Sun klinkt niet als uw vertrouwde Cat Power. Dat mocht niet. Louter de opmerking van een vriend dat nieuwe nummers meer van hetzelfde waren, was voor Chan Marshall genoeg om ze te dumpen, en opnieuw te beginnen. Het resultaat is een broodnodige wedergeboorte. Het licht mag dan toch binnen.
We mogen die anonieme vriend van Cat Power dankbaar zijn. Niet omdat Sun plots een meesterwerk blijkt te zijn — dat is het niet –, maar het heeft geen zin om ter plekke te trappelen. Marshall moest uit haar eeuwige rondje tristesse breken, en dat lukt haar wonderlijk goed op haar negende plaat. Dit zou wel eens het moment kunnen zijn waarop alle ellende van vroeger, de dronken concerten, het drugs- en alcoholmisbruik, de bipolaire stoornis… bedongen zijn en ze de teugels eindelijk stevig in eigen handen heeft genomen.
Zes jaar zit er tussen nu en de vorige keer dat Marshall nog eens een plaat maakte met origineel materiaal. Dat is lang in muziekland. Om het even samen te vatten: toen The Greatest voor het eerst over een toonbank ging, was chillwave nog een glinster in het oog van Nathan Williams, had Justin Vernon zijn Emma nog, en kon het nog iemand schelen waar Pete Doherty uithing. We willen maar zeggen: man, wat was het een eeuwigheid geleden dat we haar songschrijfkunsten nog eens gehoord hadden.
Dit is dan ook een andere Cat Power. Eentje die op het einde van haar tour rond coverplaat Jukebox finaal crashte, even in een psychiatrische instelling belandde, haar relatie recent te pletter zag lopen, en zichzelf uiteindelijk bij elkaar raapte. Op Sun toont ze zich zelfverzekerd opnieuw aan de wereld; niet langer badend in tristesse, maar als een krachtige vrouw die iets te vertellen heeft, en controle heeft over haar werk. De touwtjes houdt ze zelf in handen. Op een gasthandje van oude bekenden op “Ruin” na, speelde ze alles zelf in, en “producer” Philippe Zdar van Cassius zweert dat hij liefst zoveel mogelijk van haar opnames af bleef.
Muzikaal draait alles op deze plaat om grooves: pianoloopjes zoals dat van de dansende (jawel, nooit gedacht dat woord ooit in een Cat Power-bespreking te smokkelen) single “Ruin”, bijvoorbeeld, die een verraderlijk optimistisch melodietje gebruikt voor een scherp refrein. “Bitching, complaining when some people who ain’t got shit to eat (…) What are we doing?
We’re sitting on a ruin”, zingt ze zeemzoet raak. Even sterk is opener “Cherokee” dat ook al eerder op de mensheid werd losgelaten, en misschien wel meteen het sterkste nummer van de plaat is.
Groove ook, zoals de bijna hiphop van “3.6.9.” die zelfs met een flardje autotune eindigt. Is dit de Chan Marshall van indroevige pianoballads als “I Don’t Blame You”? Alweer een blik op het tekstvel (“I feel alone /I want out / I want on my own / I want everything I own”) bevestigt: dit is nog altijd een vrouw met bij momenten donkere gedachten, maar wel één die ondertussen weet dat ze zich niet mag laten vangen door zoiets. Nauwelijks een nummer later gaat het nuchter van “Real life is ordinary”. Deal with it, en dans een beetje op deze aangename beat, terwijl u daar toch bent.
Het is Marshalls stem die de grootste troef blijft. Honingzacht, losjes, zingt ze. Moeiteloos; zonder gefröbel, alsof dat het vanzelfsprekendste is dat er bestaat. Dat is ook zo, natuurlijk. Desondanks hangt een zekere eenvormigheid over Sun die de plaat gaandeweg bijna nekt ter hoogte van het tweeluik “Human Being” – “Manhattan”, maar gelukkig heeft de zangeres nog een troef in haar mouw.
“Silent Machine” is immers een funky strutter die parmantig gebruik maakt van vocale samples en een drum vol echo om uiterst aanstekelijk te worden. Cat Power aanstékelijk? Toch wel. Maar geen nood, we doen het daarna nog wat rustiger aan met het epische “Nothing But Time”, een bezwerende meditatie waarin Iggy Pop de titel gaandeweg op oudtestamentische wijze van haar overneemt. “Peace And Love” wuift Sun uit met een uptemponoot en een pesterig “nananana”-refrein over een metalige groove die wat aan Placebo’s “Pure Morning” doet denken. Had u het ons zes jaar geleden voorspeld, we hadden u bij haar in dat gesticht gestoken. Maar het werkt dus. We kunnen nu al niet wachten om Marshall dat op een podium te zien brengen.
“You wanna live” gaat het eindeloos in “Nothing But Time”. Misschien is dat nog de beste samenvatting van Sun. Cat Power heeft zichzelf eindelijk bij elkaar geraapt en haar eigen lot in handen genomen. Here’s hoping dat ze dat volhoudt, want zelfs deze verre van perfecte plaat bevestigt alleen maar wat voor unieke artieste ze is.
Cat Power brengt Sun op 14 december naar de planken van de AB. Reken er maar op dat we u de 15e komen vertellen wat dat gaf.