Een van de beloften van 2011, dat was Cults. En dat is het nog steeds. Een niet onaardige debuutplaat deed vermoeden dat hier heel wat potentieel in zit. Al kwam dat nog niet naar boven tijdens het landelijk livedebuut van de New Yorkers.
Helemaal naar het einde van het concert van Cults, tijdens semi-hitje “Go Outside”, kan een jong koppel de spanning, die een half uur lang opgebouwd is, niet meer houden en begint, pal voor frontvrouw Madeline Follin, elkaar binnen te doen. Nu is de muziek van Cults wel van ontucht doorspekte pop, maar daar zijn toch opwindender voorbeelden van te vinden.
Niet dat dit duo — op het podium aangedikt tot een fors vijftal — onaardige muziekjes ten beste brengt, maar Cults is het voorwerp van een kleine hype die ietwat buitenmaats is. Op basis van een singletje wist de band, zoals in de goede oude tijd, een platencontract bij een major in de wacht te slepen en daar dragen ze nu de gevolgen van.
Cults is immers een band die heel wat in zijn mars heeft, maar lijkt nog niet goed te weten hoe dat naar buiten te brengen. Daardoor is het titelloze debuut een geval van nét niet en ook deze passage in Trix moet het doen met de stempel aardig maar niet memorabel.
Nochtans deed de band zijn best: Cults is een gezelschap dat sfeerschepping hoog in het vaandel draagt en dan ook op imponerende wijze aftrapt met de begintune van Twin Peaks, die het pad effent voor het fraaie “Abducted”, dat het karakter van de band vanaf minuut één prijs geeft: Cults brengt popmuziek die zo verleidelijk is als een sekte, maar waar een donker randje aan kleeft dat aanvankelijk onopgemerkt bleef.
Zo komt het dat je even verwonderd staat te kijken naar non-albumtrack “The Curse”, dat in de strofes intrigeert met een luid-stil-luid-aanpak, om vervolgens doodleuk uit te pakken met een Spectoriaans meeslepend refrein. Niet veel later grossiert Cults — terwijl achter het podium stokoude filmbeelden te zien zijn van kinderen die het ’s nachts op een lopen zetten — in lieflijke schoonheid met “Never Heal Myself” om daar met “You Know What I Mean” nog een schepje bovenop te doen. Plots waan je jezelf midden in de prom scène van The Virgin Suicides, maar dan gemixt met de beelden waarop Lux zichzelf laat gaan op het dak van het ouderlijk huis.
Dat klinkt allemaal best sfeervol, en is het eigenlijk ook, zij het dat Cults niet overtuigend genoeg uit de hoek komt om het geheel aannemelijk te maken. Ondanks dat Follin bij momenten Janis Joplin vocaal de loef probeert af te steken, wordt de magie nooit tastbaar. Daarvoor zijn nummers als “Most Wanted” en “Never Saw The Point” ronduit te zwak.
De ingenieuze aanpak in “Walk At Night” — een spanningsboog opbouwen en vervolgens een heerlijke tempowissel — en het van een fijne groove voorziene “Go Outside” kunnen daar helaas geen verandering in brengen. Cults is voorlopig dan ook niet meer dan een beloftevol bandje dat, hopelijk, vroeg of laat met écht grootse dingen op de proppen zal komen.