“Naïef” zijn ze niet, tegendraads wel. Zoek die Belpopklassieker immers niet op Decent Sex, het debuut van Meltheads. Wat u krijgt, is krap drie kwartier ziedende rock waarop geen woord Nederlands te horen is. ‘We wilden niet blijven surfen op één nummer dat niet representatief is.’
enola: Jullie hebben deze songs al jaren live gespeeld. Zijn er die in die tijd hard zijn veranderd?
Sietse Willems (zang/gitaar): “Eigenlijk is alles pas ongeveer de afgelopen twaalf maanden geschreven. Het enige nummer dat écht al lang meegaat, is “Screwdrivers”. Daarvan gaat de eerste demo terug tot mijn zestiende, en sindsdien heeft het veel gedaantes aangenomen. Uiteindelijk is het een pianonummer geworden. Dat was niet echt het plan, maar er stond een mooie buffetpiano in de studio, en dus is het zo uitgedraaid. Het was een vergeten idee dat we naar de opnames meenamen om toch eens te proberen. Het staat wat apart van de andere songs, en dat mocht ook. Het is het enige frisse, nuchtere nummer, terwijl de rest echt wel zwaar en heavy is. Ik denk dat dit de enige song in majeur is.”
Tim Pensaert (bas): “Het is intussen zelfs zeven jaar oud.”
Simon De Geus (drums): “Er zijn kinderen in het eerste leeuwjaar die langer bestaan.”
Pensaert: “Allez, vriend!”
Willems: “Het is een gevarieerd album geworden, in die mate dat ik bij de demo’s vaak voelde van ‘dit is nice, maar het staat wel compleet haaks op dit andere’ en ‘waar de fok zijn we naartoe aan het gaan?’. Het was pas toen we de laatste studiodag alles nog eens doorluisterden, dat we voelden …”
De Geus: “Het past wél bij elkaar, het is goed gevallen. “Screwdrivers” en “Theodore” contrasteren heel hard, maar het klopt wel. Net doordat het zo varieert, blijft het interessant. En Bert (Vliegen, producer – mvs) heeft gewoon een keer goed gezorgd dat die sound, dat alles gewoon goed samen hangt.”
enola: Ook “Gear” heb ik in zijn livebestaan verschillende levens horen hebben.
Willems: “Dat is zo. Aanvankelijk leek het heel hard op een nummer van Shame, maar dan ook weer niet hard genoeg om het weg te gooien. Dat kwam omdat ik in het begin ook lappen tekst van hen had overgenomen, gewoon als vulsel terwijl ik nog op de tekst broedde.We hebben er dan maar hard op gewerkt om dat kantje er uit te krijgen. En dat is ook gelukt, denk ik.”
enola: Het was een idee om voor de troon van Eerste Vlaamse Post-punkbandje te gaan, maar dan toch maar niet?
Willems: “Dat geluid is zeker een van de grotere invloeden op de plaat, toch zeker qua klank. We wilden immers nadrukkelijk niet als de typische Belgische plaat klinken. Van sommige albums voel je gewoon dat ze van bij ons zijn. Ik weet niet hoe ik het moet uitleggen … die clichérock. Wij willen wat weg van die clichés, terwijl we toch nog altijd rock maken.”
enola: “Theodore” heeft ook wel iets van het logge van IDLES.
De Geus: “Dat is inderdaad wat IDLES-achtig. Ook “Vegan Leather Boots” is qua tekst een beetje zo.”
Willems: “Dat was ook het geluid waar we voor gingen toen we “Theodore” opnamen.” Bert en Yunas hebben dat heel goed gemixt.
enola: Waren er nummers die je moeilijk naar een opname kon vertalen?
Willems: “Van live naar studio was geen enkel probleem, omdat we dat altijd al hebben gedaan, en daar ook weinig compromissen over hebben gemaakt. Het was zoals we ze op het podium brachten; ze waren klaar. Enkel “Theodore” is nog in de studio geschreven, omdat Bert vond dat we nog een zwaar en dreigend nummer nodig hadden. En dat dan weer naar een livesetting vertalen, was niet gemakkelijk.”
