Paal Nilssen-Love & Ken Vandermark :: Q: Slapen? A: Geen tijd voor.

Tel de gezamenlijke discografieën van deze twee muzikanten bij elkaar op en je zal ergens in de buurt van 300 releases belanden. Het zal ook snel duidelijk worden dat er niet enkel heel wat overlappingen zijn, maar ook wederzijdse kruisbestuivingen, het resultaat van een van de meest opmerkelijke en doorgedreven samenwerkingsverbanden binnen de vrije improvisatie en avontuurlijke jazz van het voorbije decennium.

Het samenstellen van Peter Brötzmanns Chicago Octet (snel uitgebreid naar een Tentet) in 1997, zou van enorm belang blijken. Het bracht niet enkel een voortdurend heen-en-weerverkeer op gang tussen Chicago en Europa, maar er werden verbonden gesmeed die tot op de dag van vandaag nazinderen. In 2000 stelde Ken Vandermark (°1964) het kwintet School Days samen, een splinternieuwe band, genoemd naar een legendarische formatie met Steve Lacy en Roswell Rudd, met daarin drie jonge zwaargewichten van de Scandinavische freejazz, waaronder de fenomenaal drummende Paal Nilssen-Love (°1974) en twee vertegenwoordigers van Chicago. Het was het begin van een reeks projecten waarbij beide muzikanten betrokken waren (FME, Fire Room, iTi, Chicago Tentet, Territory Band, Double Tandem, Lean Left), maar ook van een diepgaande verkenning van het duoformaat, die van start ging met Dual Pleasure (opgenomen in 2002 en twee jaar later uitgebracht door Smalltown Superjazzz) en tot op de dag van vandaag standhoudt.

Maar er is natuurlijk veel meer. Paal Nilssen-Love maakte de voorbije vijftien jaar furore met z’n verwoestende power én intimiderende veelzijdigheid binnen bands als The Thing en Brötzmanns Hairy Bones, speelde met Frode Gjerstad, Evan Parker, Maja Ratkje, en eigenlijk zowat iedereen die in het Noorden een instrument kan vasthouden, en is dezer dagen zo’n gegeerde drummer dat hij in 2012 opdook op meer dan twintig albums, gaande van het bejubelde The Cherry Thing en ander werk met Mats Gustafsson, tot het Chicago Tentet en Hairy Bones van Brötzmann. De vrij gestileerde moderne jazz van Atomic, power improv, of avant-garde noise, Nilssen-Love weet er z’n stempel op te drukken en verkeert tien maanden per jaar achter een drumkit. Hij valt dan ook op regelmatige basis aan het werk te zien in deze contreien.

Bij Vandermark is het allemaal nog een pak complexer. Als muzikant en componist is hij voortdurend bezig met een creatieve slingerbeweging die hem voert langs open improvisatie en een duidelijker compositorische insteek, tussen soloperformance, kleinere ensembles en het grootschaliger werk. Duidelijk is echter wel dat Vandermark, met zijn voorliefde voor soul en rhythm & blues ook een fan van sterk ritmische muziek is, en zich vaak weet te omringen met getalenteerde drummers (van Nilssen-Love en Tim Daisy tot Chad Taylor, Mark Sanders, Martin Brandlmayr en Michael Zerang). Het partnerschap met de Noor is echter buitengewoon, want die heeft de Amerikaan nog niet weten te evenaren met Daisy en Nilssen-Love evenmin met sparringpartner Mats Gustafsson.

Hieronder opnieuw een kleine inhaalbeweging, met een resem recente releases die de twee aan het werk laten horen, en een paar waarbij een van de twee een belangrijke rol vervult. Alsof uw aankooplijstje nog niet lang genoeg is.

Terrie Ex & Paal Nilssen-Love – Hurgu! (PNL, 2011)

Net als z’n Amerikaanse collega heeft de drummer al langer een band met Holland’s finest The Ex. Met Lean Left spelen ze al langer bij elkaar, maar Nilssen-Love was er ook al bij in Ethiopië en was te horen op Baro 101, dat verscheen op Terp Records van Terrie Hessels. Samen maken ze ook deel uit van Offonoff, Original Silence en Small Silence, en de muziek op Hurgu! ligt in het verlengde van die projecten, wat betekent dat het er behoorlijk rauw en noisy aan toe kan gaan. Hessels haalt het hele arsenaal boven, van kromme skronk en Sharrock-achtige furie tot radicale experimenten, vermoedelijk met de schroevendraaier binnen bereik. Het is geen plaat van melodie en complexiteit, maar van hevige, spastische interactie met soms verrassend eenvoudige ritmes en bakken energie. Er wordt geschilderd met geluid, zij het dan met de blote handen en niet met penselen, maar de indruk die nazindert, is die van een explosieve melange die het beste uit vrije improvisatie, punk en noise verenigt. Uitgebracht op Nilssen-Love’s eigen label PNL en, net als de andere releases, vormgegeven door Lasse Marhaug.

