Stond de New Yorkse Frankie Cosmos in het verleden vooral bekend om haar bijna kinderlijk eenvoudige indierock, dan toont ze zich op haar nieuwe plaat een pak slinkser.
Vooraleer Greta Kline een platencontract in de wacht wist te slepen, bracht ze in eigen beheer al een ware karrenvracht aan songs uit via Bandcamp. Dankzij Zentropy en Next Thing wist haar Frankie Cosmos zich vervolgens te ontpoppen tot een echte band, al had Kline de lo-fi slaapkamerindie daarmee niet afgezworen. Verrassend is het dus niet dat ook het nieuwe Vessel nog met minstens een voet in de DIY-scène staat, zoals kleine knutselwerkjes als “Ur Up”, “My Phone” of “This Stuff” laten horen.
Hoewel zelfs die korte liedjes veel te catchy zijn om als niemendalletjes te worden weggezet, gooit dit eerste album voor Sub Pop vooral hoge ogen dankzij een handvol meer substantiële nummers. Het begint al bij de openingstrack “Caramelize”, ongetwijfeld de meest ambitieuze song van Frankie Cosmos’ toch al rijk gevulde catalogus: met een verbazend gemak naait Kline verschillende muzikale ideeën en tempowisselingen tot een boeiende lappendeken. “When the heart gets too tender/Return it to the sender” klinkt het aanvankelijk bijna ironisch, waarna ze een muur van ‘distortion’ optrekt die echter niet kan verhullen dat ze zelf ook een softie is: “When you rode off way back when/I had a feeling I’d never see you again/But here you are in my bed/Heart gets tender”. Ook de gejaagde punk van single “Being Alive” doet niets af aan het bedachtzame “Being alive matters quite a bit/Even when you feel like shit”, net zomin als de instrumentale gitaarintermezzo’s van “Duet” erin slagen de melancholie te onderdrukken die steeds weer de kop opsteekt.
Tegelijkertijd zou het een vergissing zijn als u de 24-jarige New Yorkse songschrijfster al te serieus zou nemen. “I just want to feel like I’m neatly designed/Like a telephone pole/I want to feel whole,” zingt ze bijvoorbeeld in “Apathy” – die gekke gedachtekronkels mogen dan wel op bescheiden existentiële twijfels lijken, Vessel klinkt nog steeds oneindig zorgelozer dan eender wat collega’s als Katie Crutchfield (Waxahatchee) of Mitski ooit zouden neerpennen. Bovendien toont Frankie Cosmos zich in het algemeen muzikaler dan het eveneens met Bandcamp groot geworden Girlpool. Zelfs onder het geraas van de gitaren klinkt “Being Alive” nog steeds ongemeen melodieus, terwijl het plezier gewoon van Klines stem spat in prijsbeest “Jesse”.
Wanneer ze in het charmante “Bus Bus Train Train” naar haar in 2012 overleden hondje Joe verwijst, beseft de luisteraar plots dat Kline nog altijd maar een meisje is. Maar ook dat die kinderlijke onbevangenheid juist de meest ontwapenende kwaliteit van Frankie Cosmos vormt: zo is het onmogelijk om dat “Making a list of people to kiss/The list is a million Yous long/Just Yous all the way down” (“Duet”) niet schattig te vinden. “I’m Fried” verklankt dan weer niet alleen een onbestemde nostalgie, maar spreidt tegelijkertijd ook een voor haar verrassende volwassenheid tentoon – “Trying to keep it pure/Like it was before/So maybe I won’t be yours in fully the same way/But if it’s right then maybe I won’t turn and walk away.” Ondanks haar ogenschijnlijke naïviteit is Kline duidelijk niet van plan om met haar voeten te laten spelen.
Integendeel, muzikaal gezien heeft ze de touwtjes stevig in handen, want ook met het gebalde “Same Thing” toont ze perfect te weten hoe je een boeiende rocksong schrijft die even toegankelijk als memorabel klinkt. En bij uitbreiding geldt dat voor de plaat als geheel: met bedrieglijk eenvoudige liedjes lokt Frankie Cosmos de luisteraar mee, om hem of haar vervolgens niet meer los te laten. Well played, Greta. Well played.
In het kader van Democrazy speelt Frankie Cosmos op 24 mei 2018 in de Gentse DOKbox.