De Geus: “Het is een buitenbeentje. Het is het enige nummer dat ik met een clicktrack speel …”
Willems: “en waarop samples op de drums worden gebruikt om die industriële sound te krijgen. Want je kunt een drumstel niet zomaar als een stalen buis laten klinken, of een set buizen mee op tour nemen. Het heeft een paar maand geduurd voor we het live gefinetuned kregen en wisten wat er van in de studio uit moest, en wat behouden moest worden. Want als we al die samples meenemen, zijn we gewoon met een backing track aan het meespelen. En dat wil ik niet. Uiteindelijk is er één ingreep om de bas wat vettiger te maken, al het andere wordt live gespeeld. Nu, ik vind het nog altijd een lastig nummer, want als ik één maat te laat begin, ja, dan hebben we een probleem.”
enola: Met de zang van “White Lies” heb je ook geworsteld.
Willems: “Op concerten zing ik dat altijd door een telefoon, en dat werkt daar geweldig. In de studio merkten we dat dat voor de plaat geen goeie keuze was, en moest ik op zoek naar een andere manier om dat nummer te zingen. Dat heeft lang geduurd. Zelfs de aanvankelijke zangtake in de studio is nog gesneuveld. Bert vond immers dat ik het heel dreigend moest zingen, terwijl ik er een soort smekende schrik in zag. Uiteindelijk heb ik tijdens het mixen, om één uur ’s nachts, de definitieve take ingezongen.”
enola: ‘She’s asking what’s my size. I could tell her that I’m big, but that would be a lie’, zing je. Ben jij vaak afgerekend op je lengte?
Willems: (grijnst) “Zoveel gelaagdheid mag je er altijd in horen, maar: neen. Eigenlijk gaat “White Lies” over jezelf voorliegen, over mensen die zich uit onzekerheid opblazen. De gemiddelde patser, inderdaad, die zich groter voordoet dan hij is, en dat ook heel goed beseft, maar zich volledig in dat soort imagebuilding heeft vastgezet. En dus bijvoorbeeld rondjes op café trakteert, terwijl hij aan zijn laatste honderd euro bezig is. Als een vorm van overcompensatie, een manier om toch maar één avond de grote man te zijn.”
Kutwerk in de Lidl
enola: “Arbeit”, dan, want talloos zijn de referenties aan hard werken en lange shifts draaien. Hebben jullie nog een job naast de band?
Willems: “Momenteel niet meer, maar Tim heeft bijvoorbeeld jarenlang fulltime in de Colruyt gewerkt, en ik heb zelf ook de meest verschrikkelijke jobs gedaan. Industriële koelkasten vol voedsel uitkuisen, die al maanden niet meer koelden, om maar iets te zeggen. Of kutwerk in de Lidl: in volle COVID-tijd karretjes schoonmaken. Dan twijfel je wel eens aan wat je aan het doen bent, maar zoveel opties had ik niet. Het waren jobs waar geen mens gelukkig van wordt, maar soms kun je niet anders. Als je zo tien uur lang winkelwagentjes kuist, kom je Modern Times-gewijs wel thuis alsof je geen andere beweging meer kunt maken.”
enola: En dus is het tweede thema van de plaat ‘hard gaan’. Feesten.
De Geus: “Waarschijnlijk.” (lacht)
Willems: “En eigenlijk ook tot zelfinzicht komen dat je jezelf zo kapot maakt. Dat je er zelfs niet bepaald gelukkig van wordt, als je de dingen niet in balans houdt.”
enola: “Theodore” gaat bijvoorbeeld deels over wat drugs kunnen aanrichten, niet?
Willems: “Dat nummer gaat daar niet over, maar het zit er wel in. De beste vriendin van mijn moeder is bijvoorbeeld gestorven aan een overdosis slaappillen. En anderhalf jaar geleden is er ook een kennis van me gestorven aan een overdosis, dus ik heb de ravage die drugs veroorzaken toch wel gezien, en vooral hoe het is voor je zelf doorkrijgt dat het al een ramp is.”
enola: Dat moet ontnuchterend zijn voor een band die bekend staat om het toch wat uit te hangen.
Willems: “Tegenover twee jaar geleden zijn we toch kalmer geworden, denk ik. Of ik ben toch kalmer geworden. Er was een tijd dat ik elke dag heel veel dronk, en dat ook normaal vond. Dat doe ik nu niet meer. Ik heb hier thuis bijvoorbeeld geen alcohol.”
De Geus: “Ik denk dat mensen ook meer het beeld van ons hadden dat wij constant dronken waren, zòpen, dan dat het echt zo was.”
Willems: “We kunnen eigenlijk ook allemaal niet zo heel goed tegen drugs.”
enola: Dus alle verhalen over op stelten gezette backstages zijn nonsens?
De Geus: (protesteert) “Dat is zeker drie jaar geleden!”
