De onopvallende Amerikaanse horrorfilm Strange Darling is duidelijk opgezet als een hommage aan de videojunk die in de jaren tachtig de onderste rekken van de lokale videotheek bevolkte, aangevuld met de nodige knipogen naar rauwe ‘survival’ klassiekers uit de jaren negentienzeventig zoals The Texas Chainsaw Massacre, Last House on the Left en The Hills Have Eyes. Dat is niet echt een nieuwe of originele insteek, maar heel recent bewees Ti West nog met X en in mindere mate Maxxxine, dat een doordachte benadering van een dergelijk project behoorlijk wat filmisch raffinement kan opleveren, zolang je voor en achter de camera maar het nodige talent verzamelt dat op zoek is naar het brengen van meer dan een loutere pastiche.
Het is op dat vlak van pastiche dat het schoentje serieus knelt voor Strange Darling. Het is één zaak om je te laten inspireren door een bepaald soort genrecinema, het is iets anders om daar zo nadrukkelijk mee te koop te lopen. “Alles werd opgenomen op 35 mm film” verklaart de openingsgeneriek trots. Mooi, maar dat kan je beter de kijker diets maken door gebruik van textuur en de eigenschappen van de pellicule dan dat zo overdreven te etaleren (trouwens, als de makers dan toch zo graag een bepaalde periode voor de geest willen brengen, dan hadden ze een betere keuze kunnen maken inzake beeldformaat). Het blijft niet bij tekstueel nadrukkelijke referenties, ook het overdreven gebruik van kleurfilters, lens flares en rook, is dermate nadrukkelijk dat we echt wel doorhebben dat de film héél erg graag de cinema uit bepaalde periodes in herinnering wil brengen. Dat levert vooral een soort ‘Ti West du pauvre’ op over een nachtelijke seksuele escapade die uit de hand loopt en begint in medias res wanneer een gewonde blondine in de openingsscène achtervolgd wordt door een man met een jachtgeweer. Die structuur is nog zo’n opzichtig slimmigheidje. De film wordt immers verteld in niet-chronologische hoofdstukken die de nodige verrassende plotwendingen moeten onthullen. Helaas verhult die aanpak niet dat het allemaal nogal zwakjes is en weinig boeiend, hoe bloedig het er soms ook aan toegaat en al wordt er vaagweg gesuggereerd dat het allemaal gebaseerd is op ware feiten, wat dus niet het geval is.
Een even groot probleem als de veel te zelfbewust met referenties strooiende visuele aankleding, is dat Strange Darling vervolgens geen genoegen neemt met de status van flauwe pastiche. Neen, de film wil zo nodig ook nog iets te zeggen hebben en dus wordt er een lang en saai intermezzo bijgesleurd dat poogt te vertellen over consensual/non-consensual spelletjes en over genderclichés in dit soort titels. Zoals de rest van de prent is het echter allemaal weinig subtiel en vooral bedoeld om de aandacht op zichzelf te trekken. Je kan zo bijna de weinig bekende regisseur JT Mollner (die ook zelf het script schreef) horen denken “kijk eens hoe mooi we dit alles ook nog eens gebruiken voor commentaar op hedendaagse ideeën.” Wie wel een sterke prent wil zien die met dit soort genre-elementen speelt én naast esthetische kracht ook nog doordachte commentaar weet te leveren, keert beter even een paar jaar terug om uit te komen bij Emerald Fennells Promising Young Woman.