Meteen na het opdoeken van Thee Plague Of Gentlemen stond met Serpentcult een waardige opvolger voor de Gentse doomtrots klaar, maar met het vertrek van zangeres Michelle Nocon leek een van België’s meest belovende metalcollectieven voorgoed onthoofd. Gelukkig heeft Serpentcult zichzelf met Raised By Wolves opnieuw uitgevonden.
Nadat TPOG abrupt was gesplit, gooiden bassist Steven Van Cauwenbergh, gitarist Frederic Caure en drummer Frederik Cosemans het bijltje er niet meteen bij neer. En gelijk hadden ze, Trident Nor Fire was een solide introductie die tegelijk loodzwaar, duister én opvallend groovy voor een doomplaat klonk. Dat laatste was een typisch kenmerk op debuut Weight Of Light. Ook de gruizige seventiessound, stevige portie heaviness en kolossale doomriffs maakten van het album geen typische sloophamerplaat. Bestempel de Gentse band dan ook nooit als pure “doom”, want we krijgen hier geen extreem zwaarmoedige en suïcidale metal als pakweg Esoteric en Evoken te horen. Serpentcult rockte bij momenten als Deep Purple, herbergde de gitaarfuzz van Electric Wizard en droeg daarnaast het duistere van Celtic Frost in zich. Serpentcult was een uniek geval in het genre, en zo hadden we het al eens graag.
Om nog maar te zwijgen van de ferme vrouwelijke strot van zangeres Nocon. De frontvrouw paste opmerkelijk goed in het doomplaatje, tot ze in 2010 opstapte. De vraag is hoe de drie heren het diepe, zwarte gat dat Nocon achterliet opgevuld hebben. De beresterke opener “Raised By Wolves” is de kennismaking bij uitstek. Bij Serpentcult draait het voortaan rond riffs, riffs, en nog eens riffs. De bij de nek grijpende, slepende gitaren zwellen aan als een zwart wolkenpak. Vervolgens kondigen de stemmen van Caure en loodzware gitaren zich aan als een openbrekend hels onweer dat ellenlang aansleept. De stemming is gezet voor veertig minuten vuile, down-tuned doommania. De nieuwe Serpentcult klinkt minimalistisch, sferisch en hypnotiserend.
Meer dan ooit trance-opwekkende nummers dus; zoals het down tempo “Crippled And Frozen” perfect illustreert. U zoekt naar drie adjectieven om het nummer te beschrijven? Passioneel, tragisch en licht melancholisch, kunnen we u meteen toewerpen, maar anderzijds blijft Serpentcult ook nekbrekend en massief. Wie de ogen sluit en zich met een koptelefoon van de wereld afsluit, waant zich in een schilderij van Caspar David Friedrich en verdwijnt in eindeloze mistige sound. Serpentcult heeft ons bij de lurven. Dit is straf spul.
Hetzelfde geldt voor het tweede instrumentale nummer (“Longing For Hyperborea”): het schreeuwende bewijs dat een strak doomnummer genoeg heeft aan een grootse repetitieve riff. Wie mee is met deze Serpencult raakt door de eenzelfde tragische gitaarlijn — het minimalistische doet wat aan Amenra en Kingdom denken — gevangen in een psychedelische doomtrip. En wanneer die riff wegvalt, zorgen de diepe, alles doordringende bas en zweverige drums voor de bezwerende intermezzo’s.
“Growth Of The Soil” start als een doominferno, maar bouwt de spanning langzaamaan op, wat het hypnotiserende nummer er alleen maar sterker en zwaarder op maakt. Jawel, de apocalyptische, brute riffs volgen opnieuw, aangedikt met muurdikke bastonen en verlammende screams. Hands down, want dit is stonerdoom van topniveau — als we toch een genre op Serpentcult moeten plakken.
De modernere en sfeervolle sound op Raised By Wolves maakt Serpentcult dat tikkeltje toegankelijker. Niettemin is en blijft Serpentcults tweede plaat een ware maalstroom. De korte duur is het enige echte opvallende minpuntje. Nu kunnen we alleen maar uitkijken naar de livesessies van deze drie metalmonsters. Een hypnosesessie zal er niets tegen zijn.