Willems: “Wij ruimen altijd alles proper op. Zo zijn we hoor.”
Yunas De Proost (gitaar): “Dat is iets waar we ons bewuster van zijn geworden, dat dat toch maar netjes is.
De Geus: “Er zijn er anderen.”
Willems: “Ik ga geen namen noemen, maar we hebben zo eens een bandje dat net de Nieuwe Lichting had gewonnen onze backstage zien binnenkomen. Dat was echt niet hoe ok: zo cocky. Neen, dan zijn wij echt brave jongens.”
enola: Dus de zin ‘I act like my father / He drank himself to death’ is fictioneel te beschouwen?
Willems: “De band met mijn vader is al jaren moeizaam. Hij woont op een steenworp van me, maar ik zie hem niet. Er zijn momenten dat die toestand heel erg aanwezig is in mijn gedachten.”
“Ik ben dus wel blij dat “Theodore” te elfder ure nog is geschreven. Ik had zowat alle thema’s die ik wilde aanhalen op de plaat aangeraakt, behalve zelfliefde en de relatie met mijn vader. Daar had ik nog niet het haakje voor gevonden. Toen Bert zei dat we nog een nummer vol dreiging nodig hadden, en snel tekst nodig had, kon ik daar induiken. Noem het cliché, maar het helpt toch om het te verwerken. De putten die hij rond zichzelf heeft gegraven en de mensen rond hem; een mijnenveld. Het is een trage ravage, en ik vermoed dat hij er zelf ook niet gelukkig mee is. Door de jaren heen ben ik er aan gewend geraakt dat de situatie zo is, maar het ene moment heb ik daar meer vrede mee dan het andere. Mijn grote schrik is dat hij ooit zal sterven voor dit opgelost is geraakt.”
enola: Ik ging je vragen of teksten belangrijk zijn, of gewoon iets om te zingen. Maar je had dus zelf een soort thematisch moodboard in gedachten waarover je het wilde hebben?
Willems: “Zo expliciet toch ook niet. Er was geen lijstje, maar ik wist wel ongeveer waarover ik wilde schrijven. En als iets af was, kon ik dan wel vaststellen: dààr gaat het eigenlijk over. Dan begrijp ik plots de gedachtespinsels die op papier zijn beland. Meestal draaien mijn teksten immers rond mijn gedachten; dat en mijn angsten. Ergens hoop ik dat ik die dingen nu wat van me af heb geschreven, en de volgende keer misschien eens een blije plaat kan maken.”
enola: Ik had geen angstig persoon in je vermoed.
Willems: “Oh toch wel. Ik heb heel veel last van angst en paniek aanvallen. Zet mij een halve dag alleen en ik word horendol. Ik wil in grote groepen zijn, maar tegelijk zijn die mijn grootste angst. En tussen die angst en liefde word ik heen-en-weer geslingerd.”
enola: Is je overgave op het podium een soort uitlaatklep voor die angsten?
Willems: “Het is een cliché, maar: ik denk het wel, en dat ben ik gaandeweg pas gaan beseffen. We hebben de laatste twee maand niet opgetreden, wat ons de laatste jaren nog niet was overkomen, en ik voelde dat ik het écht miste. Maar in een nachtclub? No way dat ik daar ga dansen. Maar op een podium kan dan weer alles.”
Geen studionerds
enola: ‘Het zijn allemaal erg goeie muzikanten’, zegt producer Bert Vliegen. Bestaat de kans dat Meltheads weg van de garage evolueert, en zich verliest in studiotovenarij?
De Proost: “Daar kijken we elk anders naar, denk ik. Mij interesseert dat heel hard, dus ik zou het fijn vinden om daar meer in te duiken, me te verliezen in productie, en werken aan de klank.”
Pensaert: “Ik wil daar als muzikant wel meer mee doen, maar ik zou me nooit op productie willen toeleggen. Of sessiemuzikant worden, en zoeken naar perfectie. Er moet een identiteit zitten in wat ik doe.”
De Geus: “Maar het klopt wel dat we gegroeid zijn. Vroeger speelden we inderdaad niet meer dan drie-akkoordenpunk.”
Willems: “We hebben al doende leren spelen, en in mijn geval ook zingen. Op dat vlak zijn we door verschillende fases gegaan, en ik ben dus blij dat we Decent Sex nu pas uitbrengen. Drie jaar geleden hadden we die absoluut nog niet kunnen maken. Maar op “Theodore” na hebben we nummers dus altijd live gespeeld voor we naar de studio gingen. Zolang we ’t zo aanpakken, denk ik niet dat we snel studionerds zullen worden.”
