Twintig jaar geleden leverde Radiohead met OK Computer de perfecte soundtrack af voor het “fin de millennium ennui”. De band werd op slag de belangrijkste kracht in het alternatieve muzieklandschap.
Op het einde van de 19e eeuw voorspelden de meest vooraanstaande economen eensgezind het grootste probleem van onze generatie: een overvloed aan vrije tijd. Volgens Keynes zou de westerse levensstandaard vier keer hoger liggen en zouden mensen massaal minder gaan werken. We zouden voldoende tijd hebben voor sociale contacten, zelfontplooiing, en ontspanning. Morele en sociale vooruitgang zou ons deel worden. Doorheen de twintigste eeuw leken de economen gelijk te krijgen, maar vanaf de jaren tachtig kwam daar verandering in. Hoewel de levensstandaard inderdaad verviervoudigde, werd de economische groei eerder omgezet in consumptie dan in vrije tijd. Het geloof in de kapitalistische wereldorde brokkelde af; de kloof tussen burger en politiek werd groter; depressies, stress en burn-outs staken de kop op.
“Fitter. Happier. More productive. Comfortable. Not drinking too much”: Zonder te vervallen in directe kritiek, gaf Radiohead met OK Computer een geluid aan het sluimerende gevoel van ontevredenheid. “No Surprises” belichaamt de totale berusting in een leven vol hartkwellingen, werkstress en politieke moeheid. “Let Down” is nog steeds de perfecte soundtrack om op een overvolle tram hoop en leegte af te lezen in de ogen van reizigers. En waar Milan Kundera in 1995 de “Traagheid” predikte – “Speed is the form of ecstasy the technical revolution has bestowed on man” – besluit “The Tourist” OK Computer met dezelfde redding brengende boodschap: “Idiot, slow down”. Met een tik op de triangel werden ‘onthaasting’ en ‘mindfullness’ tegen de millenniumwisseling buzzwoorden.
Waar The Bends twee jaar eerder nog voortborduurde op de knarsende gitaarwoede van Nirvana, zocht Radiohead voor zijn opvolger een persoonlijker geluid. Met Nigel Godrich als producer vonden de bandleden de juiste man op het juiste moment. “Airbag” opent OK Computer met een op DJ Shadowgeïnspireerde beat en “Climbing Up The Walls” bevat meer dan een knipoog naar de groezelige maanlandschappen van Portishead. Godrich wist de perfecte symbiose te creëren tussen sferische elektronica en Yorkes beklijvende songwriting. Zo inspireerde het intieme singer-songwritergeluid van “Exit Music (For A Film)” Coldplay tot het omtoveren van festivalweiden in huiskamers. Terwijl de climax van het nummer de hele basis vormde voor het vroege oeuvre van Muse.
Op compositorisch vlak is het opmerkelijk dat juist de meest succesvolle nummers van OK Computer het sterkst breken met de gekende songstructuren: De eerste single “Paranoid Android” rijgt drie songs aaneen en besluit in een ‘passacaglia’; een compositorisch hoogstandje uit de barok, waarbij de bovenstem een contrapuntische relatie aangaat met de eerst geïntroduceerde onderstem. “Karma Police” bevat geen gebruikelijk refrein en is met zijn instrumentale intro (“A Day In the Life”) en akkoordenprogressie (“Sexy Sadie”) op zijn minst schatplichtig aan The Beatles. Maar waar zes jaar eerder slechts enkele music buffs schuchter meezongen, brulden op Glastonbury 2003 tienduizenden mensen Thom Yorke naar de achtergrond tijdens “For a minute, I lost myself”.
Hoewel Radiohead de voorbije twintig jaar bleef evolueren en enkele prachtige platen afleverde, is de legendarische status van OK Computer onaantastbaar gebleken. Op de grens tussen rock en elektronica, conventie en experiment, kritiek en apathie, nijd en tristesse, vonden miljoenen mensen elkaar terug. Radiohead werd de verbindende kracht voor iedereen die een sentiment van vervreemding koesterde over wat er zich in de wereld afspeelde. Twintig jaar later weten we dat die wereld groter is dan het kapitalistische Westen en dat de problemen omvangrijker zijn dan onze eigen consumptie-ijver. Toch is het nog steeds wachten op muziek die een even correcte diagnose stelt van een samenleving die zichzelf steeds meer in twijfel trekt.