Shut Up & Sing




Bij eender welke grote politieke gebeurtenis – zoals
bijvoorbeeld een oorlog – is het altijd interessant om te zien hoe
de kunstenaars en de entertainmentindustrie er op reageren. Die
mensen die pretenderen een spiegel op te houden voor de
maatschappij, wat doen die ermee? Over het algemeen geloof ik dat
je drie fases hebt in de manier waarop ze er mee omgaan: eerst
wordt de gebeurtenis genegeerd (zoek maar eens een film uit de
vroege jaren zestig waarin de Viëtnamoorlog een plaats heeft, of
een prent van tussen 2001 en 2003 waarin Irak of Afghanistan
openlijk vermeld worden). Daarna scharen velen zich achter de vlag
van het eigen land (John Wayne’s verachtelijke ‘The Green Berets’
in de sixties is een perfect voorbeeld) en tenslotte
stabiliseert de benadering zich naargelang de publieke opinie over
de oorlog. In het geval van Viëtnam duurde het tot in de jaren
zeventig vooraleer er echt kritische films werden gemaakt (‘Coming
Home’ moet zowat de eerste zijn geweest), maar nu zijn we er
sneller bij.

Dat is allemaal goed en wel als je Michael Moore heet en je de
politieke thematiek bewust opzoekt, maar als je buiten je eigen wil
om plots tot controversieel boegbeeld wordt gebombardeerd, is het
iets helemaal anders. The Dixie Chicks, een Texaanse
country band die tot kort voor de Irakoorlog nog het
volkslied zong op baseballmatchen en immens populair was, kwamen in
2003 in het oog van een ontzaglijke politieke storm terecht na een
banale uitspraak over George W. Bush. De Chicks speelden het eerste
concert van hun nieuwe tournee in Londen, slechts luttele dagen
voor de invasie van Irak zou beginnen. Op het nieuws wisselden de
beelden van een plechtstatige Bush (“We zijn zéker dat ze
massavernietigingswapens hebben!”) zich af met fragmenten van
massaal protest tegen een mogelijke oorlog. Tussen twee liedjes
sprak lead zangeres Natalie Maines het Londense publiek toe:
“We just want you to know we’re on your side. We’re ashamed
Bush is from
Texas.”

Na het optreden zien we de Chicks backstage nazinderen
van een geslaagd concert. Hun manager is tevreden en niemand lijkt
nog aan de uitspraak te denken. Maar in de volgende paar dagen
breekt er een storm los die niemand had voorzien. De
all-American lieverdjes worden plotseling gedegradeerd tot
landverraders, domme wichten die hun smoel moeten houden over
onderwerpen waar ze niets van afweten. Ze worden en pleine
publique
versleten voor communisten, hun cd’s worden openbaar
in de vuilnisbak gesmeten en ze worden geboycot door de
country radiozenders, hoewel ze op dat moment een hit
single hebben. In een land dat zich op dat moment massaal rond de
vlag schaarde om de strijd voor vrijheid te steunen, was vrijheid
van meningsuiting ineens een wel héél relatief begrip.

‘Shut Up & Sing’ schetst een angstaanjagend portret van een
land dat in een tijd van crisis zichzelf tot in het extreme
verliest in een verwrongen gevoel van patriottisme – wie niet voor
ons is, is tegen ons. En de entertainmentindustrie dient vooral te
zwijgen en mooi te wezen. Eén van de meest typerende kenmerken van
een fascistisch beleid is dat de autoriteit van de staat niet in
twijfel mag worden getrokken, en dat wie dat wél doet, monddood
wordt gemaakt. De carrière van de Dixie Chicks neemt plots een
duikval en we zien de crisisvergaderingen – wat doen we nu? Houden
ze vol en blijven ze bij hun standpunt of krabbelen ze terug? Hoe
gaan ze om met figuren als Toby Keith, een country zanger
die incasseerde op de rel om zijn eigen kassa te spijzen (op de
cover van één van zijn cd’s zien we Natalie Maines met Saddam
Hoessein)? En wat doen ze eens de doodsbedreigingen beginnen binnen
te komen?

