Hostel




Er zijn redenen genoeg waarom een verstandig mens zich niet in een
jeugdherberg waagt: je weet nooit bij wie je op de kamer terecht
zult komen, je zit er met gemeenschappelijke douches opgescheept en
de kamers zijn zo klein dat je gegarandeerd wel iemand anders z’n
tenenkaas ruikt tijdens de nacht. Of, zoals in deze film, word je
er ontvoerd door een stel maniakken die je vervolgens met een
kettingzaag te lijf gaan. Die kans bestaat ook nog. Eli Roth, die
een paar jaar terug debuteerde met het in het sicko-wereldje
fantastisch goed ontvangen ‘Cabin
Fever’
, exploreert die mogelijkheid in ‘Hostel’, een gore
movie
die zichzelf aankondigt als het meest choquerende
schouwspel dat u ooit gezien zult hebben (check de
publiciteitscampagne), maar die reputatie nooit weer waar te
maken.

Paxton (Jay Hernandez), Josh (Derek Richardson) en Olaf (Eythor
Gudjonsson), zijn drie vrienden die samen door Europa backpacken,
op zoek naar cultuur, intellectuele ervaringen, vriendschap en
bovenal betekenisloze, vlugge seks. In Amsterdam (u weet wel, die
stad die volgens Amerikanen uitsluitend uit hoerenkoten en coffee
shops is opgetrokken), krijgen ze van een ietwat louche
Oost-Europeaan te horen dat de meest gewillige meisjes ter wereld
zich in Slovakije bevinden. “Alle mannen daar zijn weg naar de
oorlog, de vrouwen blijven alleen achter.” Geleid door hun hormonen
klimmen de drie vrienden op een trein, om ergens in een onooglijk
boerengat in de bergen weer af te stappen. Aanvankelijk lijken hun
wildste dromen waarheid te worden: perfect gebouwde dames lopen
vierentwintig uur op vierentwintig poedelnaakt rond en lijken er
geen enkel probleem mee te hebben om met een stel infantiele etters
de sponde te delen. Maar dan verdwijnt Olaf spoorloos. Paxton en
Josh gaan naar hem op zoek, en de sporen leiden uiteindelijk naar
een soort abattoir waar vreselijke dingen gedaan worden met schaar,
scalpel, tang en kettingzaag.

‘Hostel’ werd met meer bombarie (heerlijk woord, dat, “bombarie”)
de zalen ingedropt dan gewoonlijk het geval is voor dit genre
films. De reden daarvoor is eenvoudig: Quentin Tarantino was een
grote fan van ‘Cabin Fever’, en
heeft dan ook executive producer gespeeld voor ‘Hostel’. Wat doet
een executive producer precies op een filmset? Geen lor, hij
schuift hooguit af en toe wat geld toe, maar het gaf de
producerende studio wel de gelegenheid om Tarantino’s naam in het
groot op de affiches te zetten. ‘Hostel’ wordt niét verkocht als de
nieuwe film van Eli Roth, waar het gros van de bioscoopgangers nog
nooit van gehoord heeft, maar wel als de laatste Tarantino. Dat is
dan weer de commerce die spreekt.

The big QT zelve heeft er ook alles aan gedaan om de
zichtbaarheid van ‘Hostel’ te vergroten: hij maakte stoutmoedige
statements dat dit de ziekelijkste film ooit gemaakt zou zijn, hij
raadde mensen met zwakke harten of magen af om te komen kijken
enzovoort… Enfin, hij zat zich dus eigenlijk gewoon enorm aan te
stellen in een poging om van de film iets te maken dat het niet
was. Tijdens het eerste half uur is ‘Hostel’ immers weinig meer of
minder dan een vulgaire geile-tiener-komedie, die verdacht veel
gelijkenissen vertoont met ‘Eurotrip’: elk land waar onze
twijfelachtige helden doorheen trekken, wordt gereduceerd tot de
som van zijn clichés, alle vrouwen die ze tegenkomen zien eruit als
fotomodellen en gaan spontaan op hun rug liggen wanneer de drie
toeristen voorbijkomen. Het zal wel grappig bedoeld zijn, maar mij
leek het bovenal vulgair en terminaal onleuk. Of het moest zijn dat
u het leuk vindt om te kijken naar een bezopen Ijslander die z’n
kont en ballen scheert om er een smiley face op te kunnen
tekenen. (Vraagje: hoe teken je zo’n gezichtje op je eigen
kont?)

