In Douglas Adams’ The Hitchhiker’s Guide To The Galaxy is sprake van een marteltuig, de “Total Perspective Vortex”. Je komt er per definitie gek uit, omdat het toont hoe nietig, hoe onbeduidend je bent in de context van de hele kosmos. Veertig jaar na datum schreef 65DaysOfStatic er de soundtrack bij; een beklemmende donkere trip, die niets met het verleden heeft te maken.
Gedachtenexperiment dat fout moet lopen: als de Aarde deel is van de Melkweg, en de Melkweg samen met vele andere, het Universum uitmaakt, waar hangt het Universum dan in? En waar hangt/drijft/vliegt dat dan in? Sommige dingen zijn te onbevattelijk voor een simpel mensenbrein, maar sommige mensen kunnen wel een plaat maken die het zowat allemaal samenvat.
replicr, 2019 van 65DaysOfStatic is zo’n album. Dit is het geluid van een hoofd dat ontploft, van het abstracte, zwarte niets aan de andere kant van de uiterste grens. Het is het logische vervolg op de soundtrack van spacegame No Man’s Sky uit 2016. Nadat de groep zijn algoritmische benadering tot zijn uiterste consequentie dreef door ook live het toeval te laten bepalen, keert hij terug naar het klassieke albumformat. Maar bijna dag op dag zes jaar na zijn echte voorganger Wild Light, lees je net als toen al aan de titel en de tracklist dat dit een andere groep is geworden. Dit heeft niets meer te maken met het furieuze livebeest van vroeger, dit is een abstracte, ongrijpbare band geworden, die een knus plekje in zijn hoofd heeft gevonden, en van daar de wereld becommentarieert.
Misschien is commentaar echter het verkeerde woord. 65DaysOfStatic is geen band van de zijlijn, maar één die midden in deze wereld staat en net als wij door de modder moet ploeteren. Ook deze muzikanten hebben vrienden die bingekopen op Amazon, omdat het toch met maar één klik kan. Ook zij zien de wereld rond hen naar de knoppen gaan. Brexit, Trump, Johnson, Bolsanaro. Maar ook: ExxonMobile, Deutsche Bank, Goldman Sachs. En een commissaris ter bescherming van onze fucking manier van leven. En ook zij proberen net als wij gewoon te léven in deze tijd, die doet alsof er nooit meer iets zal veranderen, en dat dit eindeloos consumeren bedoeld is om eeuwig te duren.
Wat dat betekent laten ze je vooral voelen. En ook daar merk je dat de volwassenheid heeft aangeklopt, de jeugdige branie is verdwenen. Was dit ooit een band die opereerde vanuit knetterende woede, dan is vandaag de handdoek helemaal in de ring geworpen; the dark side heeft gewonnen, en wat overblijft is een sfeer van latente angst en onbehagen. Van tristesse ook. Dat hoor je in “Interference_1”, dat gerust de muzikale begeleiding van het eenzame robotje Wall-E had kunnen zijn.
Even samenvatten dus: wég zijn de gitaren – zéker de woeste, witheet uitbarstende –, in hun plaats kwamen nog meer knisperende microbeats en glitchy geluiden. En daarboven: het soort ijle synths dat het altijd goed doet bij science-fictionfilms. Opener “pretext” – niet meer dan een intro – is zelfs vintage Star Wars-rolkrant. Ook de kletterende drums van Rob Jones ontbreken op het appel. Hield hij zich op No Man’s Sky al aardig in, dan is zijn trommelwerk op replicr, 2019 volledig afwezig. Dit is ijler dan zijn voorganger, nog minder op powerplay gericht.
En zo worden acht echte nummers aan elkaar gelijmd met zes korte overgangsmomenten, die in pure Bon Iver-stijl onleesbare titels dragen als “d|| tl | | |”, “05|| | 1|” of ” []lid”. Desondanks zijn ze essentieel. replicr, 2019 is geen plaat van losse stukken, maar met nadruk één geheel. Wie het cijfer op de display niet in de gaten houdt, heeft bijvoorbeeld geen idee waar “Sister” plots “gr[]v-_s” wordt. Cynischer dan “Popular Beats” daarna wordt een titel niet, het eenzame getik waarover de synth van Paul Wolinski mag gloriëren laat meer leegte dan het vult. Wanneer daaruit “five waves” komt gekropen verdwijnen zelfs die ritmische patronen. Een bloedmooie melodie voert het hoge woord, het is pas over halverwege dat voorzichtige luisterdrum-‘n-bass het nummer gaat voortstuwen. De krop in de keel krijgt hij echter niet meer weg.
Het is helaas maar één van de zeldzame momenten waarop 65DaysOfStatic de aandacht opeist. Net door zijn voortlopend karakter en weinig assertieve klanken, ben je immers geneigd replicr, 2019 als luisterbehang te gaan behandelen. Zeker in dat laatste kwart, wanneer “interference_1” de droefheid van “five waves” de eenzame ruimte in zendt, vraagt het een koptelefoon en focus voor je plots ontdekt hoe in die laatste minuut onder die aandrijfmotor stiekem een opnieuw gloedvolle melodie begint te bewegen.
Het laatste woord is aan “trackerplatz”, een filmische afsluiter waarin de piano van Wolinski nog eens het hoge woord mag voeren. En dan is het gedaan. Dit is 65DaysOfStatic, vandaag, en dus ook replicr, 2019. Misschien bestaat er een replicr, 2018 dat helemaal anders klinkt. Of brengt de band – er zijn voorlopig geen plannen, maar je weet maar nooit – volgend jaar live een drastisch vertimmerde versie; replicr, 2020. Op dit moment, in dit jaar waarin de geschiedenis zo over zijn eigen voeten struikelt dat we tot stilstand lijken te komen, is er dit: een band die zichzelf opnieuw probeert uit te vinden, en daarvoor besloot zijn eigen verleden af te fakkelen. Het is een zet zo radicaal dat het winnen of verliezen wordt: of dit is de nauwe doorgang naar een beloftevolle Andere Zijde, of dit is een doodlopende straat waar de groep achterwaarts toeterend uit moet zien te raken.