In de rumoerige jaren zeventig steeg het zelfbewustzijn van onze Black Brother tot ongekende hoogten. Gaandeweg ontwikkelde zich een eigen subcultuur, maar deze werd razend snel opgepikt door blanke mannen in dure pakken: blaxploitation was een feit. Maar the brothers en sisters maalden er niet om.
Film na film projecteerde immers het grootstedelijke leven uit wijken als Harlem op het witte doek en bracht door negers bestuurde en bestreden misdaadorganisaties naar voren. De blaxploitationfilm bij uitstek is uiteraard Shaft (met Richard Roundtree), maar ook anderen probeerden een graantje mee te pikken met het James Bondvehikel Live And Let Die en haast ridicule genrefilms als Blacula tot gevolg.
De films mogen dan wel gigantisch gedateerd ogen, hun soundtracks weten nog steeds muziekliefhebbers te charmeren: de zwoele en soulvolle nummers mikken nog steeds op de lendenen en vormen dan ook een dankbaar plunderarsenaal voor dj’s en sampleartiesten, al gaat niet iedereen er even intelligent of respectvol mee om.
Producer Madlib behoort tot die wonderkinderen wiens vele uitstapjes gesmaakt worden door muziekliefhebbers allerhande. Naast de aliassen Quasimoto, Madvillain en Lootpack, opereert de man ook onder het pseudoniem Yesterdays New Quintet, waarbij hij voornamelijk soul- en jazzklassiekers herinterpreteert. Yesterdays New Quintet ontstond immers toen Madlib in opdracht van Blue Note met diens backcatalogue aan de slag ging, wat resulteerde in het knappe Shades Of Blue.
Nadat Madlib onder zijn nieuwe pseudoniem eerder al Angles Without Edges en Stevie uitbracht, waarop hij Stevie Wonders’ Songs In The Key Of Life interpreteerde, waagt hij zich nu aan wat we gemakshalve "de soundtrack voor een blaxploitationfilm" noemen. Maar waar Madlib bij Tribute To Weldon vooral de rol van producer op zich nam en Monk Hughes & The Outer Realm de muziek verzorgden, is hier sprake van een "joint effort" waarbij Madlib zelf deel uitmaakt van de getalenteerde "Sound Directions".
Enkele nummers zijn dan ook van de hand van Madlib zelf. Zo geeft de intro "Directions" al onmiddellijk te kennen waaraan we ons mogen verwachten. "Dice Game" laat een opzwepende beat de teneur bepalen terwijl allerhande blazers de sfeer van nachtclubs evoceren. Het broeierig hete "The Funky Side Of Life" schakelt de talenten van Malcolm Catto in, die als geen ander weet hoe het drumstel te geselen. De blazers volgen het hoge niveau maar het is maar al te duidelijk voor wie de glansrol ditmaal is.
Het smerig futuristische "Theme For Black Ivory" laat nog een andere kant van Madlib horen: de dreunende, droge drums van Babatunde domineren de bevreemdende geluiden voor deze soundtrack bij een low budget b-film. Ook "Play Car" laat bizarre klanken de bovenhand nemen, waardoor zelfs de ritmesectie niet meer lijkt te weten van welk hout pijlen te maken. Het nummer is overigens, net als het sterk op lounge steunende "Wanda Vidal", volledig ingespeeld door Madlib.
"A Divine Image" (David Axelrod) plaatst zich in het gezelschap van "Theme For Ivory Black", al is de dreiging veel tastbaarder geworden. "Fourty days" (Billy Brooks) krijgt een hoekige ritmesectie terwijl de blazers voluit durven te gaan, maar de song overtuigt niet. Met het opgejaagde "The Horse" (Cliff Nobles) en het rustige "On The Hill" (Oliver Sain) weet Madlib zijn talenten veel beter te etaleren.
The Funky Side Of Life lijdt aan hetzelfde euvel als de soundtracks waaraan de plaat een hommage is: zonder de bijhorende beelden verzanden de songs te snel in achtergrondgeruis. Het genie van Madlib weet echter opnieuw een coherent geheel naar voren te schuiven zodat deze plaat uitermate geschikt is voor al uw blaxploitationfuiven — zolang er maar voldoende brothers and sisters zijn, uiteraard.