Het opvallendste aan dat hele verhaal is de solidariteit onder
de Chicks. Af en toe krijgen we een indruk van onderhuidse
spanningen – Natalie beseft zich maar al te goed dat zij op haar
eentje verantwoordelijk is voor een controverse die ook haar twee
vriendinnen beïnvloedt – maar ze vallen elkaar nooit af. Het is
natuurlijk makkelijk om ervan uit te gaan dat er achter gesloten
deuren, eens de camera’s weg waren, hardere woorden zijn gevallen,
maar het feit dat ze wel samen zijn blijven doorgaan en in 2006 een
nieuwe cd uitbrachten, suggereert in ieder geval hun
samenhorigheid.

Tegen de tijd dat dat gebeurde, was de storm enigszins gaan
liggen – Bush was de minst populaire president sinds Nixon, een
groot deel van de Amerikanen was het er ondertussen over eens
geworden dat de oorlog een fout was en het werd ook stilletjes aan
algemeen aanvaard dat er nooit massavernietigingwapens waren
geweest. Maar ondertussen diende het verhaal van de Dixie Chicks
wel als magnifieke illustratie van waar een corrupte staat toe
bereid is wanneer het zich aangevallen voelt.

Als film hebben regisseurs Barbara Koppel en Cecilia Peck van
‘Shut Up & Sing’ bovendien méér gemaakt dan enkel een opsomming
van feiten. Ze structureren hun film rond de opname van de nieuwe
cd in 2006, en van daar uit vertrekken ze om via flash-backs het
verhaal van de hele rel te vertellen. Da’s niet alleen een
interessante opzet op zichzelf, maar het helpt ook om de dramatisch
interessante momenten goed te timen in de film. De doodbedreigingen
die Natalie krijgt, komen pas in de tweede helft van de prent aan
bod, hoewel ze vrij vroeg voorkwamen. Anderzijds krijgen we ergens
halverwege een relatief lange sequens die zich afspeelt in 2006,
eens het allemaal wat kalmer is geworden, en die een blik biedt op
het gezinsleven van de bandleden. Koppel en Peck kunnen erg
efficiënt spelen met het tempo en de spankracht van hun film, omdat
ze niet gebonden zijn aan een strikte chronologie – was dat wel zo
geweest, dan hadden we waarschijnlijk een erg boeiend eerste uur
gehad (de crisis) en een tamelijk vervelend laatste half uur (de
naweeën en come-back).

Of je nu van hun muziek houdt of niet, het is vrijwel onmogelijk
om naar ‘Shut Up & Sing’ te kijken en géén diep respect voor de
meisjes te voelen. Als film is dit een meeslepend, soms ronduit
angstaanjagend portret van een extreem agressieve gemeenschap die
klaar stond om te bijten naar iedereen die een verkeerde beweging
maakte. Hell hath no fury like an American scorned.

8
Regie:
Barbara Koppel, Cecilia Peck
Duur:
93 min.
2006
USA

verwant

aanraders

La Bête

De naam Bertrand Bonello laat misschien niet bij iedereen...

Dune Part Two

Na het opvallende succes (de film haalde een allesbehalve...

The Iron Claw

Regisseur Sean Durkin is een kei in het evoceren...

Human Forever

“Hoe ga je met dementerende mensen om?” moet plaats...

Dream Scenario

‘Nicolas Cage is de enige acteur sinds Marlon Brando...

recent

¥$ :: Vultures 1

Doorheen zijn hele carrière zijn twee elementen altijd dominant...

Talk Show

27 maart 2024Botanique, Brussel

Eind jaren tachtig sloegen alle rockers plots aan het...

Arthur The King

Uitgerekend in de week dat Joe Camp – de...

Hors-saison

Met zijn sociaal bewogen films past Stéphane Brizé binnen...

Froukje

24 maart 2024Ancienne Belgique, Brussel

Van een blitzcarrière gesproken: een krappe drie jaar geleden...
Vorig artikel
Volgend artikel

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in