Tot voor kort betekende Shrinebuilder voor mij vooral wachten.
Eerst na de aankondiging van het project, ongeveer anderhalf jaar
geleden, tot er een kruimeltje extra informatie kwam. Na de opnames
in januari 2009 tot er een releasedatum kwam, dan tot er een track
op de MySpace kwam en na de release nog een paar maanden totdat er
eindelijk een bestelde lp tot bij mij geraakte. Was het de moeite?
Holy fuck yes, alleen al voor het prachtig vormgegeven vinyl.
Eigenlijk is het wat vlug om al een volledige recensie te doen want
deze plaat heeft duidelijk wat tijd nodig om te bezinken, maar nog
langer wachten zou niet meer verantwoord zijn. Door er meer naar te
luisteren wordt de lp zeker niet slechter, sterker: hij nodigt net
uit om veel beluisterd te worden.
Ik merk nu al een reactie van de lezer: “Ho Stijn, effe dimmen,
waarom zo opgewonden?” Oké, ik begrijp dat niet iedereen hierop
heeft zitten wachten als een hondje op zijn bot. Maar als ik je zeg
dat Shrinebuilder het hobbyproject is van vier levende legendes,
voel je het dan toch niet een beetje kriebelen? Al Cisneroros (Om,
ex-Sleep), Dale Crover (Melvins), Scott “Wino” Weindrich (Saint
Vitus, Wino, ex-The Hidden Hand, en nog meer), Scott Kelly
(Neurosis) moeten samen ergens tussen de tachtig en de honderd jaar
ervaring hebben in het maken van (heel erg goede) bloedintense,
heavy, muziek. En als zij dan beslissen om een paar dagen in de
studio te jammen rond een handjevol vooraf ingestudeerde riffs dan
gaat het in vele baarden nog harder jeuken dan gewoonlijk.
Was het grote wachten nu ook de moeite? Zonder twijfel, hoewel de
juiste impact van ‘Shrinebuilder’ nu nog niet in te schatten is.
Enkele dingen worden echter al rap duidelijk. De vijf lange nummers
zijn een pak minder agressief en direct dan had gekund, zeker
gezien de muziek die bij de eigen bands soms gebracht wordt.
Uiteraard verraadt het soortelijk gewicht van de gemiddelde riff op
dit album de aanwezigheid van zwartglanzend edelmetaal in de
smeltkroes, maar er is alles behalve sprake van een depressieve of
omineuze sfeer. Het album baadt wel in een spirituele, filosofische
gloed. Sommige passages zou ik bijna meditatief durven
noemen.
Na een paar luisterbeurten wordt ook duidelijk dat het
postproductieproces langer heeft geduurd dan de drie dagen die ze
samen in de studio doorbrachten. Het album kreeg een uitgekiende
mix en productie die de spontaniteit en het organische basisidee
levend houden. Maar er is meer. Sommige passages bevatten minstens
vier lagen gitaren, met hier en daar zelfs wat akoestisch getokkel.
De spielerei met drie zangers (en vier stemmen want Scott Kelly
hanteert zowel zijn rasp als zijn croon) is ook op maximaal effect
berekend. Kelly krijgt in de meeste nummers de overhand, zodat zijn
tegenspelers indrukwekkend contrasterend kunnen zijn, de mantra’s
van Al nog zweveriger, de blues van Wino nog grofkorreliger.
Niet dat Scot Kelly saai zou zijn, verre van. Dale Crover is een
beestachtig goede drummer, maar het aantal armen waarover hij
beschikt verhindert hem toch om tegelijkertijd gongs, tamboerijnen
én zijn uitgebreide kit te bespelen, zodat men daar dus ook wat aan
gesleuteld heeft. Of de gitaareffecten van Wino opgepoetst zijn
durf ik niet te zeggen, de man staat er immers om gekend die
standaardpedalen zelf te kunnen ombouwen tot de wildste dingen.
Soms meen ik te horen dat op de achtergrond de circuits van zijn
soldeerwerkjes instemmend mee brommen. Om maar te zeggen, in de
wereld van Shrinebuilder is niet alles wat het lijkt, het is
misschien ook niet onze wereld, het kunstwerk op de hoes suggereert
al zo iets.
Er is ons beloofd dat dit geen eenmalig projectje zou zijn, in
ieder geval komen er optredens waar erg naar uitgekeken wordt. Live
zou dit wel eens kunnen inslaan als een bom. De combinatie van
zware riffs met intense zang en zweverige passages is op plaat
behoorlijk indrukwekkend, maar moet van op een podium een
transcendentale ervaring zijn. Of in deze superband het geheel meer
is dan de som van de delen moet ieder maar voor zichzelf uitmaken,
feit is wel dat deze giganten een album hebben afgeleverd dat
minimaal hun naam waardig is. Dat zou al genoeg moeten zijn om
verder dan het Roadburn-publiek enthousiasme op te wekken.
Shrinebuilder speelt op 17 april op het Roadburn Festival in
het Nederlandse Tilburg.