De beste albums:
1. Joanna Newsom:
Have One On Me
Eerlijk? Elk eindejaarslijstje waarin Joanna Newsom niet op de
eerste plaats prijkt, vinden we een klein beetje belachelijk.
Arcade Fire, The National, Beach House, …: het waren allemaal
fonkelende parels aan de indiekroon, maar ‘Have One On Me’ doet
beter, drie keer beter zelfs. De folknimf pakt namelijk uit met
drie prachtplaten voor de prijs van één, een triptiek waarop ze
toegankelijker en gedoseerder klinkt dan ooit. De muzikale
traktatie van het jaar!
2. Arcade Fire:
The Suburbs
Na de soms wat geforceerde bombast van ‘Neon Bible’ doet Arcade
Fire op ‘The Suburbs’ een ander boekje open, zowel op muzikaal als
tekstueel vlak. De verhalen over existentiële vraagstukken en
ennuie in de voorstad worden in een sober maatpak gehesen. Al het
overtollige vet is weggesneden uit hun sound en ‘The Suburbs’ biedt
daardoor misschien wel de strafste staalkaart van hun grote kunnen.
Een band op een creatieve piek!
3. Kanye West: My
Beautiful Dark Twisted Fantasy
We geven het grif toe: soms wilden we dat Kanye West muzikaal een
scheve schaats reed, enkel en alleen om een deuk te slaan in dat
gepantserde ego van de rapper/producer. Maar neen hoor, meneer West
moest met een klein meesterwerkje op de proppen komen dat de
critici een dwingende vinger op de mond legt. Want toegegeven, wie
een plaat als deze maakt, heeft het gelijk altijd aan z’n kant. ‘My
Beautiful Dark Twisted Fantasy’ is West z’n meesterproef in de
hiphop-gilde en hij is geslaagd met grootste onderscheiding. Of wat
dacht u?
4. The National:
High Violet
We hebben er meester Van Backlé bijgehaald en het is officieel: bij
geen enkele plaat hebben we dit jaar zoveel kippenvel gehad als bij
‘High Violet’. De brommende bariton van Matt Berninger knijpt zoals
vanouds de strot dicht, maar de muziek is er minder hoekig en
hartverscheurender op geworden. De plaat is een bloedend, lillend
hart dat klopt op het dwingende ritme van meesterdrummer Bryan
Devendorf. Wie de melancholie van The National inademt, houdt er
een inktzwarte longvlek aan over waar geen sloef sigaretten tegenop
kan. U weze gewaarschuwd!
5. Four Tet:
There Is Love In You
Muziek die op de heupen én de hersenen inwerkt: Caribou scheerde er
rakelings mee langs onze top 10, maar Four Tet doet nog beter. Wat
ons betreft is ‘There Is Love In You’ zelfs Kieran Hebden’s magnum
opus: ’s mans klankenspinsels zijn zo bedwelmend als op ‘Rounds’,
maar nu doen vierkwartsbeats die laptop-parels extra vibreren. Een
paardans van intelligentie en raszuivere opwinding!
6. Owen Pallett:
Heartland
Talent aardt niet in de coulissen. Owen Pallett vertoefde jarenlang
in de schaduw van indiegoden als Arcade Fire, Beirut en The Last
Shadow Puppets, maar de Canadees treedt met ‘Heartland’ miraculeus
op de voorgrond. Niet enkel als geniaal arrangeur (zoveel wisten we
al), maar ook als begenadigd songschrijver. Op ‘Heartland’ creëert
de volwassen geworden koorknaap een intrigerend dromenrijk dat
volledig het zijne is. Ontbolstering van het jaar!
7. Flying Lotus:
Cosmogramma
Muzikale kernsplitsing, daarvoor moet je bij Steven Ellison zijn.
Op ‘Cosmogramma’ schieten de beats, bleeps en bassen zo snel langs
de oren dat je wel in een deeltjesversneller lijkt terechtgekomen.
Wat bij anderen zou ontaarden in een chaotische kakofonie, balt
FlyLo echter samen tot een spannende brok gestructureerde waanzin.
Fennesz meets J Dilla, ambient meets hiphop, desoriëntatie meets
flow: Flying Lotus klinkt zonder meer uniek!
8. The Roots: How
I Got Over
Schrijf het op: The Roots zijn niet langer chroniqueurs van een
kapotte tijd, maar predikers van hoop en optimisme. Weg is het gif
dat Black Thought spuide over het Bush-regime en verdwenen zijn de
inktzwarte synths. In de plaats daarvan serveert de band een
succulente bouillabaise van hiphop, soul en r ’n b die doet
likkebaarden. The Roots zijn synoniem geworden met absolute
topkwaliteit, het is weinigen gegeven!
9. Beach House:
Teen Dream
En de hoofdprijs voor meest bedwelmende stem gaat naar… Victoria
Legrand van Beach House. Gehuld in de nevelslierten van hun derde
plaat zou deze hese sirene menig schip op de klippen kunnen laten
lopen. Samen met Alex Scally grossiert Legrand op ‘Teen Dream’ in
atmosferische droompop waarin het heerlijk verloren lopen is. Na
het iets te monotone ‘Devotion’ is Beach House helemaal tot wasdom
gekomen en meer dan ooit staan hun luchtkastelen van songs als een
huis. Meester-hypnotiseurs!
10. Gorillaz:
Plastic Beach
De apen zijn eindelijk uit de mouw gekomen. Albarn en co gooiden
met ‘Plastic Beach’ hun cartoonmaskers over de haag en trokken voor
het eerst op de hort met een wereldtour. Geen toeval, want dit is
met voorsprong de meest gevarieerde, consistente en simpelweg beste
Gorillaz-plaat tot nu toe. Soulfunk, electro, hiphop, synthpop van
de 22ste eeuw, …: Gorillaz gooit het allemaal in z’n
cocktailshaker en het brouwseltje gaat nergens aan het schiften.
Hier kan geen Spaanse costa tegen op!
Grootste stinker: M.I.A. die met haar derde
plaat nog geen deuk in een pak boter slaat en als een paper plane
crasht in een niemandsland van pose en middelmatigheid
Grootste ontgoocheling: de tweede helft van ‘One
Life Stand’ die verhindert dat Hot Chip uitpakt met een klein
meesterwerkje
Beste concert: Vampire Weekend die de lente voor
waren in de AB en de tweede helft van de set van Flying Lotus op
Pukkelpop
En wat met 2011? Onze glazen bol is zeker van z’n
stuk: James Blake maakt dé plaat van 2011!