
Siltbreeze, 2011
Even alles op een rijtje zetten: ‘Assemblage Blues’ is een
verzameling van solo-opnames, gebundeld door een man die nu aan
zijn tweede voltijdse band toe is, Dan Melchior und Das
Menace. Kanaal van dienst is de vuilnisbelt Siltbreeze – geloof me,
dat is een compliment van de hoogste orde. O ja, en de plaat heeft
zijn naam niet mee. Maar wie is die Melchior ook alweer, en hebben
we dat ooit geweten?
Welnee, maar niet getreurd. Deze getransplanteerde Brit leeft al
meer dan een decennium in de marge van verschillende genres, of het
nu hedendaagse blues of garage betreft. Sinds het oprichten van Das
Menace kiest Melchior duidelijk voor een meer experimentele
invalshoek; zijn songs ronken en briesen, de teksten tonen een
sterkere dentale structuur, en qua opnametechnieken hoeft het ook
niet zo scherp te wezen. Het hoeft dan ook niet te verrassen dat de
openingstrack op ‘Assemblage Blues’ meteen de subwoofer
aan het werk zet.
“My TV dinner was so dried out / I had to use a chainsaw to eat
it”, zo gaat ‘Atomizer’ van start, ondersteund door vuile
snaaraanslagen en een gekwelde piano. Er is weinig ruimte voor een
sluikse glimlach, ook al brandt de schertsende vlam sterk in het
hele oeuvre van Melchior. In ‘Assemblage Bleus’ vinden we deze
vooral terug in de opbouw van de plaat. ‘Bewildered and Wild’ en
‘Dugan’ vormen de antithese van ‘Atomizer’; lijzige en vervormde
gezangen worden afgewisseld met puur instrumentale niemendalletjes.
Noem het gerust de voorbode van een trend.
Toch mag Melchiors nieuwste gerust beschouwd worden als een
geheel, ook al springt de man van het ene genre in het andere
zonder ook maar het minste beetje schroom. Met ‘Riding Like Rommel’
hebben we een duidelijker staaltje singer-songwritermateriaal met
een buitensporige knipoog richting Ali Farka Touré en
sympathisanten. ‘January 1996’ is dan weer ritmische, tonale noise,
gebruikt als steunpilaar voor Melchiors giftige woordenstroom die
het midden houdt tussen J.G. Ballard en George Orwell. Als outro
mag de luisteraar genieten van een veldopname (technische term) met
Melchior aan de afwas (no joke).
Toegegeven: een ongemeen memorabele plaat zal ‘Assemblage Blues’
nooit worden, maar er zit genoeg spanning en snel vertier in om een
luisterbeurt te rechtvaardigen. Doe het anders gewoon voor de
lollige middenvinger in de richting van de eigen thuishaven op
‘Stairway to Croydon’, of het toch wel erg sterk naar Why? (anno 2003)
neigende ‘Moving the Furniture Around’. Gezien de brede waaier aan
stijlen en tonen op ‘Assemblage Blues’ valt er zeker iets te rapen
voor zij die niet te zeer geketend zijn aan de lieflijke melodie of
engelachtige samenzang. Edoch: wacht gerust op de nieuwe plaat van
Das Menace, die – zo mag verwacht worden – een coherenter geluid
zal presenteren dan deze bricolage.