Als geluk verdriet op vakantie is, dan kijkt de tristesse op een
paradoxale manier tegen haar zuurverdiende dagen vrijaf aan. Zo ook
op ‘So This is Goodbye’, de tweede plaat van Junior Boys. In de
glinsterende spaceballads van dit duo lijkt de melancholie namelijk
een onzachte landing te maken om dan weer te vertrekken op een
b-dagtrip, niet wetende wanneer de terugkeer zal worden ingeluid.
Veel heeft te maken met de licht contradictorische grondslag van de
muziek van Jeremy Greenspan (vocals) en Matthew Didemus ( synths en
beats ). Waar acts als Röyksopp en Zoot Woman nog regelmatig de zon
laten schijnen in hun songs, kan er tijdens de emotionele
electropop van Junior Boys even snel een donker wolkenpak
verschijnen als tijdens een bergwandeling in de Alpen. Dit
paradoxale karakter maakt er de gestroomlijnde nummers van dit
tweetal alleen maar interessanter op. Op ‘So This is Goodbye’
vormen elektronica en pop namelijk een geslaagd huwelijk waarbij
beide partijen elkaar de nodige ademruimte gunnen. De gepolijste
songs mogen dan wel doen denken aan een nieuwe, blitse wagen, maar
de blutsen worden per luisterbeurt duidelijker. Junior Boys is
Kraftwerk, maar dan met een
diepmenselijk karakter.
Een liefhebber van pure, frisse en emotionele pop die
tegelijkertijd loos kan gaan op mechanische, stuwende electronica:
dat is het perfecte profiel van een Junior Boys-adept. Deze act mag
dan bij vlagen aan hippe projecten als The Knife en The Postal Service doen denken, de
boys zijn evenzeer beïnvloed door OMD en Pet Shop Boys. Bent
u stiekem wel fan van ‘Enola Gay’ of ‘Electricity’, maar wil de
hipster in u zich daartegen wapenen door ook te dwepen met
nieuwe, hippe releases, dan is ‘So This Is Goodbye’ u op het lijf
geschreven. Opener ‘Double Shadow’ is bijvoorbeeld fluwelen
elektroclash, maar met Greenspan die zich al fluisterend vasthaakt
in uw hersenpan. In tegenstelling tot Cedric Bixler-Zavala van
The Mars Volta slaagt de man er
trouwens in om een plaat lang meeslepende en ontroerende vocale
melodieën over ons te draperen. Dansbaar maar erg melodieus, cool
maar ontwapenend, hedendaags maar tijdloos: dat zijn de paradoxen
waarmee Junior Boys de luisteraar verleiden. Verzet is even
nutteloos als vechten tegen kokhalzen bij het kijken naar ‘Wie
wordt de man van Wendy’?
Het ruimtelijke, eenvoudige karakter is de grootste kracht van de
muziek van Junior Boys. Net zoals een nieuw-realistische dichter
voldoende witregels tussen zijn woorden laat, laten Greenspan en
Didemus hun creaties ademen met een maximum aan resonantie tot
gevolg. Het opzwepende ‘In the Morning’ is het drukste nummer van
de plaat en zelfs hier krijgen een omhoogcirkelende synthpartij,
een regen aan bas- en keyboardklanken en mistige vocale echo’s alle
ruimte om een breed scala van gevoelens te laten ervaren, dat
daarvoor enkel aan een snel veranderend klimaat kon worden
toegeschreven. Het prachtig gearrangeerde ‘The Equalizer’ en het
zacht glooiende ‘First Time’ doen het met minder muzikale
bouwstenen, maar weten daardoor des te meer te boeien. Wanneer de
stem van Greenspan het moet opnemen tegen minder instrumentatie,
krijgt ze pas echt de tijd om alle Junior Boys-scepsis uit het
zadel te lichten. Ook het titelnummer is hier een mooi voorbeeld
van: op een volledig elektronische, maar toch verstilde wijze laten
Junior Boys een panorama van melancholie aan onze irissen passeren:
“So this is goodbye / No need to lie / This creature of pain /
has found me again”, croont Greenspan terwijl Boards of Canada-synths hem soelaas
proberen te brengen.
Junior Boys heeft amper iets te maken met de lelijke Robin
Williams-robot in ‘Bicentennial Man’ en veel meer met de
onweerstaanbare droids uit 2046.
Ondanks het elektronische hart van hun muziek kan Junior Boys veel
meer ontroeren dan duizenden bands die het van organische
arrangementen moeten hebben. Elektronische, tijdloze eenvoud was
zelden zo mooi als op dit meesterwerkje.