Het Zesde Metaal :: ”Toms schoenen zijn groot om te vullen”

Sommige platen worden geboren uit vreugde, sommige uit verdriet. Toen bandlid Tom Pintens een terminale diagnose kreeg, besloot Het Zesde Metaal samen met hem zijn eindspurt in te zetten. Met de betreurde gitarist aan het roer, maakten ze met Het langste jaar misschien wel de beste plaat die Wannes Cappelle ooit schreef. “Als ik over mijn schoonbroer schreef, ging dat meteen ook over Tom. Dat voelde wel vreemd.”

enola: Het Zesde Metaal stond een paar jaar op pauze. Heb je bewust de COVID-periode laten passeren voordat je opnieuw aan een plaat begon?

Wannes Cappelle: “Ik heb in die periode niet stilgezeten, hoor. Zo schreef ik onder andere een serie, en muziek voor een tentoonstelling. Maar ik had géén zin om songs over die lockdowns te schrijven. Ik vond het een heel ontregelende tijd, waar we heel diep in zaten, en het interesseerde mij niet om daar liedjes over te schrijven. Dat zou iedereen al doen.”

“Toen die hele corona-toestand begon, zat ik in de stress om het scenario voor ‘Grond’ af te krijgen. Daar ben ik tot  augustus 2020 mee bezig geweest, en eens dat af was, heb ik Schubertliederen vertaald. Er was altijd wel een ander project, zodat de vraag naar nieuwe Zesde Metaal-nummers zich even niet stelde. Niemand trok aan mijn mouw over een volgende plaat, en als er geen druk is, schrijf ik niet. Ik schrijf alleen maar als iemand me vraagt of er eens iets nieuws komt.”

enola: En toen Toms diagnose viel, had je plots wel een aanleiding?

Cappelle: “Ja. Ik had op dat moment toch al twee liedjes min of meer geschreven, toen Robin (Aerts, bassist – mvs) aan mijn mouw trok of we nog eens iets gingen maken. Er was geen plan voor een groepsplaat, maar toen dat nieuws kwam, besloten we vrij snel om toch weer bij elkaar te komen. Toen ben ik heel hard beginnen schrijven. In het najaar van 2022 zat ik toch tussen twee scenario’s, had ik drie maanden niets te doen. Ik heb in die periode veel geschreven en gespeeld, maar zonder resultaat. Het was pas in januari, toen duidelijk werd dat het waarschijnlijk niet goed zou komen met Tom, en de tijd dus echt drong, dat het snel ging. Tom had aangegeven dat hij de plaat graag wilde producen, we spraken af dat we twee weken later zouden beginnen repeteren, dus plots had ik een heel concrete deadline.”

“Zo zijn we aan de slag gegaan, met een heel strak schema. Elke keer Tom een chemosessie achter de rug had, en wat was bekomen, hadden we twee dagen om te repeteren. En ik moest zorgen dat we dan genoeg materiaal hadden. Zo had ik telkens ongeveer twee weken om wat te schrijven. Dat klinkt misschien zwaar, maar het viel wel mee. Tom was eigenlijk heel erg vrolijk. Hij was van de ene dag op de andere gestopt met roken en drinken, en was erg helder. Hij was strijdvaardig, vastbesloten het beestje te verslaan.”

“Zo hebben we ook de festivalzomer van ’22 aangepakt. Wij wisten dat Tom ziek was, maar daarbuiten ging dat nog niet rond. Het zou de eerste keer zijn dat hij bloednuchter speelde. Hij had daar schrik voor. Doorgaans had hij twee glazen wijn nodig, nu stond hij daar zonder iets: als een kind zo blij, bijna springend. Het was dus niet enkel kommer en kwel, het was ook een fijne periode met die repetities en in de studio.”

enola: Je schrijft alleen maar onder druk, zeg je, maar dit leek me wel extreem veel druk.

Cappelle: “Ja. En toch werkte dat op één of andere manier. De stress was niet het probleem, wel dat mijn schoonbroer twee jaar geleden ook is overleden. Als ik over hem schreef, ging dat als vanzelf ook over Tom. Terwijl hij nog niet dood was. We hoopten allemaal dat hij er door zou komen, zelfs al wisten we dat de kans klein was. Maar niets was definitief, dus het was raar om in maart vorig jaar bijvoorbeeld “Het langste jaar” voor de groep te brengen, en te voelen dat iedereen dacht dat het net zo goed over Tom kon gaan. En dan Tom (opgewekt): ‘waarover gaat het?’ Je kunt dan moeilijk zeggen dat het misschien over hem ging, binnen enkele maanden. Dat werd niet benoemd, maar ik was me er wel van bewust dat ik schreef aan een plaat die waarschijnlijk pas zou uitkomen als Tom al gestorven was. Ik heb die situatie vaak vervloekt.”

enola: Is uit dat gevoel ook “Den tijd die ons nog rest” gekomen?

