Hij is ondertussen een klein jaar met pensioen, maar dat zult u aan Marcel Vanthilt niet gemerkt hebben. U hoort hem elke week op Willy de nieuwste rockhypes serveren, en nu is er met Het heelal is hier ook een kersverse Arbeid Adelt!-plaat die verre van belegen klinkt. Aan stoppen denkt hij al evenmin: “Een kleinkunstplaat; dat zal het volgende zijn, maar daar heb ik nu nog geen zin in. Kom eens terug binnen twintig jaar, als ik vijfentachtig ben.”
enola: Een rustig pensioen zat er niet in?
Marcel Vanthilt: “Neen. Wat had ik moeten doen? Als ik stilzit, stopt mijn leven, en ik wil nog even doorgaan. Ik kan dus niet in Zuid-Afrika onder een boom gaan zitten, een fles per dag drinkend. Het lijkt me nochtans leuk – ‘kwart voor zes, dat was de eerste fles’, zoals ik in “Pelikaan” zing – maar ik moet daar mee opletten want anders is het elke dag aperitief van elf uur ’s ochtends tot tien uur ’s avonds. Ik moet dus andere dingen doen zoals optreden, muziek maken en dingen creëren.”
enola: Is het pensioen op dat vlak een bevrijding? Dat je nu kunt doen wat je wil?
Vanthilt: “Goh, mijn zelfstandigenpensioen van 1300 euro per maand, daar kun je nu ook niet van leven, al moet ik er niet per se bovenop klussen, ik heb gespaard want ik wist dat dit er aan kwam. Maar ja, ik wil nu wel doen waar ik in zin in heb, en het fijne is dat dat voor dit jaar al gelukt is. 2023 staat nu al tot en met november vol met fijne dingen. Ik kan daar heel erg blij van worden.”
“Radio maken zoals ik tegenwoordig op Willy doe is geweldig, en is heel erg bevrijdend in vergelijking met televisie. Want daar komt om te beginnen al een cameraman bij, en een geluidsman en een regisseur. En dan nog twee redacteurs die alles beter willen weten, een producer die denkt dat het met Bart Peeters moet gebeuren, en een marketingfiguur die die dan weer te oud vindt, en er een jong mieke op wil zetten – bla bla bla. Bij Willy kies ik plaatjes, ga die bij hen draaien terwijl ik tussendoor wat onzin verkoop, en ze zeggen: ‘leuke show’. (lacht) Dat is van een ontzettende vrijheid.”
enola: En er is dus ook nieuwe muziek. Vijf jaar geleden sprak ik je over je debuut onder eigen naam en zei je “nummer twee en drie staan al klaar in mijn hoofd”. Het werd dan toch opnieuw Arbeid Adelt!?
Vanthilt: “Ja, zelfs al zijn de twee andere onderweg afgevallen. Luc (Vanacker, gitarist – mvs) had al lang een burnout, en wil niet meer optreden, zelfs al heeft hij zo goed als alle gitaren op deze plaat ingespeeld. En Jan (Vanroelen, sax en synths – mvs) heeft het aan zijn hart. Dus nu ze eindelijk uit is, is het een Arbeid Adelt!-plaat waarop ik alleen overblijf, en op het podium sta met een andere band. En ja: de volgende twee platen zitten ook al in mijn hoofd (lacht) want ik vind dat dat hele proces van opnemen en uitbrengen ellendig lang duurt. Gisteren nog deed ik op café een optreden met Andrew Claes (Stuff. en ook actief op Het heelal is hier) en nog wat jazzmuzikanten. We brachten deze plaat, maar dan enkel de teksten terwijl zij de rest volledig improviseerden. Dat is opgenomen, we kunnen dat volgende week uitbrengen – dezelfde plaat, maar met een andere band.”
enola: Dus Arbeid Adelt! is vanaf nu Marcel Vanthilt met een nieuwe band?
