Als band moet je blijven evolueren en groeien, dat zullen die van The Maccabees als eerste toegeven. Orlando Weeks (zang) en Felix White (gitaar) zijn er in ieder geval van overtuigd dat hun groep op de goede weg is. “Het is belangrijker om vertrouwen in the bigger picture te bewaren dan je ego voorop te stellen.”
Ervaring is niet alleen belangrijk voor werkgevers, maar ook voor muzikanten. Het jarenlang aan de weg timmeren zorgt ervoor dat de songwriter meer zelfvertrouwen krijgt, en daaruit kunnen zeer mooie dingen voortvloeien. Bij een groep als The Maccabees leidde de groeiende zelfzekerheid van de leden echter tot het uitvergroten van hun onderlinge verschillen, met een moeilijke bevalling van hun vierde plaat tot gevolg. Kloven zijn er echter om overbrugd te worden en dankzij hard labeur konden The Maccabees toch tot een resultaat komen.
enola: Het heeft twee jaar geduurd om Marks To Prove It af te krijgen. Zijn jullie meer perfectionistisch geworden doorheen de jaren?
Weeks: “Niet echt. Ik denk dat we er altijd al op gebrand waren om iets te maken dat er echt stáát, en dat in een liveomgeving tot vuurwerk kan leiden. Optredens zijn zoveel leuker en beter wanneer je het gevoel hebt dat je je huiswerk hebt gemaakt.”
White: (knikt) “Die onmiskenbare rush die je voelt wanneer je communiceert met een publiek, wanneer je mensen ziet reageren op datgene wat jij geschreven hebt … Als dat er niet was, denk ik niet dat ik al die eenzame dagen in de repetitieruimte en de studio zou overleven.” (lacht)
enola: Klopt het dat optreden voor jullie gemakkelijker is dan schrijven?
Weeks: “Dat wel, maar persoonlijk prefereer ik het schrijfproces boven het liveaspect, omdat schrijven iets puurs heeft. Wanneer ik iets verzin waarvan ik denk dat het kan werken, is er een bepaalde klik – er was niets, nu is er wel iets – en daar geniet ik echt van. Voor mij draait het om beter worden in wat ik doe, begrijpen waarom iets werkt. De wereld wordt er niet mooier van en niemands leven moet erdoor veranderen, maar je moet ergens starten. Iets aankaarten kan op zoveel verschillende manieren: muziek schrijven is daar één van. Tegelijkertijd is het hard werk, want je moet constant op zoek naar compromissen.”
White: (beamend) “Er is veel concurrentie tussen de bandleden onderling. Als je zoveel tijd en moeite in The Maccabees investeert, wil je ook het gevoel hebben belangrijk te zijn voor de groep. Ieder van ons draagt ideeën aan en we willen allemaal inspraak. Doorheen de jaren zijn we beter geworden in het maken van thuisopnames. Op die manier konden we onze opgenomen ideeën meebrengen naar de repetitieruimte en werd het makkelijker om de discussie aan te gaan, om voor een bepaald idee te lobbyen.”
Weeks: “Maar je raakt het niet altijd eens, en dan is er maar één ding dat je kunt doen: schrappen. Zelfs al moeten we in zo’n geval niet altijd een volledige song naar de vuilbak verwijzen, dan nog zijn er honderden stukjes muziek die de plaat uiteindelijk niet halen omdat er geen consensus was. Dat is slecht voor je zelfvertrouwen, zeker als het jouw stukje muziek was, maar het is belangrijk om een soort van collectief vertrouwen in the bigger picture te bewaren.”
enola: En was dat dan moeilijker bij het opnemen van jullie vierde plaat?
Weeks: “O, absoluut. Ten tijde van onze tour met Kasabian (in november en december 2014, jv) hadden we al tal van passages opgenomen, maar het ontbrak ons aan die eenheidsvisie om het geheel bij elkaar te houden. Je probeert als groep een soort van gedeeld bewustzijn te creëren, waarbij de neuzen in dezelfde richting wijzen, maar je bent daarbij afhankelijk van zoveel factoren.”
White: “Bovendien waren we voor dit album vooral met de details bezig. We wilden een plaat maken zonder computertrucjes, eenvoudiger en minder gelaagd dan de vorige, maar dat bleek niet gemakkelijk. Hugo (White, Felix’ broer en collega-gitarist, jv) heeft de plaat geproduceerd en hielp ons weliswaar het overzicht te bewaren, maar dat neemt natuurlijk niet weg dat The Maccabees een complex geluid heeft.”
Weeks: “Bij “Spit It Out” hadden we voor het eerst het gevoel dat we ergens geraakten, dat we op één lijn zaten. Uit die ervaring hebben we de motivatie geput om andere nummers af te werken.”
enola: Zijn er andere nummers die jullie nauw aan het hart liggen?
Weeks: “Ik weet nog dat ik moest huilen toen Hugo “Silence” voor het eerst speelde in onze tourbus. Ik vond dat zo bijzonder en ben dan ook blij dat dat nummer het vele schrappen heeft doorstaan. Ook de titeltrack speel ik graag live.”
White: “Mijn favoriete nummer is “Dawn Chorus”. Dat was de laatste song die we hebben opgenomen, en we hebben er niet teveel over nagedacht. Het hele nummer kwam gewoon op een enorm spontane manier tot stand: er zit bijvoorbeeld een geïmproviseerde trompetsolo in.”
“Er zijn over het algemeen redelijk wat blazers, koortjes en strijkers te horen op het album, al zijn het er nog steeds minder dan op onze vorige plaat. Voorlopig hebben we één trompettist die mee op tour gaat, en ook een zangeres achter een piano. Maar het kan zijn dat we later nog meer mankracht inhuren.”
enola: Om de concurrentie op de festivals het hoofd te bieden?
Weeks: (nadenkend) “Nee. Eerder omdat het belangrijk is het juiste aantal leden te hebben. Wij bekijken festivals niet echt op die manier: natuurlijk zijn er verschillende groepen die tegelijkertijd spelen, maar mensen hebben meestal toch op voorhand al beslist of ze naar jou gaan kijken of niet. Stel je voor dat we zo zouden denken: wij gaan de groep zijn die de meeste hoedjes draagt, of wiens persfoto er het gekste uitziet, en dan zal het publiek wel toestromen! (grijnst) Zo werkt het natuurlijk niet.”
White: “Onlangs hebben we een zaalshow gespeeld in de buurt waar we vandaan komen en waarover de plaat verhaalt, voor onze eigen fans. Dat is natuurlijk iets helemaal anders, zulke optredens hebben een intimiteit die je nergens anders voelt. Maar op festivals krijg je dan weer iets anders in de plaats. Je speelt er vaak voor mensen die je muziek niet zo goed kennen, dus je hebt iets te bewijzen, zoals in de begindagen. Dat vinden we nog steeds spannend.”
The Maccabees spelen op zaterdag 22 augustus op Pukkelpop.