Ze had dreunende drums en gothic-aanstellerij bij. Ze bracht dramatische poses. Het was: theater. Heartworms toonde zich in de Botanique niet alleen klaar voor de zomer, maar vooral als een huizenhoge belofte voor de toekomst.
Ze komen niet vaak zo op het voorplan als Jojo Orme. Van in het begin presenteerde de soloartieste – noem haar geen frontvrouw! – zich als een plaatje waarop beeld en geluid aan elkaar gewaagd waren: lange zwarte leren jas, revolutionairenbaret op het hoofd en een geluid dat gothic en krautrock in gelijke delen aan elkaar paarde. Het zorgde twee jaar geleden op Eurosonic voor opwinding en die is nooit echt weggegaan.
Vandaag ligt haar debuutalbum er eindelijk, en daarop liet ze horen alweer een stap verder te staan. Ook de leren jas is vervangen door een normalere donkere pardessus, de baret maakte plaats voor lange zwarte lokken. En, zo valt ook op: Orme pakt het nog gestileerder aan dan voorheen. Van bij haar opkomst bij “Just To Ask A Dance” gaat ze voor poses die naar choreografie neigen, of beter: theater. Het doet meteen denken aan hoe ook PJ Harvey elke tour opnieuw weer perfect weet welke stap ze waarom zet, wanneer ze in welke mate ongenaakbaar het publiek in zal blikken. Heartworms staat pas aan het begin van haar carrière, maar lijkt dat stukje nu al perfect onder de knie te hebben.
Hoe ze met dezelfde armbeweging waarmee ze dat briljante openingsnummer – titelrol en eerste actiescène in één – afmaakt en meteen ook haar theremin aanzet: klasse. Wat volgt is “Retributions Of An Awful Life”: ijselijke kreten over hysterische geluiden over jachtige krautrock. Orme legt er nog wat extra nijdige gitaar over. In “Consistent Dedication” laat ze dat instrument voor wat het is en concentreert ze zich op de microfoon. Er staat dus wel wat op band, en dat is op zich jammer, maar het is nu ook niet dat er verder niets gebeurt; we hebben ons niet verveeld.
Voelt dat nieuwe Glutton For Punishment soms wat rustiger dan gewild, dan is daar vanavond niets van te merken. Orme kiest consequent voor het vinnigste van dat werk en dus volgt op tussendoor-single “May I Comply” het al even hakkende en dreunende “Jacked”. Is dit postpunk? Als u weet dat Dan Carey in de studio Ormes rechterhand is en Heartworms de backstage van de Londense Windmill thuis mag noemen, dan moeten we u niets meer vertellen: toch wel een beetje veel, ja, maar dan weer een andere kleur dan Shame, IDLES, etc. Heartworms is niet van een scene, maar heel erg van zichzelf.
Om maar te zeggen dat Orme het vervolgens bestaat om het optreden volledig stil te leggen met een stukje mime dat overgaat in de voordracht van wat ze “Beat Poem” heeft genoemd. Klinkt ook zo. Er spreekt ontegenzeggelijk meesterschap uit de ongenaakbare theatraliteit van het moment. Er is geen schaamte, geen aarzeling: Orme heerst over dit podium alsof het haar huiskamer is.
Wat volgt, is niet eens meer apotheose – het beste hebben we gehad – maar doorsurfen op een goeie vibe. “Extraordinary Wings” is even gas terugnemen, single “Warplane” de knaller om hoogstens vijf seconden mee van het podium te verdwijnen. In de bisronde – te herkennen aan het gebrek aan lange jas rond Orme – komt een akoestische gitaar boven voor “Glutton For Punishment” en u herkent het refrein van “Just To Ask A Dance”; het sentiment kende twee zijden. Waarna “Celebrate” nog maar eens daverend ontploft. Net een uur kregen we van Heartworms en dat was zo goed als perfect: Orme is nu al klaar voor een stomende festivalzomer. We willen niets zeggen, maar we hopen dat het toch genoteerd is.
Ja, dat is de tweede keer in vijf dagen dat wij over dat ‘straks’ beginnen. Voelt ú de lente dan niet?