Vanthilt: “Toch zeker wat betreft de concerten, en we moeten dan eens zien wat het wordt voor toekomstige platen. Want als Luc ook niet meer meedoet, dan is het niet meer Arbeid Adelt! Maakt mij ook niet zo veel uit, misschien is het net goed om de naam na deze plaat echt neer te leggen en dan een band te beginnen die ’t Stad Leest heet of zo – het maakt niet uit.”
enola: Wat maakt Arbeid Adelt! Arbeid Adelt?
Vanthilt: “Dat vragen mensen zich ook al eens af: ‘wat voor muziek is dat nu?’ Noem het wat mij betreft ‘kubistische neopop’, want het is eigenlijk wel pop, maar ook experimenteel, zij het niet van de onbeluisterbare soort. Zelfs al neigt het daar soms naar, het heeft altijd wel een beat van begin tot einde, en er zijn melodieën die je zou kunnen meefluiten. Pop dus, maar dan hoekig en vierkant.”
“En ik heb mijn best gedaan om de teksten deze keer absoluut totaal onverstaanbaar te maken. Voor mij is elk nummer nochtans een heel duidelijk prentje, maar ik wil niets uitleggen; het zijn abstracte schilderijen. Zoals een ander klodders verf tegen de muur smijt, zo knip ik bij wijzen krantenkoppen uit de krant, neem ik slogans die ik omkeer, en herhaal ik die tot het iets wordt. Het resultaat is geslaagd, vind ik, het is iets wat niemand anders doet – toch niet in het Nederlands.”
enola: Het resultaat is heel erg Marcel Vanthilt.
Vanthilt: “Dat is zo. Ik denk hard na over wat ik wil doen, hoor. Een kleinkunstplaat; dat zal het volgende zijn. Dan moet ik gewoon tien of vijftien heel erg mooie Kris De Bruyne/Raymond van het Groenewoud-achtige teksten schrijven. Maar daar heb ik nu nog geen zin in, daar is mijn kop nog te wild voor en ik nog niet oud genoeg; kom eens terug binnen twintig jaar, als ik vijfentachtig ben: ‘ik heb een plaat gemaakt over het overlijden van mijn moeder – oh waar ben jij toch, na al die jaren?’ (schatert het uit)”
“Ik kan me zo serieus niet houden. Laatst keek mijn vriendin naar een programma met Dirk Dewachter op NPO3 over ‘wat is liefde?’. Ik heb twee minuten proberen mee te kijken, maar ik kon het echt niet houden; wat een onzin. Dan zie je opnieuw die man die zijn vrouw bij de aanslagen verloor, en ik respecteer zijn gevoelens heel hard, maar dat zo etaleren vind ik een beetje klef; ik doe dat liever niet. Het is moeilijk om op dat vlak mooie teksten te schrijven, vind ik. Leonard Cohen en veel anderen hebben heel hun leven niets anders gedaan dan over liefde en verdriet schrijven, maar zij konden dat omdat ze het deden op een manier die nog nooit gedaan was.”
enola: Ik liep gisteren even door je teksten, en daar valt inderdaad geen touw aan vast te knopen zonder handleiding. Een vormvraag dus: wat heb jij met de a-klank?
Vanthilt: (lacht) “Ja, dat is Arbeid Adelt! Neen, geen idee. Het is de eerste klank van het alfabet, helder ook. Een ‘e’, daar hangt een smaakje aan, een ‘o’ gaat veel lucht door waar een ‘u’ veel te strikt is en ‘i’ scherp als een mes. Neen, bewust is het niet. (lacht) Het zou een mooie psychologenvraag zijn – wacht, ik leg me wel even op de divan.”
“Ik denk dat ik automatisch naar die klank grijp. Ik ben vaak gaan zitten met de bedoeling om het eerste wat door mijn hoofd schoot te grijpen, en dan stoot ik dus vaak op de ‘a’. Vroeger greep ik al eens naar een rijmwoordenboek, maar dat doe ik niet meer. Je moet het zelf vinden, het zit wel al ergens in je hoofd.”
enola: Muzikaal weiger je verder te borduren op het Arbeid Adelt!-geluid van pakweg “Lekker Westers”.
