Veelschrijfster Amélie Nothomb behoeft al lang geen introductie meer. De diplomatendochter en jonkvrouw mocht bij haar aantreden in het literaire wereldje anno 1992 nog de eigen mystiek in belangrijke mate opstarten en gedurende lange tijd zelfs volhouden, maar met meer dan twintig jaar en dertig korte romans op de teller, begon na de eeuwwisseling de literaire output steeds meer door te wegen. En die bleef opvallend sterk, zij het dat doorheen het hele oeuvre steevast enkele thematieken opdoken die voor een aantal lezers en critici voldoende waren om af te haken.
Op zich is die keuze niet alleen begrijpelijk, maar ook te rechtvaardigen — per slot van rekening baart Nothomb zowat elk jaar een novelle (haar romans zijn op een dik uurtje uitgelezen) die steevast rond enkele thema`s en typepersonages cirkelt waarbij de nodige bon mots en (pseudo)filosofische uitspraken in het rond gestrooid worden. Zelfs voor de meest fanatieke lezer kan er al snel een overdosis Nothomb ontstaan, waarbij de romans in elkaar dreigen over te vloeien tot een onduidelijk geheel. Aanvankelijk was het uiteraard nog fris en sprankelend, al viel ook bij de eerste oogst wel een aantal mindere verhalen te rapen. Haar latere werk afschrijven is echter voorbijgaan aan onder meer Een vorm van leven (2010) of De misdaad van Graaf Neville, waar Nothomb het over een (licht) andere boeg gooit.
In Het doorboorde hart zijn de klassieke ingrediënten (eens te meer) aanwezig zonder dat het ook hier als storend dient ervaren te worden. Ditmaal kiest Nothomb immers al snel voor een aparte invalshoek door haar eerste hoofdpersonage binnen de kortste keren aan de kant te schuiven. Marie is het mooiste meisje van het dorp en ze geniet er bovendien van dat ze jaloezie bij haar leeftijdsgenoten opwekt. Alles lijkt haar voor de wind te gaan en wanneer ze Olivier, de knapste en intelligentste jongen, voor haar weet te winnen, is ze er dan ook rotsvast van overtuigd dat haar stralende toekomst nog maar net begonnen is. Helaas voor haar wordt ze niet alleen zwanger, maar blijkt haar dochter Diane haar ook nog eens te overtreffen in schoonheid.
De mooie Diane is het ultieme Nothombpersonage: niet alleen is ze adembenemend mooi, maar zelfs als peuter en kleuter blijkt ze over een indrukwekkende intelligentie te beschikken. Het wordt haar dus meteen ook duidelijk dat haar aanwezigheid haar moeder ongelukkig maakt. Wanneer het gezin uitbreidt met een tweede zusje (dat door Marie verafgood wordt) en een zoon, beseft ze dat het voor iedereen beter is als ze bij haar grootouders intrekt. In tegenstelling tot haar moeder lijkt ze als jongvolwassen vrouw weinig interesse in het andere geslacht of relaties te hebben — behoudens een hartsvriendin is haar studie zowat haar enige reddingsboei. Als briljante studente geneeskunde raakt ze in haar laatste studiejaren en stage in de ban van lector Olivia Aubusson, die net als haar een buitenbeentje lijkt te zijn.
De vriendschap tussen beide vrouwen neemt een bijzondere vorm aan, waarbij Diane alles in het werk stelt om Aubusson aan haar doctorstitel en bijhorende academische palmares te helpen. Ze ondersteunt haar niet alleen op academisch vlak, maar wordt ook in het dysfunctionele gezin semi-opgenomen en bekommert zich om Mariel, het eenzame kind van Olivia en haar man Stanislas. Het vergt weinig verbeelding om in Olivia een surrogaatmoeder voor Diane te zien, maar Nothomb zou zichzelf niet zijn, mocht ze ook niet enkele venijnige angels onder het gras verborgen hebben. Naarmate het verhaal vordert plaatst ze zowel Marie als Olivia in een ander daglicht, en zoals het bij elk Nothombverhaal hoort, is nooit alles wat het lijkt.
Verrassend of vernieuwend is de negentwintigste roman van Amélie Nothomb (nummer dertig is intussen al in het Frans verschenen) uiteraard niet, maar dat betekent niet dat de auteur er zich gemakkelijk van afgemaakt heeft. Natuurlijk zijn de vaste ingrediënten opnieuw aanwezig en verschilt de verhouding ertussen slechts minimaal, maar het uitgangspunt blijft voldoende variëren om meerdere romans te boeien. In Het doorboorde hart staat de moeder-dochterliefde en -verhouding centraal, waarbij Diane weliswaar de spilfiguur vormt, maar waar ook enkele andere vrouwen belangrijk zijn(de mannen zijn niet veel meer dan achtergrondruis). Een andere auteur had zich ongetwijfeld de moeite getroost om de plotlijn niet alleen verder uit te werken, maar ook van de nodige omkadering en situering te voorzien. Voor Nothomb leiden dergelijke zaken echter te veel af van het ene punt dat ze maken wil. Misschien had hier net als in haar andere romans meer in gezeten, maar finaal is Nothomb wel trouw aan zichzelf gebleven en stelt ze zoals steeds de lezer niet teleur.