Wallis Bird is een van die artiesten die geboren is om muziek te maken. Sinds haar debuut Spoons uit 2006 blinkt de Ierse singer-songwriter uit in extreem opgewekte songs van alle mogelijke soort, doordrongen van een onuitputtelijke energie. Haar recentste wapenfeit Home doet daar nog een schepje bovenop.
Het had misschien niet veel gescheeld, of Bird had nooit zo’n vlucht genomen. Op de prille leeftijd van 18 maanden verloor ze ei zo na alle vingers van haar linkerhand aan een “onfortuinlijk gevecht” met een grasmaaier. Chirurgische ingrepen redden er vier, maar één vinger bleef verloren. Dat mocht een muzikale carrière niet in de weg staan: Bird leerde dan maar gitaar spelen met wat ze had. 33 jaar later heeft ze een indrukwekkende hoop awards op haar palmares staan. Tja, straf.
Waar Architect uit 2014 nog de viering van haar verhuizing van Londen naar Berlijn was, maakt Home die verhuizing nu definitief: met deze plaat toont ze inderdaad dat ze op alle mogelijke vlakken thuisgekomen is. “Waited all my life for this”, zijn de eerste woorden die Bird op Home zingt in het sfeerbepalende “Change”. Thuis zijn is niet alleen een kwestie van de juiste locatie, maar ook en vooral door de juiste persoon te vinden, weet Bird nu. Elk nummer is een ode aan haar partner en muze, de vrouw van haar leven. “I’m not good for you right now, I’m good for you forever”.
Daar duikt meteen ook het eerste minpunt op. In Home vind je zo goed als nergens een onpersoonlijk woord. Bird maakt het zo bont dat het voor de gemiddelde luisteraar of toeschouwer bijna voyeuristisch wordt, en daarmee ook ongemakkelijk voor de bestemmeling. En de gevarieerde mix aan stijlen is wel uitdagend te noemen, maar misschien niet ieders meug. Toch, kan Bird werkelijk alles aan met haar polyvalente stem. De dartele manier waarmee Bird van folk over rock naar r&b (“The Deep Reveal”) poogt te springen, zorgt er voor dat doorheen alles vooral pop doorklinkt.
Sommige nummers, zoals het pompende “ODOM” (“Oh dreams oh memories”) klinken wel live opgenomen: op de achtergrond horen we een mannenkoor in wisselend volume “yeah!” roepen, maar dat hoort wel degelijk bij de song. Ook op de a cappella title track “Home” hoor je ongepolijste achtergrondstemmen die hoorbaar glimlachen naar de directe verwijzingen na het eerste refrein. Dat livegevoel charmeert en betrekt ons als luisteraar wel goed bij de songs. Bird wist haar bandleden zonder problemen aan te steken met haar ongeremd enthousiasme, en iedereen is duidelijk altijd mee. “You’re not scared to sing it/We’re unprepared so let’s wing it” zingt de hele bende op de liefdesviering “Love”.
Dat het geen twijfel mag lijden: Wallis Bird heeft haar thuis gevonden, zowel fysiek als mentaal, en wist dat in 11 songs te gieten voor ons plezier. Maar of Home haar nu van een zeker “love her or hate her” -gevoel bij de luisteraar zal kunnen afhelpen, is twijfelachtig. Ach, het kan haar wellicht gestolen worden.