Van alle cineasten die ons Belgenlandje rijk zijn, intrigeert het Brusselse regisseursduo Hélène Cattet en Bruno Forzani wellicht het meest. Hoewel beiden zich bewegen langs de krijtlijnen van B-filmgenres zoals de giallo of de erotica uit de jaren negentienzeventig, heeft hun oeuvre een zodanige visuele punch dat filmmakers uit veel respectabeler genres hen wellicht hierom benijden. In Reflet dans un diamant mort, hun eerste worp in acht jaar, jagen ze de Europese spionagefilm door een prisma om zo tot een bont geheel te komen aan cinefiele referenties en associaties zonder daarbij de wereld van vandaag te vergeten.
John Diman, een gepensioneerde topspion die resideert in een luxehotel aan de Côte d’Azur, raakt op een dag geïntrigeerd door zijn piepjonge buurvrouw. Zijn libido ontwaakt en neemt hem in gedachten mee naar zijn gloriejaren in ‘de golden sixties’. De voorliefde voor juwelen, knappe vrouwen en het nodige wapengeweld maakten van hem als het ware de evenknie van James Bond. Terug in het heden verdwijnt zijn buurvrouw even snel als ze gekomen is en Diman wordt terug geworpen in een wereld waar niets is wat het lijkt. Zelfs zijn eigen identiteit wordt op den duur in vraag gesteld. Zijn diamanten dan toch niet voor eeuwig?
Cattet en Forzani gruwelen van de benamingen ‘homage’ en ‘pastiche’ die op hun oeuvre worden geplakt. Hieruit spreekt volgens hen immers een vrij slaafse kopieerdrift. Veel liever gaan ze als volleerde marionettenspelers aan het werk en manipuleren ze een welbepaald genre dat het een lieve lust is. Cinema over cinema, maar met weerhaakjes. In tegenstelling tot Tarantino met zijn neurotische personages die allerlei spitsvondigheden spuien over populaire B-filmcultuur, toont het regisseurskoppel ons de mechanismen achter diezelfde cultuur – net als de schaduwzijde ervan. “Meneer Diman, als u binair blijft denken, zal u niet lang meer meegaan”, orakelt een personage in de film. Is de topspion in feite een misogynistische nar die, net als een diamant, een verwrongen reflectie is van een gedachtegoed over vrouwen dat al lang niet meer de onze is? Of eerder een stripheld in felle kleuren die voor niets meer en voor niets minder duizenden lezers amuseert in de goedkoop gedrukte Italiaanse stripblaadjes, oftewel ‘fumetti’? En wat moeten we ten slotte denken van de acteur die gestalte geeft aan dergelijke personages? In tegenstelling tot de vedettes op pellicule zijn zij wel van vlees en bloed. Onvervangbaar versus vervangbaar. Achter de rollercoaster van viscerale indrukken en het ‘cinematografische orgasme’ dat de makers ons willen bezorgen, schuilt wel degelijk een rolprent die niet alleen vragen stelt over onze voorliefde voor spionage, maar ook aantoont waarom dit genre er decennia na decennia in slaagt om het publiek te verleiden en voor zich te winnen.
Reflet dans un diamant mort is dus niet alleen een briljante vingeroefening die onze voorliefde van het spionagegenre toejuicht, bevraagt en bekritiseert. Het is tevens een Freudiaanse duik in de psyche van de spion als fenomeen in de popcultuur: een postmoderne aanpak die amusement verbindt met het cerebrale.