
Marissa Nadler is een schoon kind. Ze kan ook mooi zingen.
Voldoende overtuigd? Oké dan. Marissa Nadler kennen we als de in
Boston residerende songwriter die – opgeleid in de schilderkunst –
zichzelf gitaar leerde spelen en daar in combinatie met haar
zijdezachte stem al drie folkalbums mee heeft opgenomen. Vooral
haar voorgaande van twee jaar geleden, ‘Songs
III: Bird on the Water‘ , was bijzonder verdienstelijk, iets
waarvoor ze in haar thuisstad de award voor ‘Outstanding
Singer-Songwriter of the Year’ in de ongetwijfeld mooie handen
kreeg.
Hier en daar werd gehoopt dat ‘Little Hells’ het zeer grote album
zou worden, de ideale bekroning voor al het moois vooraf. Het ziet
ernaar uit dat die klassieker nog een album op zich zal laten
wachten. Het materiaal op ‘Little Hells’ is intrinsiek niet beter
dan het voorgaande, al is het ook niet slechter. Marissa heeft
eerder de keuze genomen haar geluidspallet te verbreden. In plaats
van te vertrouwen op haar stembanden en zes snaren, horen we nieuwe
klanken – zelfs spacy geluidseffecten – en meer gevulde nummers. We
horen u al afkomen: “maar Marissa Nadler is op haar best in een erg
eenvoudige setting, waar haar stem het best tot zijn recht komt.”
Misschien. Maar hierdoor is de mogelijke reactie ’te veel van
hetzelfde’ mooi vermeden.
‘Little Hells’ begint zoals het moet: sterk. De lieflijke opener
‘Heart Paper Lover’ speelt met haast aandoenlijke, psychedelische
geluidjes en is in essentie een liefdesliedje met het thema van
miljoenen andere songs: laat me nu toch niet alleen; ik ben zo
eenzaam zonder jou. Nadler heeft de ideale stem om deze boodschap
over te brengen want kan als geen ander licht getormenteerd zingen
met opgeroepen medelijden en empathie tot gevolg. Ook het
daaropvolgende ‘Rosary’ schiet raak. Het geluid is rijk gevuld, een
country-uitstap inclusief, en de subtiele tweestemmigheid, die nog
vaak op ‘Little Hells’ terugkomt doet het nog steeds uitstekend in
dit genre.
De intro van het licht gejaagde ‘Mary Come Alive’ had van Front 242
kunnen zijn – althans de eerste tien seconden – maar wanneer
Marissa begint te zingen, wordt het een van de meest gevulde songs
op dit album. En lang geen slecht. Titelsong ‘Little Hells’ slaan
we over, want het beste wat dit schijfje te bieden heeft, volgt
onder de naam ‘Ghosts And Lovers’. Het is zo’n song waarbij je
telkens iets meer wegsmelt. De begeleiding is basic, de structuur
niet buitengewoon maar de combinatie van stem, tweede stem, lyrics
(“you drink the days away you say / today’s the same as any
other day”) en warme gitaarstroom maken van ‘Ghosts And
Lovers’ een imposante parel.
Nog een aanrader is ‘The Hole Is Wide’. Marissa zingt nóg zachter
dan we gewend zijn en laveert gracieus op een somber bloementapijt
van pianoklanken. ‘River of Dirt’ is best aardig, druk en half
radiovriendelijk. ‘Loner’ is opnieuw zo’n warme woordenstroom
ondersteund door een betrouwbare lavastroom van gitaar, orgel en
geluidseffecten.
Met ‘Little Hells’ koos Marissa Nadler voor een licht andere
aanpak, iets wat vele fans haar zullen kwalijk nemen. De plaat is
haar meest toegankelijke en haar minst zuivere folkplaat. Toch
kunnen we alleen maar met tevredenheid vaststellen dat ‘Little
Hells’ een erg mooie vierde is geworden, die een nieuw fabelachtig
hoofdstuk vormt van haar jonge carrière. Haar Europese tournee
begint én eindigt in België. Als dat niet mooi meegenomen is.
www.marissanadler.com
www.myspace.com/marissanadler
Marissa Nadler speelt op 1 mei in Vooruit (Gent) en op 3 juni
in Botanique (Brussel).