Het duurt dezer dagen wat langer dan in de piekjaren (1976-1981) toen AC/DC zo goed als onverslaanbaar was – Power Up liet net als voorganger Rock Or Bust zes jaar op zich wachten -, maar een nieuwe AC/DC blijft iets om naar uit te kijken. De recentste worp van dit levende anachronisme volgt de formule van de voorganger to the letter, en dat mag gezien de gebeurtenissen van de voorbije jaren een klein wonder heten.
Heel even leek de toekomst van de band op het spel te staan. Drummer Phil Rudd kwam door allerhande wangedrag in het vizier van po-po en werd tijdelijk vervangen door oudgediende Chris Slade. Krijsmatroos Brian Johnson moest wegens – tijdelijke – gehoorproblemen vervangen worden door het gekeelde zwijn van Guns N’ Roses. Cliff Williams hing de bas aan de wilgen. Brugpensioen, genoeg gezien. Gelukkig ook maar tijdelijk. De ultieme domper was natuurlijk het overlijden, in 2017, van Malcom Young: medeoprichter, riffmeester en belangrijkste songschrijver van de band. Geen verrassing dat Power Up vooral bestaat uit restjes waar Malcolm jaren geleden nog aan meeschreef.
Korte samenvatting: Power Up is Rock Or Bust, Pt. II, met recht-voor-de-raapse, gladgestreken, bluesy hardrock. Daarvoor wordt intussen al meer dan dertig jaar samengewerkt met geluidsman Mike Fraser en voor de derde keer met producer Brendan O’Brien, dus je weet wat je krijgt: lekker pompende, op maat van de Amerikaanse markt uit de speakers knallende hooliganrock met simpel pulserende ritmes en triomfantelijke stadionrefreinen. De ene mid-tempo riff volgt de andere op, woorden met meer dan drie lettergrepen worden geweerd, het seksisme is amper getemperd en de refreinen worden soms een beetje verkloot door een teveel aan studio trickery, maar als het wérkt, en dat doet het meestal, dan werkt het ook goed.
Opener “Realize” heeft het allemaal: knikjes richting “What Do You Do For Money Honey” en “Thunderstuck”, maar vooral die onweerstaanbare voorwaartse drive, die nog beter wordt bij elke zwik aan de volumeknop. Geen enkele keer doen ze ook maar moeite om origineel te klinken – eerste single “Shot In The Dark” is eigenlijk een trage variant op “Given The Dog A Bone”, “Demon Fire” kan zo mee met “Safe In New York City” – en als dat dan toch bijna gebeurt, zoals in het nostalgische “Through The Mists Of Time”, een zeldzame blik in de achteruitkijkspiegel, dan klinkt het ineens als een werkmansversie van John Fogerty.
Gelukkig is het een eenmalig iets. “Kick You When You’re Down” vervolgt met bonkige pooltafelrock (je ziet het zo voor je, toch?), terwijl “Witch’s Spell”, “Systems Down” en “Money Shot” (tja) eigenlijk nog altijd verder borduren op een sjabloon dat in 1980 ingevoerd werd met Back In Black. De voorbije decennia fungeerden de zeldzame albums vooral als prikkaarten tussen wereldtournees. Het zal ook geen toeval zijn dat hun laatste écht iconische song, “Thunderstruck”, onlangs z’n dertigste verjaardag vierde. Maar kijk, dit is AC/DC: simpel, ouderwets en zelden minder dan goed. Stoemp met saucisse. Rampetampen op de achterbank. De Jupiler onder de rockbands: nog altijd een verademing tussen de IPA’s waarmee je om de oren geslagen wordt.