Muzikale durfals moeten als de bliksem naar de platenboer om het net verschenen Compassion van Forest Swords aan te schaffen. Nog meer als op zijn debuut Engravings experimenteert de eigenzinnige elektronica-artiest met beats, percussie, dub, strijkers en flarden soul en gospel (noem maar op). De man achter dit fascinerende project is de vriendelijke Liverpudlian Matthew Barnes. Een gesprek over hoop in bange tijden, het belang van Deftones en muziek maken voor een game.
Barnes is al de hele dag interviews aan het afwerken, maar dat is tijdens het Skype-gesprek niet te merken aan zijn enthousiasme. Daarnaast legt hij ook de laatste hand aan de visuals voor een show in New York met Actress — nog zo’n topper in het genre. “Ik blijf nieuwe dingen met de nieuwe nummers proberen. Ook voor mij is de plaat nog altijd vrij nieuw. En ik hou al zeker niet van het idee van een afgewerkte set, het verhaal is nooit helemaal af.”
Wie begin april op Rewire in Den Haag was, kreeg al enkele nieuwe nummers in avant-première te horen. “Die show paste in een rij van interessante venues. Ik reisde ook naar onder meer Polen (Unsound Festival, nvdr) en Griekenland om de songs voor de eerste keer te proberen. Een festival als Rewire koos ik bewust omdat het publiek er open-minded is. Ideale gelegenheid om nieuwe paden te bewandelen.”
Een persoonlijke confessie: samen met Burial en The Haxan Cloak is Forest Swords een van de redenen waarom ik naar laptopmuziek ben beginnen luisteren. Wanneer ik daarover begin, wordt Barnes pas echt uitbundig. “Wow, dat is een compliment. Ja, het is een goede tijd voor dit soort muziek. Veel artiesten doen iets verrassends met een resem verschillende invloeden. En ik herinner me nog zeker het Sonic City-festival in Kortrijk (2013, nvdr), ook Pukkelpop (Barnes speelde er al in 2014, nvdr) heeft altijd een goede programmatie.”
Er is leven na de Brexit
Niet alleen is het klankenspectrum op Compassion breder, er wordt nog meer geëxperimenteerd met ritmes en stiltes. Zijn het samples of echte instrumenten? Je kan amper horen waar de fascinerende geluiden vandaan komen. Zelfs Barnes weet het niet altijd meer. Dat de nieuwe plaat een duidelijk verwijzing is naar de actualiteit, daarover is Barnes concreter. Maar voor Compassion haalde hij niet alleen inspiratie bij de wanhopige tijdsgeest van vandaag.
enola: Op Compassion ga je nog meer als een schilder te werk met oneindig veel invloeden. Een van de beste bewijzen hiervoor is “Panic”. Iemand schreef op YouTube daarover: ‘it’s like those nightmares you wake up screaming from but somehow you still want more’.
Barnes: “Dat is een mooie. Die had ik nog niet gelezen. Maar voor alle duidelijkheid: ik wil mijn muziek niet angstaanjagend maken. Maar als mensen ervan genieten als iets nachtmerrieachtig, is dat goed voor mij. Het nieuwe materiaal is wel urgenter. Het afgelopen anderhalf jaar was nogal bizar hier in de UK. Er was niet alleen de brexit, maar enkele vrienden kregen gezondheidsproblemen. Ook op persoonlijk vlak waren het dus intense maanden. “Panic” is een reactie op die gebeurtenissen.”
enola: Waar komt die meeslepende zanglijn vandaan? Geniet je ervan om zo’n sample te vervormen?
Barnes: “De zanglijn is afkomstig van een oude plaat ergens uit de jaren zestig — en daarrond maakte ik de muziek. Vraag me nu niet welke band precies. Door de vocale lijn wordt een soort catharsis bereikt. En door zo’n goede sample te vinden, heb ik wel wat tijd kunnen winnen. Weet je, ik zie het nummer als een ontsnapping uit het heden. Het nummer moet hoop brengen. Ik wilde over de hele lijn géén deprimerende plaat maken. Ik wilde het licht zoeken in de duisternis. Pas op, ik hou van donkere muziek, maar die zelf maken is geen prioriteit.”
enola: De hoes van de plaat is anders wél zwaarmoedig.
Barnes: “Die afbeelding vond ik bij toeval op het internet en ik vond het niet alleen een geweldig en vreemd beeld, maar het kon het algemene gevoel van de voorbije maanden perfect samenvatten. Je kan bovendien echt niet opmaken waar het is genomen. Na heel veel opzoekingswerk bleek het uit een magazine van National Geographic uit de jaren twintig te komen. Geen idee wie de fotograaf is.”
White Pony
enola: Nog iets wat mij opviel: ik had nog meer luisterbeurten nodig om in de sfeer te komen.