Cappelle: “Vreemd genoeg niét! Dat was het eerste nummer dat ik geschreven heb na Skepsels, toen er nog geen vuiltje aan de lucht was. Ik had na ‘Bevergem’ een tweede scenario afgewerkt, en kwam tot de conclusie dat daar telkens vijf jaar over was gegaan. Zo zou ik er geen twintig meer kunnen schrijven, dus ik besefte dat ik vanaf nu goed zou moeten kiezen welke verhalen ik wel nog wilde vertellen. Dat vond ik erg confronterend. Voor het eerst in mijn leven drong door dat ik niet alles zou kunnen doen in mijn leven wat ik wilde doen. Dan wil je goed nadenken wat wel nog, maar tegelijk is dat een onmogelijke vraag. Veel hangt immers af van wat er op je pad komt.”

enola: Kunnen kiezen wat je doet is ook een luxe. Vaak is wat je doet geen keuze, maar gewoon wat moet om rond te komen.

Cappelle: “Ja, maar het gaat ook breder. Je zal ook niet meer naar elk land op reis kunnen gaan. Ook daar is kiezen verliezen. Of de beslissing in welke vriendschappen je nog energie steekt. Elke dag maak je keuzes. Een boek lezen? Welk dan? Heel het leven hangt aan elkaar van beslissingen waar je je tijd aan besteedt. Dat is een interessante gedachte maar ook één die kan verlammen. Als je daar te veel over nadenkt, kies je op den duur niet meer.”

Creatief met zanglijnen

enola: Tom was in Het Zesde Metaal zowat je rechterhand geworden. Die ben je nu kwijt. Moet de band veranderen nu hij weg is?

Cappelle: “Daarover hink ik nog wat op twee gedachten. Ik vind dat we nu moeten brengen wat we met Tom gemaakt hebben, dus voor de komende tour komt Kasper Cornelus zijn partijen spelen. De vraag is wat we doen als we een volgende plaat maken, want Tom was ook arrangeur. Het kan zijn dat we dan met Kasper spelen, maar het kan ook zijn dat we een volstrekt ander instrumentalist betrekken. Wie na Tom komt, heeft grote schoenen te vullen, dus ik weet niet of we exact hetzelfde paar moeten zoeken, want dan ga je altijd het gevoel hebben dat het vorige beter paste. We hebben geen nieuwe Tom Pintens nodig, maar wel gewoon een vijfde groepslid.”

enola: “Alles moet veranderen, als je wil dat alles ’t zelfde bluft.” Een wijsheid waar je al langer mee rondloopt.

Cappelle: “Ook dat nummer gaat al lang mee. Ik had er een schets voor, maar kreeg het niet rond. Iemand op de radio deed de uitspraak ‘als we willen dat alles hetzelfde blijft, moet alles veranderen’, en dat bleef hangen. Ik vond echter niets dat rijmde op ‘veranderen’. Daar heb ik drie jaar op lopen kauwen, tot ik een laatste poging deed, en plots besefte dat als ik de zin omdraaide, ik op ‘bluft’ kon rijmen.”

“Het is een geweldige waarheid; tegenstrijdig, en tegelijk is het de essentie van het leven op aarde. Onze genen planten zich voort, en het is pas als ze zich veranderen, als er foutjes in sluipen, dat we vooruitgang maken. Maar wij willen graag alles bij hetzelfde houden, maar net daarom moeten we dus meegaan in de verandering.”

enola: Ik weet dat je voor deze persdag een testinterview hebt gedaan om je verhaal juist te krijgen. Was je onzeker om alles rond Tom te moeten oprakelen?

Cappelle: “Ik ken mezelf, als iemand een vraag stelt, antwoord ik. Zo heeft men me voor Nieuwjaar op de radio ook de naam van Kasper ontfutseld, wat we normaal pas in februari zouden prijsgeven. En ik kan wel praten over Tom, of over mijn schoonbroer, en hoe ik hun overlijdens heb beleefd, maar ze hebben allebei familie en kinderen en ik zou niet willen dat ik iets zeg dat ze liever niet gepubliceerd zien. Ik vond het dus wel nuttig om even op schrift te lezen hoe ik erover sprak, en na te denken of ik het zo uitgedrukt wilde zien. Het was verhelderend. Ik heb destijds hetzelfde gedaan voor de interviews rond Calais en dat hielp me. Een plaat maken is zo’n lang proces, waar zoveel gedachten rond hangen, dat je soms zelf niet meer ziet wat nu je verhaal precies is.”

enola: Het langste jaar is ook een erg melodieuze plaat geworden.

