De grafische pracht van het duo Kerascoët wordt voor het eerst vertaald naar het Nederlands. Het eerste deel van Beeldschoon is een prachtige middeleeuwse parabel. Het belooft veel goeds voor de twee resterende delen van het drieluik.
In een sprookjesachtige middeleeuwse setting vinden we Sardine. Ze woont in een klein dorp en wordt er door alle bewoners beschouwd als het lelijkste meisje. Sardine wordt door iedereen uitgestoten en uiteraard staat ze altijd achteraan de rij wanneer een knappe ridder voorbij komt. Enkel de mollige Pieter is een trouwe vriend. Hij verdedigt Sardine wanneer hij maar kan. Door een betovering wordt Sardine dan plots door iedereen bekeken als het mooiste wezen op aarde, ze wordt Beeldschoon. Haar hele leven kantelt en alles wordt mogelijk. Iedereen ligt aan haar voeten.
In de stijl van een echt sprookje opent Beeldschoon met het miserabele lot van Sardine. Het contrast met haar leven na de betovering kan niet groter zijn. Hubert drenkt zijn pen in de inkt waarmee middeleeuwse vertellingen meestal beginnen. Ons deed Beeldschoon sterk denken aan het recente De Nar van Zidrou en Francis Porcel. Daar ging het ook om een middeleeuwse vertelling waar de aan- of afwezigheid van schoonheid het hoofdpersonage in grote mate tekende. Ook Hubert maakte een ambachtelijk, stevig scenario. Het gaat hier enkel om een eerste deel, maar de beloftes worden alleszins geschapen voor een geladen drieluik.
Hoe degelijk Huberts scenario ook is, alle aandacht in Beeldschoon gaat zonder twijfel naar de opvallende tekeningen van het Franse duo Kerascoët (Marie Pommepuy en Sebastien Cosset). Hun werk sluit sterk aan bij dat van Christophe Blain of Joann Sfar, de Franse school die in de jaren 90 opgang maakte. Toch heeft Kerascoët het grote voordeel dat hun tekeningen ook de liefhebbers van het klassieke tekenwerk kunnen aanspreken, — met dank aan de elegantie en het prachtige kleurenpalet. Hun pagina’s zijn stuk voor stuk voorbeeldige platen om in te kaderen. Op een ingenieuze manier spelen ze overigens met het beeld van Sardine. Wanneer ze zelf praat, tekenen ze de oorspronkelijke versie. Zodra echter de blik van anderen meespeelt in het verhaal, schakelen ze over naar de pracht van Beeldschoon. Die overgangen gebeuren heel naturel en al gauw waren we mee met het dubbele gezicht van Sardine.
In een hoog tempo zal uitgeverij HUM de trilogie op de markt brengen. Het tweede deel zal bij het verschijnen van deze recensie al in de winkel liggen, met het slotdeel voorzien voor december. Voor de kleine uitgeverij is Beeldschoon een erg ambitieus project. Tot nu toe waren ze vooral gespecialiseerd in vertalingen van Italiaanse strips als Tex Willer. Met dit eerste deel van Beeldschoon verdienen ze applaus. Het album is immers prachtig uitgevoerd. Ze geven aan het lezerspubliek hiermee een indrukwekkend visitekaartje af voor hun toekomstige uitgaven. Wij hopen alleszins dat nog meer werk van Kerascoët in het Nederlands vertaald zal raken.