Oathbreaker rees op uit de as van de West-Vlaamse hardcoreband No Recess. Halverwege jaren ’00 was al duidelijk dat niet om typisch hardcoregeweld ging. De naar uitgeweken West-Vlamingen hebben twee jaar na hun debuut Maelstrom met Eros|Anteros hun zwartgeblakerde, metallische hardcore nog meer een eigen gezicht gegeven.
Een recensie van Oathbreaker kan je moeilijk beginnen zonder de zogenaamde ‘Kerk van Ra’, het hecht muzikantencollectief rond Amenra, te noemen. Maar de band brengen geen muzikale eenheidsworst, integendeel. Illustrerend voor de variatie is de keuze van de producer. Amenra sprak voor Mass V Billy Anderson, de meester van de sludge metal, aan, en Hessian op zijn beurt Tomas “Entombed” Skogsberg om zijn death/black-geluid mee te bepalen. De drie heren en vrouw van Oathbreaker kozen voor de tweede keer op rij voor Kurt Ballou, de Converge-gitarist die de laatste jaren de hipste hardcore- en metalbands producete.
Aan drie nummers is de Ballou-toets duidelijk op te merken. “Upheaval”, “As I Look Into The Abyss” en “Nomads” zijn razende, complexe en tegendraadse nummers; volledig in de traditie van de D-beat — een razendsnelle en chaotische variant van hardcore punk. Het zijn ingenieuze nummers, uiteraard overgoten met gitzwarte teksten, maar het zijn lang niet de beste van Eros|Anteros.
“Beeltenis” is om te beginnen een indrukwekkend mooie intro, waarin zangeres Caro Tanghe verbaast met — denken we — Nederlandstalige woorden. “Clair Obscur” is even episch en ook een beetje Syndrome-achtig, maar de afsluiter duurt veel langer. Gedurende elf (!) minuten brengen repetitieve gitaren en subtiele drumslagen je in een duistere roes. Een bijzonder slot van een even bijzondere hardcoreplaat.
Tussen het soundscapeachtige openings- en sluitstuk zitten nog heel wat muzikale hoogtepunten. In “No Rest For The Weary” (een bom van een nummer!) zit nog veel meer black metal dan wat we van Oathbreaker gewend waren. Maar ook de hels krijsende Tanghe en maniakale drummer Ivo Debrandere maken indruk. Lang geleden dat een hardcorenummer nog zo veel impact heeft gehad.
Eerlijk, we zijn nog meer fan van “The Abyss Looks Into Me” dan van het eerste deel van het centrale tweeluik op de plaat (“As I Look Into The Abys”), dat iets te veel naar Converge neigt. De heldere vocalen van Tanghe, gecombineerd met verschroeiende gitaren en dito bassen die hun eigen rol op eisen, zorgen in het tweede deel voor een regelrechte emotionele explosie. Ook in “Agartha” wordt het hard-zachtcontrast op een meesterlijke wijze uitgespeeld. Net deze nummers zorgen voor de nodige ademruimte op de plaat.
Van de beuknummers is “Condor Tongue” onze favoriet. Meer dan één vermorzelende riff heeft gitarist Lennart Bossu niet nodig om ons mee te sleuren in een donker zwart gat; de blastbeats en schreeuwen maken het geheel nog intenser. Met dit nummer maakt de band waar het naartoe wil: met een verschroeiende mix van D-beat en black metal de luisteraard knock-out slaan.
Dat je voor Eros|Anteros tijd nodig hebt, is alleen maar een goed teken. De plaat laat een meer volwassen Oathbreaker horen. Iedereen die een hart voor zware gitaren heeft, moet Oathbreaker ontdekken; deze band staat zoveel trapjes hoger dan duizenden andere heavy bands. De zwaarte van de muziek is geen doel op zich, maar heeft een missie: een emotionele mokerslag toedienen.