Cappelle: “Door mijn uitstapje met liederen van Schubert en Mozart (die Cappelle bracht met pianist Nicolas Callot – red.) ben ik me meer bewust geworden van melodieën. Klassieke componisten houden immers geen rekening met de beperktheid van een weinig geoefende stem, terwijl ik bij het schrijven altijd binnen mijn bereik blijf. Ik heb voor dat klassiek project mijn tenen moeten uitkuisen om bepaalde melodische sprongen te maken. Ik ben hard op mijn zang gaan oefenen, waardoor ik inzag dat ik veel creatiever met zanglijnen kan omspringen dan ik deed. Onbewust is dat zeker in deze plaat geslopen. Als ik een melodie had bedacht, ging ik altijd op zoek naar hoe ik ze misschien nóg iets spannender kon maken.”

De mens, een schoft

enola: Los daarvan draait niet heel Het langste jaar om afscheid. In ‘De storm’ kaart je opnieuw de vluchtelingenproblematiek aan, wat je al langer na aan het hart ligt. Heb je in dit kille Vlaanderen niet het gevoel dat je langzamerhand roept in een woestijn?

Cappelle: “Als ik zie wat Vluchtelingenwerk Vlaanderen, of in Gent Een Hart voor Vluchtelingen doet, dan ben ik gelukkig nog altijd niet alleen. Dat is op zich een troost. Maar ja, je voelt dat mensen schrik hebben, stress krijgen over de wereld die – soms letterlijk als we het over het klimaat hebben – verandert. Onlangs was ik bij mijn ouders, en nadien merkte ik tegen mijn vrouw op dat ze op sommige vlakken echt niet meer mee zijn. En plots besefte ik dat de wereld ondertussen zo snel draait, dat dat moment voor onze generatie waarschijnlijk nog sneller in ons leven zal vallen. De maatschappij is nog nooit zo snel geëvolueerd, en dat maakt ons angstig. En als een mens bang is, trekt hij de rolluiken naar beneden, verzamelt hij genoeg toiletpapier en bloem, en kruipt hij in een hoekje. Dan staat hij niet open voor een klop op de deur van iemand in nood. Dat is ongelooflijk onrechtvaardig, maar ook begrijpelijk. We moeten daar niet aan toegeven, maar het is wel belangrijk dat we de stemmen horen van die mensen die bang zijn. Om ze vervolgens misschien wel gerust te stellen, en er op te wijzen dat vluchtelingen niet het probleem zijn. Die zijn het gevolg van de problemen.”

“En ja, ik hou mijn hart vast voor wat de verkiezingen zullen brengen. Maar tegelijk bedenk ik dat zelfs als het Vlaams Belang veertig procent haalt, dat wil zeggen dat er nog altijd zestig procent is, die er niet op stemt. Zolang er leven is, is er hoop, denk ik altijd maar.”

enola: Je ontrafelt in dat nummer heel mooi de drogredeneringen waarmee mensen hun hardheid voor zichzelf goedpraten.

Cappelle: “We zijn er allemaal heel goed in om onszelf een rad voor ogen te draaien. Dat zie je pakweg ook in de discussie over herstelbetalingen aan de Derde Wereld. ‘Dat zou toch ook niet juist zijn’, zegt men. Natuurlijk wel: we hebben daar onze rijkdom eeuwenlang gestolen. Maar we vertellen onszelf al generaties lang verhalen om dat vooral niet onder ogen te moeten zien. Dat men daar nog niet beschaafd was, bijvoorbeeld, en we kloppen ons op de borst omdat we dat veranderd hebben. De waarheid is dat we daar geroofd hebben. En dat los je niet op met jaarlijks vijf euro aan Broederlijk Delen te geven. Als je jezelf daarmee confronteert, is maar één conclusie mogelijk: we moeten alles herverdelen, en dat wil zeggen dat wij zullen moeten afgeven.”