Slugfield – Slime Zone (PNL, 2012)

Slugfield verenigt met Maja Ratkje, Lasse Marhaug en Nilssen-Love drie kleppers uit de experimentele Noorse muziek. Slime Zone werd opgenomen op het Oslo Jazz festival, dat vermoedelijk niet te vergelijken valt met Gent jazz, want daar zou je met dit soort spul nogal een scène veroorzaken. De drie begeven zich in drie korte en twee lange stukken in infernale ketelherrie voor volk met stalen zenuwen. Zeurend gebrom, schurende scharnieren, enerverend geknetter en de duivels vervormde stem van Ratkje zorgen ervoor dat deze release zich ontdoet van de laatste restjes freejazz en resoluut voor de hoek van de avant-garde kiest. Zijn de korte stukken ondanks de agressieve aanpak best verteerbaar, dan is het de meer gestage ontwikkeling van de latere kolossen die avontuurlijke luisteraars pas écht op de proef stelt.

Double Tandem – Ox (dEN Records, 2012)

Na Cement (PNL, 2011) is Ox de tweede release van het trio Ab Baars, Ken Vandermark en Paal Nilssen-Love, en net als bij z’n voorganger zorgen drie improvisaties voor een bijzonder taaie luisterervaring. Hier en daar voel je heel vaag een rockvibe en valt er een stevige beat te ontwaren, maar voor het grootste deel blijft dit een zeer grillige wisselwerking, waarbij vooral gewerkt wordt met contrasten — in textuur, ritme, densiteit — door de blazers, die beiden meesters zijn op klarinet en tenorsax (Vandermark speelt ook nog eens bariton). De aanwezigheid van Baars zorgt ervoor dat dit ook heel anders gaat klinken dan het duo Vandermark/Nilssen-Love. Met die ruwe, soms jammerende tenorklank en gecontroleerde onrust op de klarinet, is de Nederlander de wild card binnen een trio dat op zijn eigen manier al even uitdagend klinkt als Slugfield. Uitgebracht door het Italiaanse dEN Records, dat van elke release een knutselwerkje maakt.

Lean Left – Live At Café Oto (Unsounds, 2012)

Lean Left & Ab Baars – Live At Café Oto, Day One LP (Kollaps, 2012)

Lean Left & Steve Noble – Live At Café Oto, Day Two LP (Kollaps, 2012)

Lean Left, vaak voorzien van het achtervoegsel ‘The Ex Guitars + Paal Nilssen-Love & Ken Vandermark Duo’, heeft zich op korte tijd ontpopt tot een van de spannendste projecten van de betrokken muzikanten. Op 11 en 12 september 2011 stond de band op het podium van het Londense Café Oto, waar er telkens een set gespeeld werd als kwartet, en vervolgens nog eentje met een gastmuzikant. De cd die verscheen op Unsounds, het label van o.m. Andy Moor, bevat de muziek van het kwartet. Twee stukken, goed voor een uurtje ronk & skronk met de nadruk op sterke ritmiek en explosiviteit. Vandermark steekt er vaak stukjes in die ronduit catchy klinken, Nilssen-Love voelt zich niet geremd om soms uit te pakken met potige rockbeats en de gitaren friemelen, razen en gieren erop los. De stukken zijn lang, maar voelen toch enorm compact en gefocust aan. Prijs voor moed gaat naar de Amerikaan die het waagt om twee gitaristen en een volumineuze drummer van weerwoord te dienen op o.m. …een klarinet.

De twee vinylreleases van het Kollaps-label bevatten de sets met de gastmuzikanten. De eerste haalt rietblazer Ab Baars bij de band. Door zijn aanwezigheid gaat de intensiteit nog een scheut omhoog en krijgt de muziek vooral een nog wat excentrieker karakter. Terwijl de ritmes soms knipogen naar Afrika en de gitaristen het kromme werk van Billy Jenkins én Sonic Youth combineren, vindt er een wisselwerking plaats bij de blazers die ronduit indrukwekkend is. Extremer dan in kwartetversie, maar volledig ten dienste van groepscohesie. Met drummer Steve Noble erbij, ondergaat de muziek eigenlijk een minder nadrukkelijke bijsturing. Met die twee klassedrummers naast elkaar mag je je verwachten aan vuurwerk, maar het lijkt wel alsof ze toch wat op de rem zijn gaan staan en dat het echte overrompelen deze keer van Vandermark komt. Niettemin twee ijzersterke releases die de aanschaf bovendien ook waard zijn door het verbluffende artwork, dat een fotoboek bevat met werk van Vandermark (de LP met Baars) en Moor (de LP met Noble).

Paal Nilssen-Love & Ken Vandermark – Letter To A Stranger (Smalltown Superjazzz, 2011)

Intussen al de zesde release van het duo en opnieuw op het hoge niveau van de voorgangers te situeren. Beide muzikanten hebben hopen ervaring met improviseren in deze context (Nilssen-Love’s albums met Joe McPhee, Peter Brötzmann, Frode Gerstad en Mats Gustafsson zijn ook de moeite), maar zelden gebeurt dat met zo’n samenhang als hier. Zowel de zes releases, als de talloze YouTube-filmpjes laten zien dat ze een uitzonderlijk telepathisch contact hebben, dat ervoor zorgt dat het samenspel een merkwaardige coherentie heeft, ondanks de soms onvoorspelbare wendingen, de instrumentwissels van Vandermark en schommelende energieniveaus. Doordat gewerkt wordt met een vijftal compacte tussenstukjes is dit album wat toegankelijker (en korter) dan z’n voorgangers, maar krijg je opnieuw die beruchte voorwaartse drive te horen. Het machtige titelnummer en “Crippled Donkey”, een tour de force voor baritonsax, rechtvaardigen de aankoop al.

