Amerikaans zanger Daniel Johnston is woensdag overleden, wellicht aan een hartaanval. Het undergroundicoon werd 58.
Wilco, Beck, Sparklehorse, Flaming Lips, Yo La Tengo, Tom Waits, TV on the Radio, Beach House, Pearl Jam, Mercury Rev… Het is bijna makkelijker om een lijst te maken van artiesten die géén nummer van Daniel Johnston hebben gecoverd. Kleine, zachte, haast naïeve liedjes, over pijn en over hoop, over het dagelijkse leven en over grote ideeën, over de koe uitlaten en over vriendelijke spoken.
Zijn overlijden is het einde van een leven vol afzien. Johnston leed aan schizofrenie en bipolaire stoornis en bracht een aanzienlijk deel van zijn leven in de psychiatrie door. Als hij zong over de duivel, dan was die voor hem heel echt, en elk optreden, schuddend en ineengedoken, was een overwinning op zijn demonen.
Die pijn, die eeuwige worsteling, die is nu voorbij, en dat is bijna een troost. Maar wat ook voorbij is, is het leven van een van ‘s werelds beste en meest merkwaardige songwriters, en dat is verdomd jammer.
“He was smiling through his own personal hell […] now he’s Casper the friendly ghost”, zong Johnston. Laat ons hopen dat Daniel the friendly ghost nog lang mag rondspoken.