Hoe schrijf je een kroniek van een tijdperk dat nog gaande is? Geert Mak kan er zich toen hij aan Grote verwachtingen begon te schrijven geen raad mee geweten hebben. Hij deed echter wat hij als geen ander kan: de relevante feiten uit twee recente decennia politiek op een rijtje zetten, om daarmee een portret te schetsen van de staat van het huidige Europa. Fraai oogt het allemaal niet, maar laat net dat nu precies een reden zijn om perfect op de hoogte te willen zijn.
Waar iedereen Geert Mak van zou moeten kennen? Eerst en vooral van In Europa, een aan de hand van hedendaagse ontmoetingen vertelde geschiedenis van de voorbije eeuw. Anno 1999 trekt Mak doorheen menig land op zoek naar sporen van het verleden, met in het achterhoofd steeds de vraag wat daarvan nog doorwerkt in heden en wat mogelijkerwijs de impact zal zijn op de toekomst. Een blik achterwaarts gaat bij de jurist, journalist en schrijver kortom steeds gepaard met een perspectief voorwaarts, en dat is precies zoals geschiedschrijving hoort te zijn.
De echo’s van weleer vormen de klankkast van onze hedendaagse wereld, en dus is het bestuderen van de restanten van de voorgaande jaren geen academisch luxevertier, maar een sleutel tot het hier en nu. Waarom leven volkeren nog steeds op gespannen voet? Waar liggen de uitdagingen voor het broze Europese weefsel? Waar situeren zich de potentiële brandhaarden doorheen de periode die komt? Mak ontbeert elke arrogantie, wat betekent dat lectuur van In Europa geen zelfverzekerde antwoorden oplevert. Wel suggereert Mak pijnpunten, wel legt hij hier en daar een achilleshiel bloot, wel stelt hij zich luidop vragen bij deze of gene ontwikkeling. Het is, nogmaals, geschiedkunde par excellence: goed onderbouwd, vanuit menselijk oogpunt verteld, met een sterke verbinding tussen verleden en heden. Niet voor niets geldt In Europa ook vandaag nog als een standaardwerk in menig huiskamer.
Naast het boek werd In Europa een spraakmakende televisiereeks, en met De brug (het Boekenweekgeschenk van 2007, over de Galatabrug in Istanbul en dus over een botsing der culturen) en Reizen zonder John (een tocht door Amerika in de voetsporen van Steinbeck) zette Mak zichzelf bij herhaling op de kaart als toonaangevend historicus én als journalist. Want als de schrijver iets kan, dan is het individuele verhalen verbinden aan een grotere context. Zo duiken er ook in Grote verwachtingen weer een paar getuigenissen op, anekdotes vanuit het ik-perspectief die tekenend zijn voor bepaalde tendensen en thema’s. Onderwerpen als immigratie en de bankencrisis, allicht twee van de meest bepalende kwesties die het maatschappelijk debat hebben gedomineerd en dat allicht zullen blijven doen, krijgen een ander, intenser karakter wanneer ze aan een persoonlijk relaas worden gekoppeld.
Toch verstaat Mak de kunst om ook meer abstracte of feitelijke voorvallen neer te pennen alsof het om een thriller gaat. Heel merkwaardig is dat de lezer zowat alles waar Grote verwachtingen over handelt aan den lijve heeft meegemaakt, en toch is het bloedstollende literatuur die naar het puntje van de stoel drijft. De benepen, ijzingwekkende sfeer van wereldleiders die in Brussel in het holst van de nacht compromissen proberen smeden waar ze mee kunnen thuiskomen: Mak zet het zonder effectbejag op papier, waarbij net de sobere stijl en de eerlijke toon bijzonder meeslepend werken.
Komt Mak tot een grote en/of nieuwe analyse over de staat van onze tijd? Dat is natuurlijk moeilijk: dikwijls is het enkel toekomstige historici, die de luxe hebben dat ze vanuit de macroscopische blik op het verleden hoofd- van bijzaken kunnen onderscheiden, gegeven om tot een omvattende theorie te komen. Niettemin legt Mak een sluitende puzzel over wat er momenteel gaande is, waarbij alle grote omwentelingen (de ruk naar rechts en de bijhorende verharding jegens immigranten, het toenemende succes van populisten, de groeiende inkomenskloof, de nationalistische heropleving in voormalige Sovjetlanden, enzovoort) netjes in elkaar worden gepast.
De epiloog die Mak nog toevoegde naar aanleiding van de coronacrisis, en die in juni dit jaar afzonderlijk eerst werd uitgegeven om in volgende drukken in het boek te worden gepast, voegt wat dat betreft niet veel opzienbarends toe, al gloort hier volgens Mak een belangrijke opportuniteit voor een onttakeling van een neoliberalisme dat als rode draad doorheen het Europa van de voorbije twintig jaar loopt. Ook hier verwijst hij, heel terecht, voor de uiteindelijke waarheid naar een denkbeeldige student anno 2069, die veel beter dan hijzelf het rapport van onze era zal kunnen opmaken. Daarmee voelt de nieuwe epiloog bij Grote verwachtingen aan als een afscheid van de bühne, een vaarwel van een van de belangrijkste denkers sinds de eeuwwisseling.
We kunnen alleen maar hopen dat Mak nog vele jaren beschoren zijn, het liefst in goede gezondheid, reizend doorheen Europa, met de pen ter hand. Mocht Grote verwachtingen echter een zwanenzang zijn, dan mogen Mak en nazaten er trots op zijn: het is een magnifieke ‘tussentijdse evaluatie’ van een tijdsgewricht dat piept en kraakt langs alle kanten. Formidabel is het, om er overzichtelijk in te kunnen toeven.