Daarna, na een eindeloze set-up, komen we eindelijk aan de gore en
wordt de film op z’n minst lichtjes interessant. ‘Hostel’ is niet
het onvoorstelbaar choquerende bloedbad waar de makers op
aanstuurden, maar Eli Roth heeft wél de gewoonte om zijn camera net
enkele seconden later weg te draaien dan de meeste van zijn
collega’s zouden doen. Het gevolg daarvan is dat er paar behoorlijk
ranzige beelden in de film zitten, waaronder de amputatie van
enkele vingers en een ronduit onvergetelijke oogscène (u kunt ‘m
echt niet missen).

Het is geen toeval dat Japans cultregisseur Takashi Miike even een
gastoptreden komt weggeven: Roth wil in principe hetzelfde doen in
Amerika als wat Miike al jarenlang doet in zijn eigen land:
exploitation cinema maken voor een jong, hip publiek dat
geen schrik heeft voor de donkerder regionen van de underground
movies
. Het enige probleem daarmee is dat Roth nog steeds
gebonden is aan de conventies van de Amerikaanse horrorcinema. Hij
gaat misschien nét iets verder dan de anderen, maar de bloederige
waanzin van ‘Ichi the Killer’ is
hier ver te zoeken, en het verhaal is uiteindelijk zeer klassiek
opgebouwd. ‘Hostel’ is een traditionele Amerikaanse gore
movie
die o zo graag een Aziatische sickie zou willen
zijn, maar daarvoor uiteindelijk toch de lef mist.

Er zitten leuke momentjes in ‘Hostel’, daar niet van, maar het sop
is de kool niet waard. Waarom moet u eerst drie kwartier naar een
ongeïnspireerde seksklucht zitten kijken om dan pas te krijgen waar
u voor komt? Voeg daar nog aan toe dat de drie hoofdrolspelers om
ter irritantst staan te acteren (vooral Eythor Gudjonsson kan niet
snel genoeg afgemaakt worden) en dat het geheel nogal rommelig in
beeld is gebracht, en dat is dan wel zo ongeveer de film. Er zal
wel weer een fanbasis voor bestaan – als het maar extreem genoeg
is, bestaat er voor àlles wel een fanbasis – maar dan kijk ik in
hetzelfde genre liever nog eens naar ‘The Descent’, een film die er zowaar in
slaagde om een beetje spannend te worden (in tegenstelling tot
loutere vetzakkerij, zoals hier) en die niet eens blote tieten
nodig had om de set-up interessant te maken. Voornaamste conclusies
van dit alles: Takashi Miike spreekt schabouwelijk Engels, en het
is niet omdat de naam Quentin Tarantino ergens op een affiche
staat, dat het ook automatisch een goeie film zal zijn. Waarvan
akte.

3
Met:
Jay Hernandez, Derek Richardson, Eythor Gudjonsson, Jan Vlasak
Regie:
Eli Roth
Duur:
95 min.
2005
USA
Scenario:
Eli Roth

verwant

The Green Inferno

In 1980 maakte de Italiaanse regisseur Ruggero Deodato zijn...

Inglourious Basterds

Twee jaar geleden riep de heer Quentin Tarantino luidkeelse twijfels...

Hostel :: Part II

Het gebeurt niet snel dat ze zich in Amerika...

Cabin Fever

Een meisje heeft een ziekte die ervoor gezorgd heeft...

Torque

Het is een vreemde ervaring om een recensie te...

aanraders

Drive-Away Dolls

Nadat ze decennialang als tandem de filmwereld verrijkten met...

Dream Scenario

‘Nicolas Cage is de enige acteur sinds Marlon Brando...

Evil Does Not Exist (Aku wa sonzai shinai)

Films zijn doorgaans gebaseerd op een sterk verhaal, of...

Civil War

Nog voordat iemand de film gezien had, veroorzaakte Alex...

La Chimera

De in Toscane geboren scenariste/regisseuse Alice Rohrwacher vestigde op...

recent

Einstürzende Neubauten :: Rampen (apm: alien pop music)

Vijftien probeersels. Vijftien live-improvisaties die in de studio opnieuw...

Masters Of The Air

Toen begin deze eeuw Band Of Brothers verscheen, sloeg...

Fontaines D.C. :: Starburster

Fontaines D.C. for the bigger and bolder: vierde album...

Manu Chao

16 april 2024Het Bau-Huis, Sint-Niklaas

Morrissey wilde op de Lokerse Feesten geen paardenworst, Manu...

Civil War

Nog voordat iemand de film gezien had, veroorzaakte Alex...
Vorig artikel
Volgend artikel

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in