De grootmeester van de ijskoude ambient is terug met een nieuw meesterwerk. Dat Virgins goed zou zijn, daar durfde niemand aan te twijfelen, want meneer Hecker stelt nu eenmaal nooit teleur.
Zeer weinig artiesten kunnen zo’n indrukwekkend oeuvre voorleggen als de Canadees Tim Hecker. Sinds hij in 2001 zijn eerste album onder zijn geboortenaam uitbracht, Haunt Me Haunt Me Do It Again, zijn de lovende recensies niet meer te tellen. En volledig terecht, de man heeft simpelweg alleen maar ware parels gecreëerd. En wat dacht u, Virgins is opnieuw een pracht van een album. Die Hecker kan er wat van.
De stijl van Hecker, met zijn ruwe, schijnbaar ongepolijste combinatie van drones en noise, is duidelijk herkenbaar. Toch verschilt Virgins duidelijk van zijn vorige, het eveneens fantastische Ravedeath, 1972. Piano is ditmaal nog prominenter aanwezig in de soundscapes, en Hecker kiest vaker voor een ijler en meer open geluid, dan voor de verstikkende onderaardse bassen van op Ravedeath. Virgins geeft meer ademruimte, en is — naar ambient-normen — redelijk toegankelijk en makkelijk te behappen.
Virgins is één lange trip. Als geen ander weet Hecker de afzonderlijke nummers in elkaar te laten overvloeien. Zijn albums zijn duidelijk bedoeld om in zijn geheel te beluisteren. De eerste paar composities tonen de ruwe kant van Hecker. “Prism” zuigt de luisteraar als het ware binnen in een sonische sneeuwstorm, met slepende orgelklanken en harde uitbarsten van lawaai. Een hakkelende piano gaat over in “Virginal I”, waar Hecker na een fenomenale opbouw de storm af en toe volledig laat losbarsten. “Live Room” volgt hetzelfde principe, en hier haalt Hecker dan toch zijn trademark krakend basgeluid boven, van het soort waar vulkanen spontaan van gaan uitbarsten. Al dit oergeweld wordt omringd door wat ooit orgels en houtblazers waren, voor ze door Tims computer werden gejaagd.
Vanaf “Virginal II” is de storm enigszins geluwd. Hierna volgen enkele schuchterdere pianocomposities, waar de elektronische toevoegingen eerder subtiel blijven. Subtiel, maar niet minder doeltreffend. Het prachtige koppel “Stigmata” I en II is van het meest toegankelijke van het hele album, met prachtige akkoordprogressies. Veel lieflijker dan dit zal Hecker nooit klinken. “Stab Variation” is dan weer pure gelaagde schoonheid.
Wat Tim Hecker onderscheidt van een heel leger andere ambient en drone artiesten, is simpelweg de impact van zijn muziek. Ambient als genre lijkt, met zijn subtiele geluidsgeknutsel en golvende klanken, in principe gedoemd te zijn tot een statuut als achtergrondmuziek. Niemand die hier zo radicaal mee breekt als Tim Hecker; zijn muziek hoort helemaal op de voorgrond thuis. Zonder woorden of ritme, maar aangrijpend als geen ander.
Virgins is een onrustwekkend mooie luisterervaring geworden. Het is de Apocalyps in klank uitgedrukt, een beschrijving die wel vaker aan muziek wordt geschonken, maar Heckers einde der tijden is dan toch de mooiste. De ambient van het jaar komt van Tim Hecker, wat waarschijnlijk zo is in elk jaar dat de man muziek uitbrengt. Het blijft dan ook jammer dat voor de meerderheid van de mensen deze muziek waarschijnlijk zal klinken als willekeurig neergeplofte geluiden of een compilatie van walvisgezang, want niets is minder waar.