Af en toe valt eens te lezen hoe iemand zich online als het andere geslacht voordoet en in de vroegere jaren 2000 besloot journaliste Norah Vincent (1968-2002) zelfs om 18 maanden lang als een man te leven in een poging te begrijpen hoe het voelt om deel uit te maken van het andere geslacht. Ze schreef die ervaringen neer in het in 2006 gepubliceerde Self-made man waarbij ze een opvallend genuanceerd beeld bracht van mannen en hun wereld en concludeerde hoe elk geslacht te kampen heeft met uitdagingen en moeilijkheden, en daarbij het unieke beeld van privilege ondergroef.
In de strip Mannenhuid wensen Hubert en Zanzim verre van zover te gaan maar toch kaarten ze ook bepaalde maatschappelijke verwachtingen aan die ze bekritiseren vanuit het perspectief van hun vrouwelijk hoofdpersonage, die letterlijk in een mannenhuid kruipt. Het werk verscheen in het Frans in 2020 en was de zesde samenwerking tussen Hubert en Zanzim. Terwijl Hubert doorheen de voorbije twee decennia met verschillende andere artiesten samenwerkte, lijkt Zanzim zijn stripwerk grotendeels verbonden te hebben aan Hubert (als scenarist en/of inkleurder). Beide debuteerden overigens omstreeks de eeuwwisseling en werkten in 2002 al een eerste maal samen voor het tweedelige Les Yeux Verts. Doorheen hun oeuvre lijken ze steevast (lichte) maatschappijkritiek te geven met verhalen waarin kleine fantasie-elementen verweven zijn.
Mannenhuid speelt zich af in een niet nader genoemd Renaissancistisch Italiaans stadje waar de achttienjarige Bianca zich voorbereidt op een gearrangeerd huwelijk met de iets oudere Giovanni. Conform de gebruiken van de tijd kennen de toekomstige echtgenoten elkaar niet, wat Bianca tegen de borst stuit. Haar moeder is blind voor haar verzuchtingen, in tegenstelling tot haar tante die haar tijdelijk bij haar thuis laat logeren. Daar toont ze Bianca het familiegeheim: een mannenhuid die alle vrouwen in de familie ooit aangetrokken hebben om zich tijdelijk als man in de samenleving te kunnen bewegen. Voor Bianca vormt het de uitgekozen gelegenheid om haar verloofde te leren kennen vooraleer met hem in het huwelijk te treden.
Aanvankelijk valt die kennismaking echter tegen, Giovanni is een snoeshaan en opschepper die zich laatdunkend uitlaat over Bianca. Haar tante raadt haar echter aan hem een tweede kans te geven door er op te wijzen dat mannen net zozeer een rol spelen als vrouwen. Tussen Bianca`s mannelijk alter ego Lorenzo en Giovanni ontstaat dan ook al snel een vertrouwensband die Bianca niet alleen een beter beeld geeft van wat achter de vaak gesloten deuren van kroegen plaatsvindt maar ook doet beseffen dat Giovanni zijn eigen geheimen en meer aandacht heeft voor Lorenzo dan Bianca zelf. In de daaropvolgende hoofdstukken wordt hun relatie verder uitgediept, met Bianca in beide rollen terwijl ook de maatschappij waarin ze leven onder de aandacht wordt gebracht.
De drijvende kracht en antagonist hierbij is Angelo, Bianca`s broer die als priester gewijd is en aan de theologische faculteit studeerde. Als religieuze scherpslijper ontwikkelt hij zich tot een rigide moralist die in de eerste plaats vrouwen als zondige verleiders veroordeelt maar net zo min een goed woord over heeft voor wie dan ook potentieel aan de zonden van het vlees zou bezwijken. Zijn donderpreken en charisma leiden ertoe dat hij steeds meer grip op de stad krijgt en langzaam maar zeker elke uitspatting verbiedt. De gevolgen voor Bianca/Lorenzo en Giovanni lijken niet te overzien, in het bijzonder omdat ze Angelo waar mogelijk tegenwerken, maar het is ook de vraag hoever Angelo het zelf kan drijven zonder machtige (mannelijke) vijanden te maken.
Mannenhuid neemt de tijd om zijn verhaal te vertellen en de verschillende personages uit te diepen. Hoewel Bianca als zichzelf en als Lorenzo centraal staat, krijgt de lezer ook de kans de andere personages te leren kennen. Bovendien waakt Hubert ervoor om hen karikaturaal of eenzijdig voor te stellen. Niet alleen Giovanni, die zich zeker in het begin hypocriet gedraagt, krijgt de nodige nuancering maar ook de moeder en vriendinnen van Bianca, die zich veel meer plooien naar de maatschappelijke normen en verwachtingen. De enige die er bekaaid van afkomt, is Angelo. Al kan opgemerkt worden dat hij zich wel consequent gedraagt conform zijn overtuigingen, zelfs als hij daardoor meer vijanden dan vrienden maakt en zichzelf buiten spel dreigt te zetten.
Hubert en Zanzim zijn treffend op elkaar ingespeeld en weten het beste uit elkaar te halen ten voordele van het verhaal. Of het nu om het verhaal zelf gaat, de inkleuring (beide Hubert) of de fraaie tekeningen en bladspiegels (Zanzim), steevast draagt het bij tot het geheel met een speelse maar ook tijdloze invulling, die zich net zozeer leent voor dit verhaal dat zich in de Renaissance afspeelt, als voor de andere tijdsperiodes die beiden in hun ander werk aanboren.
Tot op heden is weinig tot geen van dit werk in Nederlandse vertaling verschenen en dat is jammer want Mannenhuid is meer dan voldoende bewijs dat het verdient om ook ontsloten te worden.