Vanthilt: “En de volgende keer moet het weer iets anders worden. Ik was bijvoorbeeld blij met “Heren praat niet zo”, waarin ik een sample verwerk van een Indisch meisje dat hypnotiserende ritmes maakte met handgeklap en tonggeklik. Ik vond dat op YouTube. Dat vind ik wel tof om dat te kunnen gebruiken zonder dat het wereldmuziek wordt. Want ik hou er niet van hoe alles in categorieën wordt weggestoken, en als het wereldmuziek is, moet het wéreldmuziek zijn. Fuck dat, de wereld is één pot geworden, waarin alles door elkaar moet. Onze telefoon is ook zogezegd Amerikaans, terwijl die in China is gefabriceerd en alle onderdelen gemaakt met grondstoffen die in Congo gepikt zijn. De wereld is een melting pot, laten we dus niet rigide zijn in onze muziekbeleving.”
enola: En bij Arbeid Adelt! kan alles, zolang het maar met synths is?
Vanthilt: “Heerlijke instrumenten vind ik dat. Laatst zag ik met mijn zoon All Quiet On The Western Front, mooie film, maar wat me het meeste raakte was de soundtrack: een Moog die gewoon ‘boem-boem-boem’ doet. Dat soort ronde jarenzeventigsynthklanken vind ik zo mooi. En het fijne is dat ik dan wel niets van muziek ken, maar ik kan wel zo’n machine bedienen; spelen met geluidsgolven. De soundtrack van A Clockwork Orange door Wendy Carlos is een plaat die ik blijf beluisteren; de negende van Beethoven op synth, ik blijf dat geniaal vinden.”
enola: Wat me opvalt is hoe je hiermee eigenlijk een plaat hebt gemaakt die er hard om smeekt om op Studio Brussel te worden gedraaid, tussen twee clubnummers door. Niet echt de hoek waar ze je nog in de gaten houden.
Vanthilt: “Neen, natuurlijk niet. Ach, je doet wat je moet doen. Je kunt niet blijven rekening houden met de buitenwereld. Commercieel gezien zou het wellicht beter zijn een plaat te maken die klinkt als Fad Gadget, gemikt op de newwavescene die nog altijd bestaat. En dat vind ik ook een leuk idee, want ik vind dat geluid tof. Maar wanneer zou ik dat nog doen? Ik wil ook nog slapen hé.”
enola: In “Happy is gn nls” verzet je je tegen de alomtegenwoordigheid van het Engels. Is dat een ergernis?
Vanthilt: “Natuurlijk. In elk radiojournaal, wie er ook wordt geïnterviewd, moet er altijd minstens zes keer een Engelse term gedropt worden. ‘Een win-winsituatie’ hoorde ik iemand gisteren zeggen over de oorlog in Oekraïne. En dat er een ‘window of opportunity’ was, zei die Nederlandstalige professor. Spreek dan toch gewoon helemaal Engels, gast, wat is er mis met ‘mogelijkheden’? Maar naar die Nederlandstalige alternatieven wordt zelfs niet meer gezocht.”
“Dat nummer is overigens begonnen toen mijn toenmalige vriendin in een discussie ooit uitriep ‘ik wil alleen maar happy zijn!’ Dat vond ik eng, een echt breaking point in onze relatie; zo’n afknapper (lacht) Wat is nu happy? Ja, zo’n scoutsjongen in een ribfluwelen korte broek. Wil jij zó happy zijn? Ik niet.”
enola: Heb je anders ook een mening over het gebruik van tussentaal op de VRT-zenders?
Vanthilt: “Ja natuurlijk: ik ben tegen. Ik had om te lachen een concept voorbereid om Tom Waes alle soorten programma’s – seksuele voorlichting! Een wijnproeverij! – te laten presenteren op zondagavond, in tussentaal. ‘Mannekes!’ ’t Is bijna een reclamespotje van de Gamma zo. ‘Weetenuwa? Denoorlog is gedaan.’ Ah kijk, Tom, heb je weer een boek gelezen? Ja sorry, de geloofwaardigheid is zo weg voor mij. En dat moet niet, maar tegelijk.. Op de BBC zie je hoe tal van acteurs, schrijvers en ga zo maar door dat soort reisprogramma’s wel in een verzorgde taal kunnen brengen. Zo krijg je toch iets meer de indruk dat die mensen wéten wat ze vertellen.”
enola: Je eigen televisiecarrière is ondertussen afgelopen?