De Proost: “Je doet het klinken alsof dat iets ergs is? Terwijl dat toch fucking cool kan zijn, als je naar het schrijven van “Theodore” kijkt? We gingen met die opdracht van Bert het repetitiehok in, en plots kwam dat er uit. Ik wist niet dat wij dat konden.”
Willems: “We hebben lang en niet lang aan de plaat gewerkt, maar in elk geval lang genoeg dat ik het overzicht wat verloor. Ik twijfelde soms of we wel goed bezig waren, goeie nummers schrijven. Nu denk ik dat we nieuwe manieren van schrijven hebben geleerd die het volgende album zeker gaan beïnvloeden. Het zal niet enkel nog in het kot zijn, we weten nu dat er ook andere mogelijkheden zijn.”
De Geus: “Ik ben wel benieuwd wat we voor die tweede plaat zullen doen. Binnenkort gaan we daarover een eerste keer samenzitten met het platenlabel.”
enola: Rustig jongens. Decent Sex is pas uit. Moet er niet even achterover geleund worden?
De Geus: (lacht) “Het is nog maar voorzichtig hoor, we hebben nog niks in handen. Maar we willen er toch op tijd aan beginnen. Ik vind het wel leuk dat we nog niets hebben, ik ben benieuwd wat het zal worden. Het kan nog alle richtingen uit, dus het betekent ook een frisse start.”
Willems: “Het doel is dat die tweede langspeler er eind 2025 ligt. En als je dan redeneert dat we een jaar zouden willen schrijven, en ongeveer vier tot zes maand nodig hebben om op te nemen, mixen en masteren, dan moeten we rond maart volgend jaar in de studio zitten. Dat is nog veertien maand, dus zo lang is dat ook niet.”
enola: Hoe voelt dat, mee te draaien in die zakelijke langetermijnplannen?
De Proost: “Het is bijzonder. Mijn broer leeft op een totaal andere manier, letterlijk van dag tot dag. Daar kijk ik met jaloezie naar. Ik ben voortdurend dingen aan het plannen in mijn agenda, weet van de komende vijf maand al wat ik bijna elke dag ga doen. Dat is geen keuze, het hoort er gewoon bij.”
enola: Hoe blij zijn jullie trouwens dat ik het nog niet over “Naïef” heb gehad?
(in koor): “Merci!”
De Geus: “Het was een bewuste keuze om dat nummer niet op dit album te zetten. Dit moest een frisse start zijn, niet verder surfen op één nummer dat niet eens representatief is. Ik denk dat we er wat uitgegroeid zijn, zelfs al vinden we het nog altijd geen kutnummer. Het is gewoon een afgesloten hoofdstuk.”
enola: En dat moeten de mensen maar slikken, zo spelen met hun voeten: je eerst voorstellen aan de wereld als het ene, om vervolgens iets anders te serveren.
Willems: “En toch ben ik er blij mee dat we ’t zo doen. Er zijn bands die elke plaat een andere richting uitgaan, en de mensen pikken dat. Ik hoop dat we ook zo mogen worden. En dat is natuurlijk moeilijk in het begin, maar er komt wel een dag dat mensen je volgen, en benieuwd vragen what’s next. Als we dat kunnen bereiken, zijn we echt vertrokken. Dan wordt Meltheads echt een speeltuin.”
“We hebben ons pas de laatste zes maand eens gebogen over synthesizers. Dat was iets waar we voordien niet aan dachten, maar op Decent Sex hoor je er wel wat. Live komen die niet mee, maar ik zie het wel gebeuren dat Yunas op een volgende zijn gitaar even opzij legt om even toetsen te spelen.”
enola: Een jaar geleden spraken jullie de hoop uit dat jullie een zeker ‘Je m’en fous’-gevoel zouden blijven vasthouden. Lukt dat nog een beetje als quasi-professionele muzikanten?
Pensaert: “Dat is een beetje ons karakter, dat koppige ga je er nooit uitkrijgen.”
De Geus: “Ik denk het ook. Je mag het zeker niet herleiden tot jong zijn, zestien jaar zijn en Carapils drinken. Dat is niet je m’en fous.”
Willems: “Een jaar geleden zei iedereen ons in het Nederlands door te gaan, dan zouden we pas groot worden. Blablabla, fuck off. Ik denk dat dit abum op die manier zéér je m’en fous is.”