Peter Evans Zebulon Trio :: 8 mei 2015, De Singer

Zelfs al ben je er op voorbereid, en we zagen hem al voldoende keren (ook met dit trio, twee jaar geleden) om zijn capaciteiten zo’n beetje te kunnen inschatten, dan nog is het weer even wennen aan die ronduit verbluffende beheersing en experimenteerdrift van trompettist Peter Evans. Met twee gulle sets, samen goed voor zeven kwartier improvisatie, bracht hij nog eens bewijs van zijn onwerkelijk talent.

En om foute veronderstellingen meteen de kop in te drukken: Evans kiest geen collega’s die er voor spek en bonen bij zitten, of ter meerdere eer en glorie van eigen zijn kunnen. Met bassist John Hébert en drummer Kassa Overall heeft hij een paar uitmuntende muzikanten aan boord gehesen, die bovendien ook hun stempel op het concert wisten te drukken. Zo’n Hébert is vermoedelijk een van de meest begenadigde bassisten van het moment, eentje die zich perfect in z’n sas voelt in vrij traditionele jazz (hij speelde o.m. ook aan de zijde van Fred Hersch), maar ook binnen vrije improvisatie van de abstracte soort, subtiele kamermuziek of broeierige grooves. En hier werd behendig tussen die categorieën gestuurd.

Drummer Overall is al helemaal een opmerkelijk figuur, schijnbaar weggelopen bij een of andere hiphop-crew en een muzikant die het niet moet hebben van geweld of virtuoos vertoon, maar van instinct en een eigenaardige, haast nonchalante stijl. Zo had hij net voor het concert beslist om de spanning van drumvellen helemaal overboord te gooien, waardoor de drumkit enerzijds klonk als een goedkoop speelgoedmodel (zeker met die vlakke plofstoten van de basdrum), maar anderzijds natuurlijk een heel eigen charme toevoegde aan het concert. En dat was er eentje die herinnerde aan het vorige concert, maar tegelijk heel anders was.

De aanzet was immers puur minimalisme, met twee noten van Hébert die net zo goed deel uitmaakten van het stemmen en vergezeld werden van luchtgolven op Evans’ pockettrompet. Het was een mantra-achtige start, die gestaag aan intensiteit en densiteit won. Evans controleerde en bewerkte klanken, deed zijn instrument even haast als een klarinet klinken en begon te sputteren met en zonder mondstuk. De hoofdmoot was vrije impro, maar er werd ook gespeeld met gecomponeerd materiaal (de bladmuziek op het podium stond daar natuurlijk met een reden), maar dan op zo’n verrassende manier, dat er duidelijke instructies of op z’n minst een paar afspraken aan moeten vooraf gegaan zijn.

En het blijft een zicht om die Evans aan het werk te zien, voorover gebogen, het lijf één en al spanning, de knieën soms dicht tegen elkaar geperst, in de weer met allerhande geluidjes om in een vingerknip ineens over te schakelen naar pure jazz die de toonladders op en af knalt. Pas na veertig minuten viel de muziek even stil, om daarna opnieuw uit te pakken met iets dat je kan omschrijven als een (bijna) bluesy groove, vol wentelende figuren, golvende effecten en gloeiend heen-en-weer-verkeer. Opnieuw: epische acrobatie, broeierige sfeer en, ineens, ultrastrak samenspel. Iets dat aan het begin van de tweede set gespiegeld werd door een ritualistische draai in de muziek, gefundeerd op het flexibele, soms verrassend eenvoudige basspel van Hébert, het gortdroge, ritmische drummen van Overall en de ontregelde, tussen minimaal en maximaal slingerende trompetcapriolen van Evans.

En tenslotte een compleet uit elkaar gehaalde versie van Monks “Ask Me Now” in de bisronde, met Evans die op pockettrompet de meest iele regionen opzocht die hij kon bereiken en behendig rond het thema slalomde, al stak het aan het einde dan toch duidelijk de kop op. En zo kon je het hele concert eigenlijk opnieuw beschouwen als een sierlijk struikelende dans rond een traditie die vanuit de meest uiteenlopende perspectieven benaderd werd. Jazz, vrije improvisatie, minimalisme en avant-gardetechnieken werden gejongleerd op een manier die herinnert aan zo’n circusartiest die een resem kegels de lucht in keilt en het boeltje in beweging blijft houden, desnoods zelfs met gesloten ogen. En een techniek of aanpak waar je nooit helemaal vat op krijgt. Wat voor sommigen ongetwijfeld aanvoelt als overkill, is in handen van een meester eigenlijk vooral het optimaal gebruik maken van mogelijkheden. Dit akoestische trio is misschien niet zo excentriek als zijn kwintet, maar behoort al net zozeer in een categorie apart.

Dank aan Cees Van de Ven / Draai Om Je Oren voor de foto’s.

Release:
2015
http://moreismorerecords.com/
More Is More Records
Beeld:
Cees Van de Ven / Draai Om Je Oren

aanraders

verwant

3x Peter Evans

Trompettist Peter Evans − oorspronkelijk afkomstig uit de New...

Peter Evans :: Being & Becoming

Op Being & Becoming introduceert trompettist Peter Evans zijn...

enola’s vijftig beste platen van de jaren ’10

Dit is het allerbeste wat het decennium heeft voortgebracht. Video...

Gent Jazz 2019

3 juli 2019 Je moet het maar durven: het kruim...

Mary Halvorson

4 november 2018Jazzfest Berlin

recent

Hinds :: Boom Boom Back

Kijk, we hebben geprobeerd ons te verzetten. Met een...

Pet Shop Boys :: Nonetheless

De vijftiende van Pet Shop Boys is niet Electric,...

Maria Iskariot :: EN/EN

Tot spijt van wie het benijdt: de meisjespunk van...

Fallout – Seizoen 1

De afgelopen jaren worden meer en meer games uitgewerkt...

Neil Young & Crazy Horse :: F##in’ Up

Het was soms moeilijk om niet overweldigd te worden...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in