Maandenlang met De Man Van Sony BMG zitten mailen. "Nog geen nieuws van Mew?" "Neen, hij staat niet op de lijst voor 26 september, al is dat de internationale release date." "We gaan hem niet uitbrengen, voorganger Frengers heeft niet genoeg verkocht." Waarna we een paar dagen later de nieuwe Natalie Imbruglia of zo in de bus vonden. Vragen ze zich echt af waarom het downloaden zo’n succes is? Soit, er is dus ook nog de import waarlangs ook wij ons And The Glass Handed Kites aanschaften.
De huidige generatie heeft geen weet meer van de tijd dat Peter Gabriel nog frontman van Genesis was of Rick Wakemans keyboards de Empire State Building naar de kroon staken. Spuuglelijke hoezen uit die tijd zijn al lang diep opgeborgen in de kasten van uw jongste nonkel, naast zijn paarse olifantenpijpen. Het bleek helaas niet diep genoeg, want iets bracht Mew op foute ideeën: And The Glass Handed Kites heeft een ronduit mottige hoes en wordt nét niet tegengehouden door de douane die goeie smaak scheidt van over the top progrock. Hadden ze dan toch gelijk bij Sony BMG België? Awel neen, en wel hierom:
Mews internationale debuut Frengers was een samenraapsel van de twee eerste albums die de groep alleen in Denemarken uitbracht. Geen wonder dat het van begin tot einde een collectie (weliswaar gerateerde, maar kom) hitsingles was: Songs met een grote S. Slim in de juiste volgorde gepuzzeld vormden ze zelfs een beresterk album. And The Glass Handed Kites is dus het eerste échte internationale album — en bij Thor: hier is net zo hard over nagedacht als over de tracklisting van de vorige.
Het etherische, aan Sigur Rós grenzende geluid van "Comforting Sounds" en "She Came Home For Christmas" is op de nieuwe verdwenen. Wat gebleven is: de neiging om de grenzen van de popsong zachtjesaan een beetje uit te rekken. Gebeurde dat op Frengers door postrockachtige arrangementen toch een songstructuur aan te meten, op zijn nieuwste breit Mew alle songs aan elkaar als ware het album één lange trip: hier een glitchachtige overgang, daar vloeiend in elkaar overlopende drumbeats, en ginder wat zoemende stemmen tot ze in de volgende intro kunnen overgaan…
Aanvankelijk werkt dat perfect. Na een aanloop is "Why Are You Looking So Grave?" een eerste sterke passage, waarna "Fox Club" een uitstekende en korte overgang vormt naar het perfect verbonden, ijzersterke singleskoppel "Apocalypso" (hier horen we opnieuw de gedreven bas-drumcombinatie van Frengers’ "Snow Brigade") en "Special" (zo poppy klonk de groep nog nooit). Helaas gaat And The Glass Handed Kites kopje onder in zijn eigen ambities: "Zookeepers Boy" luidt het begin van het richtingloze einde in.
In die tweede helft lijken de songs immers maar snelle vullertjes te worden, tussen clever gevonden overgangen in. Outro wordt intro wordt weer outro wordt weer intro, en ergens tussenin heette het ding "An Envoy To An Open Field" of "The Seething Rain Weeps For You". Komen de meubelen in extremis redden: de niet aan elkaar verbonden prachtsongs "White Lips Kissed" (ingetogen piano mag beginnen, waarna halverwege de hele boel openbloeit) en "Louise Louisa" (van nóg meer ingehouden naar nóg grootser om pakkend solo te eindigen).
And The Glass Handed Kites is een veeleisende plaat die niet altijd beloont: Mew heeft te veel energie gestoken in het zoeken naar clevere overgangen en soms te weinig moeite in de songs. De aandacht ging duidelijk volledig naar de veelgelaagde arrangementen. Vergeleken met Frengers is dit dan ook een ontgoocheling. We weten dus dat de jongens beter kunnen, maar ook dat veel groepen een moord zouden begaan voor de helft van hun ideeën. We blijven volgen en hopen op een snelle rechtzetting.