El Infierno Musical – El Infierno Musical (Mikroton, 2011)

Ongetwijfeld een van de opmerkelijkste releases waar Vandermark op de te horen valt. El Infierno Musical is een project van de Oostenrijkse elektronica-artiest Christof Kurzmann (ook lid van Made To Break), die zich ervoor liet inspireren door de gedichten van de Argentijnse Alejandra Pizarnik (1936-1972). Met Vandermark, Eva Reiter (viola da gamba), Clayton Thomas (bas) en Martin Brandlmayr (drums, vibrafoon) leidt het tot een album dat geboetseerd is rond Kurzmanns zachte spreekstem en dat schippert tussen verleidelijke grooves, tegen de kamermuziek aanleunende flarden, bluesy experiment, drones en theatrale, van elektronica voorziene filmmuziek. Vooral het spel van Reiter verleent het album een excentriek randje, terwijl de vrij rechtlijnige ritmes zorgen voor een semi-ritualistische, poëtische sfeer die laveert tussen dreiging en dromerigheid. Via samples is zelfs de stem van Pizarnik te horen. Uitgegeven door het Russische Mikroton op vinyl (300 stuks) en cd.

DKV Trio – Past Present 7CD Box (Not Two, 2012)

Dit in 1994 opgerichte trio met bassist Kent Kessler en drummer Hamid Drake, mag gerust tot Vandermarks belangrijkste projecten gerekend worden. Niet enkel omdat het in zijn eerste levensfase (tot 2002) leidde tot zeven enthousiast onthaalde albums (allemaal verschenen bij OkkaDisk), maar omdat het de rietblazer definitief naar de voorgrond duwde en een nieuwe generatie muzikanten aankondigde en aanmoedigde in Chicago. Na een periode van inactiviteit, zowel door logistieke problemen als creatief op droog zaad zitten, kwam de band in 2008 nog eens samen voor een concert ter ere van Don Cherry (toegevoegd als bonus-cd), dat de vlam weer aanwakkerde en een nieuwe reeks concerten op gang bracht.

Past Present bevat zeven cd’s met opnames uit de periode 2008-2011 en laat horen dat het trio, het dichtst tegen de klassieke freejazz aanleunende project van Vandermarks bands, nog altijd kan uithalen met virtuoos samenspel dat geregeld gestuwd wordt door een onaflatende swing en groove. Het is hier dat Vandermark van jetje kan geven in een stijl die gestroomlijnder en bluesier is dan in andere contexten. Dan wordt meteen ook duidelijk dat DKV Trio een voorganger is voor The Thing, dat eveneens in het leven geroepen werd om de muziek van Cherry te spelen en een soms vergelijkbare, maar iets meer met de avant-garde en rock-‘n-roll flirtende variant uitbouwde. Past Present is wat veel van het goede als introductie (bestel daarvoor de onmisbare dubbel-cd Live In Wels & Chicago en bekijk hoe het bevalt), maar wie het oudere werk van DKV Trio al in huis heeft, die kan zich deze release niet ontzeggen, want het is van hetzelfde topniveau.

Paal Nilssen-Love speelt op vrijdag 1 maart met Ballister (een trio met saxofonist Dave Rempis en cellist Fred Lonborg-Holm) in KC BELGIE (Hasselt). Het concert is een samenwerking met Cultuurplatform Motives for Jazz.

http://www.kenvandermark.com
http://www.paalnilssen-love.com
Instant Jazz
PNL/dEN/Unsounds/Kollaps/Smalltown Superjazzz/Mikroton/Not Two
Beeld:
Archief Geert Vandepoele

recent

Back to Black

De titel van Sam Taylor-Woods jongste film verwijst naar...

Salem

De 'mean streets' van Marseille vormden al eerder het...

Stake :: ”Ik zie ons nog wel doorgaan tot we baarden hebben als ZZ Top”

We hebben het met de manager gecheckt: bedoelde hij...

Roncha :: Fleecedekentje Thuglife

Berichtje aan alle rappers van België: goed bezig. Onze...

The Gentlemen – Seizoen 1

De serie The Gentlemen was een paar jaar geleden...

verwant

Peel Slowly And See :: 2 maart 2024, Leiden

De vorige editie van Peel Slowly And See had...

The Ex

1 maart 20244AD, Diksmuide

Paal Nilssen-Love Circus :: 25 februari 2024, KAAP, Oostende

25 februari 2024

Het bezoek van Paal Nilssen-Love en z’n sextet Circus...

Paal Nilssen-Love ‘Circus’

3 november 2023Jazzfest Berlin

Ken Vandermark :: Snapshots: Complete

De coronaperiode betekende voor heel wat artiesten dat ze...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in