Allicht kent onze tijd geen grotere uitdaging dan artificiële intelligentie. Hoewel in de kunsten, en meer specifiek vooral in romans, al decennialang gewaarschuwd wordt voor de potentiële gevaren van technologie die, onafhankelijk van een sturende menselijke hand, op autonome basis tot leren kan overgaan, weet de mens zich vandaag nog steeds geen houding te geven ten aanzien van wat de nabije toekomst allicht zal brengen. In het vacuüm van dat denken over en rond AI, springt Richard Powers met wat gerust een onverwacht gewaagde roman mag genoemd worden.
Voor zover Pulitzer-prijswinnaar Richard Powers nog een introductie behoeft: de Amerikaanse zestiger staat bekend om uitstekend gedocumenteerde romans, waarin fascinatie voor cultuur, geschiedenis en wetenschap hand in hand gaan. Denk bijvoorbeeld aan Orfeo (2014), waarin muziek en microbiologie ongewoon nauw op elkaar worden betrokken. Ook doorheen The Gold Bug Variations (1991), uiteraard een knipoog naar Bachs wereldvermaarde Goldbergvariaties, liet de schrijver wetenschap en musicologie een onderlinge tango dansen.
Schrijft Powers daarmee al ruim drie decennia hetzelfde soort boeken bij elkaar? In geen geval. Bewilderment (2021) is een voor Powers’ doen atypisch uitgepuurd en sterk verhalend boek, waarin de lezer dicht op de huid kruipt van een kind met autisme. The Overstory (2018), waarvoor Powers met het winnen van een Pulitzer de belangrijkste prijs in zijn carrière in de wacht sleepte, focust anderzijds op bomen, waarbij de schrijver wetenschappelijke informatie naadloos verwerkt in een narratief waarin de tragische lotgevallen van een handvol mensenlevens tot literatuur van de zuiverste soort worden opgetild.
Met Playground (2024), nogal vrij vertaald als Vrij spel, verlegt Powers zijn aandacht naar water, en alle leven die in rivieren en meer bepaald oceanen woekert. Net zoals in vorige boeken heeft de Amerikaan er niet de minste moeite mee zijn oneindige verrukking over zoveel biologische diversiteit door een schitterende resem diepmenselijke verhalen te weven. Ook in deze roman valt het relaas immers uiteen in een aantal subplots, waarvan de eindjes finaal verknoopt zullen worden – althans dat lijkt de logische, latente belofte van een boek waarin totaal verschillende personages in totaal verschillende werelden worden opgeroepen.
Voor de lezer doet die constellatie van bij de start nogal romanesk aan: met ‘naturel’ hebben de wel erg diverse verhaallijnen schijnbaar weinig van doen. Toch weet Powers zijn verhalende elementen steeds nauwer op elkaar te betrekken. In de finale blijkt dat Playground echter niet alleen de naam is voor het sociaal mediaplatform waarvan een van de hoofdpersonages aan de wieg staat. De term verwijst tevens naar het genre van de literatuur als ‘speelveld’, als vrijplaats voor experiment, als broeikas waarin het kunstmatig-creatieve als het ware nieuwe realiteiten kan blootleggen.
Voorgaande klinkt weliswaar bijzonder vaag, maar het zou zonde zijn het ingenieuze slot dat Powers bedacht heeft zomaar weg te geven. Precies in de finale ligt immers de abstracte meditatie besloten die dit boek wil zijn. Zo eindigt Vrij spel (in zijn geheel een uitstekende vertaling waarin Jelle Noorman allicht bewust het literaire proces van creatie en inspiratie heeft willen capteren, waar ook Powers met zijn titel op alludeert) niet bij het einde, want het slot markeert een nieuw begin: retrospectief mag de lezer het hele boek terug overpeinzen, om de puzzelstukken naadloos in elkaar te zien passen.
Alles bij elkaar genomen levert het literatuur op z’n best op: beklijvend, ingenieus en eloquent onderweg, alsook verrassend, hartroerend en bijzonder actueel bij het orgelpunt. Haalt Powers daarvoor grote kunstgrepen van stal? Eigenlijk niet, want hij blijft de principes van zijn thematiek perfect trouw. Lijkt Vrij spel tijdens de eerste helft van het boek soms een wat te stereotiep opgezette combinatie van tegengestelde lijnen die uiteindelijk onvermijdelijk verknoopt zullen geraken, verteld vanuit het natuurtalent dat Powers nu eenmaal is? Dan maakt de schrijver van dit zogezegd voorgekauwde spel wederom een echt spel, waarvan het de lezer even gaat duizelen.
Wetende dat de Pulitzer meerdere keren door dezelfde persoon kan gewonnen worden, valt te hopen dat de jury al een kopij van Playground in handen kreeg.