Vanthilt: “Ik heb het te druk met de radio, en dat is leuk genoeg. Bij (productiehuis) De Mensen ligt nochtans een voorstel om een documentairereeks te maken over MTV Europe en wat het eind jaren tachtig/begin jaren negentig teweeg heeft gebracht. Toen die zender in 1987 werd gelanceerd, blies dat de traditionele televisie weg. Er was daar niets te zien, en plots smeten ze daar een bom op: 24 uur per dag heel hippe, coole, leuke muziek. En dat ging ook meteen tot in Oost-Europa. We kregen geweldig veel post uit Joegoslavië, en toen in 1989 heel Europa open ging, zaten wij meteen bovenop de geschiedenis; in Praag, in Zagreb, Belgrado. Dat is een heel leuk verhaal om te vertellen, maar het is een kwestie van rechten.”
“Het waren ook de laatste echt decadente jaren van de platenindustrie; het kon niet op. Michael Jacksons “Thriller”. Dat nummer duurt vier minuten, de clip een kwartier, en die kostte een miljoen dollar ofzo. Madonna had video’s die allemaal honderdduizenden dollars kostten. Daar maken ze hier een film van.”
enola: Dus dat soort televisiewerk zou je nog willen doen?
Vanthilt: “Ja, geschiedenis vind ik geweldig. Als ze bij Eén nog iemand nodig hebben voor de zondagavond, om wat geschiedenis te doceren…. Neem nu die nineties, waar we met Willy op teruggeblikt hebben. Als ik terugkijk naar de talkshow die ik in dat decennium heb gemaakt, hoe de technologie er toen bij stond, dan is er gigantisch veel veranderd sindsdien. Ik had toen een Powerbook – de eerste laptop – en wat het coolste daar aan was waren de drie screensavers die je kon kiezen – vliegende toasters! Voor de rest was dat: twintig bladzijden script printen en doorfaxen naar de chef van VTM ter goedkeuring. Iets later heb ik in de Verenigde Staten mijn eerste internetabonnement genomen; totaal primitief was dat.”
“Wat we nu kunnen met onze telefoon, is waanzin. Jonge mensen staan daar niet bij stil, maar het heeft alles afgeschaft: de encyclopedie, de krant op een haar na… De jaren negentig moet ongeveer het laatste decennium met gewone, trage communicatie zijn geweest. Is wat we nu hebben dan vooruitgang? Er is veel gemak, maar ook irritatie – al dat voortdurend updaten, berichtjes, en alarmen… je hebt een instelling gewijzigd voor je’t weet. Als ik op het toilet zit, check ik altijd of mijn telefoon niet toevallig aanstaat, zo paranoïde ben ik geworden.”
enola: Laatste vraag: krijg je nu je dat pensioen hebt gehaald een gevoel van haast, dat de tijd wegtikt?
Vanthilt: “Zeker. Ik heb nog geen tijd gehad om mijn plannen voor wat rest te maken, maar zelfs al heb ik dit jaar al aardig volgepland en wil ik nog veel doen, ook relaxed leven in de zon trekt me aan. Pensioneren in Spanje is een groot cliché op dat vlak, maar ik ken Alain Grootaers die daar leeft, en Jakobien Huisman, en het is daar leuk en gezond leven, en het kost een tiende van hier. Maar zelfs dan zie ik me nog schrijven: voor je het weet, geef ik daar dus toch weer optredens in een lokaal café – samen met twee flamencodanseressen. En ik wil ook nog wel eens leven in een aantal scheve wilde steden zoals Buenos Aires of Sao Paulo. Dat lijken me wel plekken om in oude jazzbars Hemingway te reciteren terwijl een oude blinde jazzcat zonder tanden een mopje piano speelt.”