie en het drama, ontstaat een kijkervaring die de menselijke figuren verplettert in de monumentaliteit van het uitspansel. Dat is meteen ook een sterke allegorie voor de thematiek van het individu dat hier troosteloos de weg zoekt in een maatschappij die door de krachten van het communisme gebundeld met roofkapitalisme, nog weinig zicht heeft op toekomst of zelfontplooiing. Uiteindelijk blijkt de belangrijkste relatie in Langs leven die te zijn met een agressieve zwerfhond waar hij vriendschap mee sluit, niet die met familie, vage kennissen of oude vijanden. Met die thema’s en bespiegelingen leunt deze Black Dog trouwens zeker aan bij het werk van Hu’s beroemdere landgenoot Jia Zhangke (Mountains May Depart, A Touch of Sin …).
Black Dog vertaalt de ideeën en onderliggende concepten op een manier die ons in de eerste plaats vraagt de vormtaal te contempleren en zo tot inzichten te komen. Medium en boodschap gaan zo hand in hand en leveren een uiterst beklijvende, zij het sobere en ingehouden prent op waarvan de beelden nog lang blijven nazinderen.