En toen verdween Jamie Woon plots van het toneel. In 2011 schoot de schuchtere Brit nog als een komeet de lucht in, maar zo snel als hij opkwam, was hij ook weer weg. De voorbije jaren bleef het bijzonder stil rond de zanger, tot enkele weken geleden die geweldige single “Sharpness” opdook.
De man zijn carrière had nochtans een vlammende start genomen. Door de singles “Night Air”, “Lady Luck” en zijn debuutplaat Mirrorwriting groeide Jamie Woon vier jaar geleden uit tot posterboy van de post-dubstepscene. Herinnert u zich die verschrikkelijke term nog? Net als James Blake, waar Woon tot in den treure mee vergeleken werd, verenigde hij zijn zachte soulstem met experimentele elektronische klanken. Hun stijl sloeg aan, en werd prompt gekopieerd door een tros epigonen waaronder SOHN, Chet Faker en Seekae. Vervolgens bleef Blake vernieuwen, maar rond Woon werd het stil. Akkoord, hij zong al eens een nummer in voor bevriende artiesten als Portico en Disclosure, maar op eigen werk bleef het wachten. Tot die laatste band enkele weken geleden plots een nieuw nummer van Jamie Woon in zijn radioshow afpeelde. Het sensuele “Sharpness” is een van de beste nummers van dit jaar luidde een terugkeer langs de grote poort in.
“Come back, body’s aching/ from the want and the waiting”, zingt Woons falsetto er zwoel over een hitsig ritme. Als u deze winter het vuur in de slaapkamer niet meteen aangewakkerd krijgt, raden we dit nummer aan. Making Time is in zijn geheel trouwens een erg lijfelijke plaat. Het voelt aan alsof het wassen beeld Jamie Woon echt geworden is. De Brit huurde een stel livemuzikanten in om het album op te nemen en de klinische klanken te weren. Minder sonische spielerei, meer akoestische ambacht, zo luidde het adagium. Het resultaat is een opvallend warme plaat. Net zoals hij ten tijde van zijn debuutplaat velen inspireerde, liet Woon zich ditmaal zelf beïnvloeden door recente zwarte muziek. In interviews schuift hij D’Angelo als inspiratie naar voren. Making Time deelt inderdaad een enorme authenticiteit en oprechtheid met het laatste album van de Amerikaanse soulzanger.
Aan ieder detail hoor je dat Woon zijn tijd genomen heeft voor deze nieuwe plaat. De tien nummers herkennen elkaar aan hun klankkleur, zijn smaakvol ineen gestoken en geven hun geheimen maar langzaam prijs. Op “Celebration” gaat Jamie Woon in duet met Willy Mason: een combinatie die op papier wat vraagtekens oproept, maar perfect werkt. Een prettig trompetje doet er zijn werk. Het jazzy “Lament” wordt op zijn beurt ondersteund door een lieflijke piano, en plots is José James niet ver weg.
Vergis u echter niet, de subtiele aanpak sluit niet uit dat Jamie Woon nog steeds erg funky uit de hoek kan komen. Zo mikken de bassen van “Message” en “Movement” regelrecht op de heupen en zet ook het gitaartje in “Thunder” aan tot dansen. Ook de romige soul van “Little Wonder” en “Skin” smaakt zeker niet verzuurd.
Meer Mensch, minder Maschine, dat is Making Time. Jamie Woon heeft dat post-dubstepetiket van zich afgeworpen en maakte een album dat tijdlozer klinkt dan zijn debuut, en zo de deur openzet naar de toekomst. “We need to talk about the way that it could be in 2023”, zo zingt Woon aan het begin van deze plaat. Is hij tegen dan uitgegroeid een van de grotere artiesten van zijn generatie? Het zou hem van harte gegund zijn.