De kans is klein dat u nu voor het eerst van The Weeknd hoort. De kans is zelfs groot dat u in de loop van vorig jaar het leeuwendeel van Trilogy op volstrekt legale wijze helemaal gratis op de harde schijf zette. Met deze release is het helaas gedaan met gratis. Toch is Trilogy zelfs dan qua prijs/kwaliteit nog een van de beste deals die er bij de lokale muziekboer te doen vallen.
Tot Trilogy in de winkels lag, was The Weeknd (Abel Tesfaye en een rits producers en studiomuzikanten) vooral een internetfenomeen, dat dankzij slim gebruik van controverse, mysterie en een volstrekt gebrek aan persberichten of -interviews, zonder veel moeite een ongrijpbaar, exclusief en hip aura kreeg. Drie mixtapes van 9 songs die met intervallen van exact drie maanden op het net verschenen, waren genoeg om een van de meest exclusieve en geanticipeerde festivalacts van 2012 te worden, inclusief een gehypete, overpricete last-minuteverschijning op de Brusselse Recyclart.
Het was ook de act die iedereen leek te willen zien op het Primavera Sound Festival in Barcelona. Om zes uur ‘s avonds is daar echter nog niet veel van te zien. Op het Pitchforkpodium speelt Sandro Perri voor een honderdtal man. Een meter of tien voor het podium — op een verder grotendeels lege betonvlakte — liggen twee parisiennes uitgestrekt in de zon. Ze wachten op The Weeknd die pas om half één het podium zal betreden. Ze zijn er niet alleen speciaal voor naar Barcelona gekomen, ze negeren uit schrik voor een plekje ook zonder problemen de rest van de uitstekende affiche. Als Tesfaye uiteindelijk op het podium verschijnt, blijkt hun ongerustheid onterecht. Veel volk, maar vooral ook veel plaats en mensen die veeleer voor het event dan voor de muziek leken gekomen te zijn.
Deel 1: House Of Balloons
Ook al is de muziek uitstekend, die korte, oppervlakkige attention span past ook ontzettend goed bij The Weeknd. Het is haast onmogelijk om de drie albums en bijna drie uur van Trilogy in een ruk uit te zitten. Hoe inventief de productie ook is, hoeveel er ook gehopt wordt tussen new wave, industrial, soul en indie: het is te veel en na anderhalf album begint Tesfaye’s geautotunede falset wel erg te domineren en lijken de songs inwisselbaar. Je hoopt even dat de kersen uit de drie albums tot een waanzinnig goed album zouden gecompileerd worden. Dat had het materiaal echter onrecht aangedaan, want elk album heeft een eigen karakter.
House Of Balloons is op het eerste gehoor het sterkste. “High For This” valt onheilspellend binnen met rollende subbassen, een catchy refrein dat een vertraagde Nine Inch Nails kon zijn en Tesfaye’s intentieverklaring: ‘Trust me girl, you wanna be high for this’. De uitzinnige eerste helft van “House of Balloons / Glass Table Girls” samplet slim Siouxie And The Banshees (de tweede helft duikt weer de industriële duisternis in) en ook Beach House levert op “The Party” en “Loft Music” wat geluid. “Wicked Games” is de meest klassieke r&b-track die op Trilogy te vinden is, met een schandalig catchy refrein, maar te veel dreiging en ranzigheid om echt een hit te worden. House Of Balloons is het verslag van een feestje dat je in de vroege uurtjes doorheen een waas van THC, alcohol en coke in slow-motion ziet ontaarden. Links krijgt je maat een pijpbeurt, op de salontafel danst een stripper (of is het een vriendin met enkel nog haar string aan?). Aan de andere kant van de sofa ligt iemand met zijn hoofd in een bloembak, rechts zoekt iemand een proper plekje op de salontafel om nog een lijntje te leggen en op zoek naar het toilet ontdek je een slapende naakte vrouw in bad. Het soort feestje waar ook wij alleen maar achteraf over horen.
Deel 2: Thursday
Thursday doet dat nog eens dunnetjes over en is misschien wel het minst memorabele album van de drie omdat het het minst verrassende is. Zeker direct na House of Balloons valt het wat mager uit, al heeft het de beste singles. “Life Of The Party” heeft de dierlijke geilheid van NIN’s “Closer” en vertelt hoe Tesfaye een meisje dat toch liever naar huis gaat, overtuigt om te blijven en nog een extra pil aan haar cocktail toe te voegen. Op “The Zone” voegt Drake wat radiovriendelijkheid toe.
“The Birds” vat in twee delen heel Trilogy samen: deel 1 uptempo en ranzig, deel 2 krakend, donker en vol zelfmedelijden en schuldgevoelens. “Gone” en “Rolling Stone” zijn dan weer wel aangename verrassingen dankzij respectievelijk de IDM-insteek en een hypnotiserende akoestische gitaar (die duidelijk verwant is aan die uit “The Rip” van Portishead). “Heaven Or Las Vegas” is dan weer een fantastische finale die met een reggaebeat, psychedelische effectjes en dreinende gitaar naar een Portisheadiaanse climax toewerkt.
Deel 3: Echoes Of Silence
Echoes Of Silence is nog moeilijker te doorgronden, maar misschien wel het sterkste album van de drie. Het opent met “D.D.”: een akelig correct nagezongen, maar muzikaal rauwe cover van Michael Jacksons “Dirty Diana”. Verder weer veel verslagen van ranzige uitspattingen (met “Initiation” als meest choquerende hoogtepunt), maar vooral een overdaad aan zelfmedelijden en schuldgevoelens na de feiten van Tesfaye. Zijn narcistische, lichtjes zieke schreeuw om liefde en aandacht in all the wrong places mondt uit in pijnlijke scènes in een stripclub in “The Fall” en “Next” (‘You just want me ‘cuz I’m next’) en eenzaamheid in het kale “Echoes of Silence”.
Trilogy is makkelijker verteerbaar in zijn afzonderlijke delen, maar is duidelijk ook een werkstuk dat is opgebouwd als een klassieke tragedie. Het feestbeest uit deel 1 ontspoort totaal in deel 2 en blijft (ondanks geld en succes) eenzaam achter in deel 3. Niet zomaar drie sufgehypete mixtapes dus, maar een doordacht werkstuk, dat flink wat tijd en energie vraagt van de luisteraar, ook al omdat Tesfaye zich tekstueel net iets teveel van r&b-clichés bedient en als zanger wat minder op overstuurde falsetjes zou mogen rekenen. Spijtig ook dat op het einde van elk album een extra track is toegevoegd die de structuur van Trilogy ondermijnt. Geen slechte tracks, maar ze hadden beter op een vierde schijf gestaan.
Maar wie zich daar overheen kan zetten, heeft een extreem sterk album in handen, dat echter meer te maken heeft met The Fragile van Nine Inch Nails dan met pakweg Channel Orange van Frank Ocean. Ook Ocean weet het overgemarkete en overgeproducete genre van r&b te overstijgen, maar heeft net iets meer te vertellen dan Tesfaye. Trilogy lijkt in al zijn ambitie en ideeën echter meer op Trent Reznors dubbelaar voor zelfmedelijden: even duister, navelstaarderig, zelfoverschattend ambitieus en veeleisend voor de luisteraar. Gelukkig bevat Trilogy een pak meer hooks en valt er op Tesfayes songs te dansen. U had deze albums al bijna een jaar moeten hebben. Al zit er nu een prachtige verpakking rond.