“Ja, da’s nogal zeldzaam, hé… Als ze binnenkomen, zijn ze binnen de twee dagen verkocht.” En dan was het op naar de volgende platenzaak, op zoek naar Derroll Adams. Dankzij Starman Records is de lange zoektocht voorbij.
De naam Derroll Adams heeft al lang een legendarische bijklank in Antwerpen, één van zijn vele thuishavens. Na zijn jeugd in Portland, Oregon zwierf hij zowat heel de wereld rond, tourde hij samen door Amerika met Jack Elliot, maar vertrok in ’57 zonder banjo naar Londen, om uiteindelijk in het kleine België te belanden. Hij was busker in de straten van Brussel, nam later Donovan onder zijn hoede toen hij terugkeerde naar Engeland en eindigde zijn lange omzwerving in Antwerpen bij zijn laatste liefde, Danny. Een deel van de live-opnames die we op dit album horen, werd gemaakt in 1973, drie jaar na zijn vestiging in Antwerpen. Andere nummers werden in 1980 opgenomen.
Het wordt meteen duidelijk dat Derroll speelt voor een Belgisch publiek, wanneer het eerste nummer wordt ingeleid met een kleine bindtekst voor een groot publiek. Hij was op zoek naar een slokje water, maar iemand uit het publiek roept hem een suggestie toe: “Moonshine!” Derroll antwoordt met een mop over België: “Moonshine? All we get in Belgium is rainshine!” en zet de toon verder met snel en helder getokkel op zijn banjo terwijl hij bedenkt welk nummer hij zal spelen. Het wordt een nummer dat hij altijd samen met Jack Elliot bracht, “Rich & Rambling Boy”.
De banjo klinkt blikkerig en nasaal, hoe hij moet klinken, en blijft doorheen het album duidelijk hoorbaar: een sterk resultaat voor live-opnames. Op enkele nummers zwakt hij af naar een iets doffere klank, maar nooit zo ver dat het stoort. Dit is overigens de enige manier om het onderscheid te kunnen maken tussen de opnames uit ’73 en ’80, want voor de rest vormt de plaat één mooi geheel en krijgen we het gevoel aanwezig te zijn bij een legendarisch optreden.
De nummers worden aan elkaar gebonden met grappige en fascinerende verhalen die bewijzen dat Derroll het meest van al een verhalenverteller was. Met begeleiding van zijn ongelooflijk precies banjospel is het zijn vertelkunst die de nummers bezielt, poëtisch en met lage stem. We hangen thuis, net zoals het publiek in de seventies, aan zijn lippen. We lachen mee met verhalen over moonshine, dromen weg wanneer hij beeldend vertelt over landschappen en cowboys en wachten in spanning wanneer hij zijn snaar opspant tot net tegen het breekpunt.
Door Derrolls aanwezigheid, die werkt als een constante magie, is het moeilijk om hoogtepunten te benoemen in het album. Elke noot op zijn banjo vertolkt een emotie en elk woord lijkt aan ons gericht. Het is dan ook moeilijk om niet weg te dromen en te merken dat het 50 minuten durende album alweer voorbij is. Het zal waarschijnlijk nog eens een kleine 20 jaar duren vooraleer er nog niet uitgegeven muziek van Derroll Adams wordt uitgebracht, dus… We draaien de plaat om en beginnen nog eens opnieuw.