Met zijn derde langspeler brengt Film School een plaat uit die zelfs beklemmender is dan wat we van deze band gewoon zijn. In een moeite door is Hideout tevens het sterkste werkstuk dat Film School tot nu toe afleverde.
Bij het verschijnen van Hideout is Film School meer dan ooit het project van frontman Greg Bertens geworden. Wie naar de line-up van de band kijkt, ziet dat er buiten Bertens niemand is overgebleven van de titelloze voorganger. Daarmee is de band verder dan ooit afgedreven van zijn begindagen, toen Bertens gezelschap had van voormalige leden van Pavement en Fuck.
Al kan het zijn dat Film School je bij de neus neemt. Want een rondje googlen met de nieuwe groepsnamen brengt ons bij acteurs, psychiaters en een van de eerste congresleden van de Verenigde Staten. Hoe donker de muziek van Film School ook klinkt, Greg Bertens is niet vies van een vreemde knipoog zo nu en dan, getuige de Kurdt Kobainachtige spelling van zijn eigen naam als Krayg Burton op de vorige plaat.
Maar over naar de orde van de dag, want Berton heeft met zijn kompanen een nieuw, uitermate spannend schijfje afgeleverd dat zijn voorganger moeiteloos overtreft. Ditmaal levert de band immers een album af van consistent hoog niveau. Daarenboven werd de postrock-invloed tot een minimum beperkt ten voordele van new wave en postpunk-echo’s. Zo trekt prijsbeest "Sick Hipster Nursed By Suicide Girl" zich pulserend op gang om, tegen een waaier van zweverige gitaren, de luisteraar te bedelven onder een grafstem.
Zoals Film School in het verleden al liet merken, schuilt de kracht van de band in het sfeervolle en epische karakter van de nummers, wat in voornoemde song op intrigerende wijze duidelijk wordt. Ook in "Go Down Together" spreidt Film School al zijn kunnen tentoon. Het nummer begint met een bijna onhoorbare akoestische gitaar, om minuten later te eindigen in een elektrisch ritme met hypnotiserend effect. Ook in "Compare" is het wat dat laatste betreft raak. Zinderende gitaren veroorzaken een maalstroom die je onherroepelijk meezuigt naar de donkere krochten waar Bertens zijn inspiratie vindt.
Want dat is een constante bij Film School: hoe prachtig de nummers ook zijn, ze klinken immens droevig. Het klanktapijt dat het gezelschap uitspreidt, is doordrenkt in treurnis en melancholische melodieën. In "Blizzard Scout" gaat de band zelfs nog een stapje verder door het claustrofobische element van Sigur Ròs’ () uit te puren, om vervolgens in "Plots And Plans" eindelijk een sprankeltje hoop de plaat te laten binnenglippen. De Velvets-achtige viool is daarbij het element dat een tegenwicht vormt voor de plotse draai richting vrolijkheid.
De finale komt er in de vorm van afsluiter "What I Meant To Say", waarin de spanning die een dozijn tracks lang werd opgebouwd, op gekanaliseerde wijze een uitweg vindt. Film School draait alle mogelijke knopjes naar rechts, en zorgt voor een explosieve ontlading die bij momenten herinneringen oproept aan The God Machine.
Dat de derde plaat een moeilijke zou zijn, gaat alvast niet op voor Film School. Met Hideout lijkt de band zichzelf pas echt gevonden te hebben. Het album degradeert de voorgangers moeiteloos tot vingeroefeningen, die slechts als doel hadden de band te brengen waar hij nu is, op een plaats waar kille muziek warmer klinkt dan ooit tevoren.