Barnes: “Vind je het een complexere plaat? De texturen en structuren zijn misschien uitdagender, ja. Maar daar tegenover zijn er ook meer toegankelijke momenten. Ik zou niet zeggen dat het een zeer moeilijke plaat is. Op enkele specifieke momenten kan je makkelijk in de nummers duiken. Ik wilde ook dat de songs zichzelf leiden, zelf hun weg vinden, eerder dan hen in een bepaalde structuur te duwen. Misschien maakt dat het een uitdagende missie voor de luisteraar? Ik denk dat er nog meer elementen verstopt zitten dan op Engravings.”
Dan begint hij opnieuw spontaan verder te vertellen. “Naar het einde van de vorige tour was ik die plaat een beetje beu. Engravings was meer direct. Nu kan ik zelf meer elementen ontdekken in de nieuwe plaat. Daardoor vind ik het zo leuk om erover te praten. Zo begrijp ik de muziek steeds beter. Het album zelf is niet het einde, het is nog maar een begin. Door te touren, het ontwerpen van de video’s en zelfs over de nummers te praten met fans gaat het creatieve proces voort.”
enola: Welke platen of muzikanten waren voor jou inspirerend?
Barnes: “Als puber hield ik enorm van Deftones, Björk, Aphex Twin en The Smashing Pumpkins. Telkens als ik naar White Pony luisterde, ontdekte ik er iets nieuw in. En geloof het of niet, zelfs vandaag nog. Ik denk dat dat ook het ultieme compliment is voor een artiest. Ik hoop dat mensen ook nog binnen twintig jaar naar mijn albums kunnen luisteren.”
enola: Wanneer begon je zelf muziek te maken?
Barnes: “Toen ik een jaar of zestien was, kreeg ik een taperecorder. En meteen begon ik te experimenteren met een gitaar erbij. Tot na mijn studies aan de universiteit maakte ik zelf geen muziek meer. Pas in 2009 ben ik echt laptopmuzikant geworden. Maar dat is allemaal zeer organisch gegroeid.”
Als een spons invloeden opnemen
enola: Heb je alle genres die aan bod komen op je platen ook op een spontane manier leren kennen?
Barnes: “Ik absorbeer als een spons nieuwe stijlen. Zo gaat de nieuwe plaat ook stijlgewijs nog breder. Ik luister veel meer naar jazz, ambient, minimale klassieke muziek en vooral Afrikaanse ritmische muziek. De muziek is minder gericht op de dub- en hiphopinvloeden. Hoe ik fan werd van dub? Dat gebeurde heel spontaan via vrienden. Het klinkt misschien raar, maar Lee Scratch Perry doet me qua gevoel soms aan Deftones denken.”
enola: In “The Highest Flood” hoor ik dan weer een koor. Wat spreekt je aan in bijvoorbeeld gospelmuziek?
Barnes: “Omdat de grenzen tussen melancholie en euforie worden opgeblazen. Die grijze zone fascineert me en ik vind het zelf ook plezant om er mee te spelen. Het koor in dat nummer is een sample uit een oude, bestaande opname en heb ik zelf zwaar bewerkt. Zo maak ik een bestaand gegeven tot iets van mezelf. Soms mix ik bestaand materiaal met nieuwe opnames, dat gebeurde bij de blazers in “Exalter”.
enola: Naast het visuele component valt tijdens jouw concerten een bassist op. Is het een droom om ooit met een volledige liveband op het podium te staan?
Barnes: “Natuurlijk wil ik dat. Als een festival mij een koor aanbiedt, zou ik meteen tekenen. Maar dat allemaal zelf organiseren, is een dure bedoening. En ik wil ook met blazers, zangers en strijkers samenwerken. Als dat voor één show kan, zou ik al zeer tevreden zijn.”
enola: Tussen Compassion en Engravings gaapt een kloof van vier jaar. Je maakte intussen muziek voor het dansstuk Shrine, voor de game Assasin’s Creed én dronefilm In The Robot Skies. Was dat allemaal nieuw voor jou?
Barnes: “Ja, ik had geen verleden met hedendaagse dans. Dus dat was een leerrijke, inspirerende ervaring. Het is zo’n verschillende manier van muziek maken. Je moet alles programmeren op fysieke bewegingen. Die werkwijze geeft wel meer ademruimte. Ook hadden al die projecten een impact op het creatieve proces voor de nieuwe plaat. Hetzelfde gaat op voor de soundtrack bij het computerspel. Ik ben zelf nooit een echte gamer geweest. En voor de eerste keer heb ik met instructies van anderen gewerkt. Ook die ervaring is voor herhaling vatbaar.”
En kijk, bij het uittikken van dit interview wordt Forest Swords net bevestigd voor de vrijdag van Pukkelpop. Op 18 augustus is hij er te bewonderen in de Castello. Een betere biotoop kan hij niet krijgen.