Een conceptalbum over Amerikaans worstelen, die — nuchter bekeken — nogal pompeuze sport met zijn op voorhand uitgeschreven scenario’s? Vergeef het ons als we op voorhand niet meteen overliepen van enthousiasme.
Maar als John Darnielle, de centrale figuur van The Mountain Goats, ermee aan de slag gaat weet je gewoon dat het resultaat misschien toch wel eens de moeite zou kunnen zijn. John Darnielle is immers niet alleen een uitstekende tekstschrijver, met Wolf In White Van bracht hij vorig jaar ook zijn eerste roman uit, waarmee hij al meteen een nominatie op de shortlist van de National Book Award wist te versieren. Op de koop toe heeft The Mountain Goats al een hele voorgeschiedenis als het op thematische albums aankomt. Zo was er bijvoorbeeld hun major-labeldebuut Tallahassee (2002), een album over een echtpaar op de rand van een scheiding, of het persoonlijke The Sunset Tree (2005) over de door fysieke mishandeling overheerste relatie van Darnielle met zijn stiefvader.
Muzikaal is er weinig nieuws aan Beat The Champ. In het begin van hun carrière — toen The Mountain Goats nog de nom de plume was voor de solocarrière van John Darnielle — brachten ze een reeks in eigen beheer opgenomen lo-fi albums uit. Pas vanaf het reeds eerder vernoemde Tallahassee uit 2002 werd er in een studio en met behulp van een wisselende groep muzikanten opgenomen. Zo maken bassist Peter Hughes en drummer Jon Wurster, sinds een aantal jaren, deel uit van de vaste bezetting van de band. Desondanks blijft de muziek net zoals in de beginperiode een even rafelig klinkende mengeling van folk, roots en indierock.
Hoewel het album vol staat met referenties naar Amerikaans worstelen, slaagt Darnielle erin om ze te verpakken als universele thema’s, zodat je ook als totale leek in de wondere wereld van het worstelen mee bent in het verhaal. Zo vertelt het knappe “Southwestern Territory” het verhaal van een oudere man — in dit geval een worstelaar — die terugblikt op zijn leven (“Stand in that cold empty hall/ Wait for your name to get called / Burn like hillsides on fire / In the squall of the ringside choir”) en gaat het in “The Legend of Chavo Guerrero” niet alleen over de legendarische Texaanse worstelaar, maar ook over sport als escapisme (“You let me down but Chavo never once did / You called him names to try to get beneath my skin / Now your ashes are scattered on the wind”). Nog zo’n hoogtepunt is het dreigend en filmisch klinkende “Stabbed To Death Outside San Juan”, dat de dood van worstellegende Bruiser Body na een kamp in Puerto Rico vanuit diens eigen standpunt beschrijft.. Al was dat een uitkomst waarin waarschijnlijk niet voorzien was in het scenario van de kamp.
Toch weet het album niet altijd dat hoge niveau vast te houden. Af en toe komt er wel eens een liedje voorbij waarbij de aandacht wat verslapt voor je er erg in hebt (“Luna”, “Unmasked!”), liedjes die klinken alsof Darnielle ze in zijn slaap geschreven heeft. Gelukkig zijn er alles bij elkaar genomen meer songs als “The Ballad of Bull Ramos”, met weer zo’n tekst over een ouder wordende worstelaar die terugdenkt aan zijn gloriedagen, waarin Darnielle de muziek ten dienste stelt van de tekst. Nog zo’n nummer: “Heel Turn Part 2” — een heel turn is een worstelterm die verwijst naar de ‘goeie’ die in het script ineens de slechterik wordt — over hoe mensen veranderen, en de impact daarvan op hun omgeving. Af en toe verlaat The Mountain Goats het pad van de folk en rootsmuziek, en bewijzen ze dat ze ook weten hoe je een rocksong schrijft, zoalsin het korte maar hevige “Choked Out” of het van een memorabel refrein voorziene “Foreign Object”.
Veel nieuwe zielen zullen er met Beat The Champ niet gewonnen worden, maar het is wel weer een mooi nieuw hoofdstuk in een ondertussen toch al imposante discografie. En Amerikaans worstelen? Dat blijven we desondanks toch nog steeds een pompeuze en ietwat lachwekkende sport vinden. Maar het leverde wel een goeie themaplaat op en dat is meer dan we van pakweg voetbal kunnen zeggen.