Twee jaar lang hebben de vijf leden van The Maccabees samen aan hun vierde album geschreven: een eindeloze periode van zoeken en proberen om al de verschillende visies van de bandleden tot één compromis te smeden. En toch is Marks To Prove It geen hopeloos complex samenraapsel van invloeden geworden, eerder integendeel.
Indie. Altijd al een hol begrip geweest dat gebruikt wordt om een hemelsbreed muzikaal spectrum aan te duiden. The Maccabees “dé indieband bij uitstek” noemen, lijkt dus bijna een belediging: te weinig gezicht, meneer. Dat zou misschien een beetje te streng zou zijn, maar het muzikale parcours van de groep uit Brighton getuigt tot hiertoe niettemin van weinig zin voor richting. Waar debuut Colour It In grossierde in toegankelijke post-punk die vooral live erg scoorde, slopen er in opvolger Wall Of Arms meer Amerikaanse invloeden, waardoor het album enigszins in Razorlights onzuivere vaarwater terechtkwam. Given To The Wild uit 2012 was dan weer een bescheiden stap richting volwassenheid, maar de atmosferische passages — die af en toe aan The Antlers deden denken — staken scherp af tegen de stevigere, meer uptempo nummers van het album.
Coherentie is dus duidelijk niet de sterkste kant van de gebroeders White en kompanen en dat is deels te wijten aan de uiteenlopende smaak en stijl van de verschillende bandleden. De onheilspellende berichten over moeizame opnamesessies en vooruitgeschoven releasedata waren deze keer echter een teken dat The Maccabees met Marks To Prove It hun huiswerk wilden maken. Het strikt democratische schrijfproces van het kwintet veroorzaakte de afgelopen twee jaar af en toe een kleine politieke crisis, maar het resultaat is wel een echt groepsalbum waarop de verschillende invalshoeken geïntegreerd zijn tot een solide geheel dat tegelijk sfeervol en energiek klinkt.
Zo begint “Spit It Out” als een ingetogen pianomijmering, vooraleer het gestaag opbouwt tot een theatrale worsteling van gitaarakkoorden waarin zelfs vleugjes Arcade Fire te horen zijn. Maar ook de post-punkwortels zijn nog steeds hoorbaar, zoals ook de springerige maar melodieuze titeltrack bewijst: de hoekige gitaren, overenthousiaste drums en stokkende tempowissels zorgen voor een vette, dynamische song. “Something Like Happiness” flaneert vervolgens onbeschaamd over en weer tussen orkestrale pop en atmosferische contemplatie, en naar het einde toe sluipt er een nerveuze gitaar in het klankpalet. Mocht Elbow zich plotseling aan progrock wagen, zou dat nauwelijks een boeiender geluid opleveren. Dezelfde rijke instrumentatie siert ook het bezwerende “River Song”: strijkers, opzwepende samenzang en een onbestemd blaasinstrument dat de luisteraar ei zo na doet verdwalen in de moerassen van de Mississippidelta terwijl een gedesillusioneerd “You tell yourself you’re getting wiser/The truth is we’ve all stayed the same” door de boxen schalt.
Doorheen dat hele gebeuren biedt de aarzelende stem van Orlando Weeks enig houvast: op bevlogen wijze loodst hij de luisteraar doorheen zowel indrukwekkende ballads (“Silence”) als bescheiden anthems (“WW1 Portraits”). Hier en daar wordt hij bijgestaan door een waar achtergrondkoor, zoals in de dromerige klepper “Kamakura” of het zwaarmoedige “Slow Sun”. “I Thought I’d find it easier/Under lock, chain and key/Thought I’d find it easier/To just keep you to me,” zingt hij op een van de meest emotionele momenten van de plaat, en prompt schiet de authenticiteitsmeter de hoogte in. The Maccabees een groep zonder gezicht? Niet als het aan hun frontman ligt.
Is Marks To Prove It dan een essentieel album van een van de meest unieke groepen van het moment? Bijlange niet. Niet alle nummers halen het niveau van de titelsong of “Spit It Out” en op mindere momenten klinken The Maccabees net iets te vertrouwd in de oren. De gitaren van R.E.M., pianoriedels van Elbow en trompetsolo’s van Mercury Rev passeren allemaal de revue in afsluiter “Dawn Chorus”; het plaatje klopt, dat wel, maar veel eigenheid valt niet te bespeuren. Hun geluid mag er dan op vooruitgegaan zijn qua consistentie en homogeniteit, The Maccabees blijven nog steeds The Maccabees. En wie zijn dat eigenlijk? Wij stellen voor dat u dat komt (her-)ontdekken op Pukkelpop, want een gevarieerde plaat als deze zal live ongetwijfeld een stevige show opleveren.
The Maccabees spelen op zaterdag 22 augustus op Pukkelpop.