“Ach. ‘De mens, de schoft, hij went aan alles’, schreef Dostojevski al. Dat is het dramatische aan onze soort. Elke stap vooruit die we zetten, elke vorm van luxe, kunnen we niet meer ongedaan maken. En dat brengt ons in de problemen. Neem nu het comfort van de warme douche. Dat is iets wat we nog maar hooguit twee of drie generaties kennen. Je kunt je bijna niet voorstellen dat we dat opnieuw loslaten, maar het kan wel. Anderhalf jaar geleden ben ik bij wijze van experiment eens koud beginnen douchen. Ik doe het nog altijd, en eigenlijk volstaat dat. En ik weet dat dat niet de oplossing is. Er komt een volksopstand, als dat verplicht zou worden. Maar: met minder gaat ook, dus. Het kan. Wat ik wil zeggen: luxe is een val. Zoals vliegen dat ook voor mij is: zonder het vliegtuig zou ik mijn IJslandse schoonfamilie nooit zien, en er is geen oplossing voor. We kunnen voorlopig nog niet elektrisch vliegen. Dus wat doe je dan?”

De juiste nuance

enola: Een spreidstand: je koos consequent voor het West-Vlaams als voertaal van je zielenroerselen. Toch vind je het wel noodzakelijk om in het cd-boekje de nodige woorden te verklaren. De drang om goed begrepen te worden is er wel?

Cappelle: “Absoluut. In ben in de eerste plaats een verteller, en dat kan ik het best in het West-Vlaams. Ik merk het zelfs in mijn bindteksten: die zijn beter als ik in West-Vlaanderen speel. Ik vind beter de juiste woorden, de juiste nuance op het juiste moment in mijn eigen dialect. Tegelijk is het ook muziek. Als we in Groningen spelen, begrijpen de mensen mij niet, of minder, en toch kunnen we ook daar een publiek bereiken, voel ik dat de mensen daar met aandacht naar onze muziek luisteren.”

enola: Meer en meer schrijf je ook scenario’s voor televisie. Is dat voor jou hetzelfde als songschrijven, gewoon een andere vorm van vertellen?

Cappelle: “Ja, exact, al is het echt een andere vorm. In een liedje moet je in drie minuten de kern van je verhaal vatten. Een scenario moet ook efficiënt zijn, maar je hebt meer tijd, en er zijn verschillende personages. Dat vind ik interessant, want als ik een nummer schrijf, bots ik daar soms op. Dan wil ik verschillende standpunten brengen, maar het is niet makkelijk om dat goed te doen in een song. Terwijl dat de boel echt wel interessanter kan maken. In een scenario kun je personages uitwerken, tegenover elkaar zetten,… je bent een soort van God in een zelfgeschapen wereld. Ik leer daar ook veel uit. Over mezelf, maar ook over anderen, en hoe we met elkaar omgaan. Want zelfs al is het fictie, eigenlijk ben je voortdurend met de werkelijkheid bezig.”

enola: En dat hoeft dan niet in het West-Vlaams?

Cappelle: “Ik vond dialogen voor ‘Bevergem’ schrijven gemakkelijker dan voor ‘Grond’ (over Marokkaanse begrafenisondenemers in Brussel – red.). Daar hebben de acteurs die zelf tot leven moeten laten komen, want dat taaltje sprak ik niet. Ik kon wel ongeveer de toon aangeven, maar zij konden zelf beter de juiste vloek- of stopwoorden kiezen om het geloofwaardig te maken. Dat is ok, een dialoog is meer dan dat soort klankkleur. En in die zin lukt het me wel om dialogen te schrijven in het Nederlands. Aan de speler dan de kunst om ze ook naturel te laten aanvoelen.”

Unday

N.E.W.S.

 

recent

The Smile :: Cutouts

Hoezo, ‘moeilijke derde’? Het Britse trio The Smile barst...

ELES :: Drankje Op Het Aanrecht

Groeipijnen en levenslessen houden elkaar in evenwicht in “Drankje...

Joker: Folie à Deux

Een musical. Een rechtbankdrama. Een blockbuster. Joker: Folie à...

Buffalo Tom

Het Amerikaanse Buffalo Tom is  als goede wijn: enkel...

Fat Dog :: WOOF.

Sommige bands balanceren op het randje van goede smaak....

verwant

Cactus Festival 2024 :: De mooist gebalde vuisten

Eén headliner had Cactus Festival nodig om dit jaar...

Het Zesde Metaal :: Het langste jaar

Wannes Cappelle was in 2022 in rouw door het...

#So2023: Het Zesde Metaal :: Het langste jaar

Schoonheid en verlies liggen al te vaak lepeltje tegen...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in