“Badlands, you gotta live it everyday”, zong Bruce Springsteen, en dat was misschien toch wat overdreven. Zo één keer per jaar moet echter kunnen, en dus programmeerde Democrazy onder de noemer Badlands al voor de derde keer een staalkaart van hard en nieuw rockgeweld in de cafés rondom de Gentse Vlasmarkt.
Het idee? Muziek presenteren die ofwel van over het kanaal komt, ofwel de mosterd daar is gaan halen, ‘in de bakermat van post-punk en garagerock’. Want om die genres draait het. Badlands is het thuisland voor alles wat graag op snedige gitaren jakkert en scheurt, voor al wie van hoekig houdt. En dus wordt hier bijvoorbeeld het kersverse Vaag voor de leeuwen geworpen. De samensmelting van ‘kopstukken’ uit andere hardcore- en punkbands – er wordt een beetje, euh, vaag gedaan over wie het dan wel zou gaan – scoort meteen.
Lang bestaat het West-Vlaamse/Gentse gezelschap nog niet, maar duidelijk lang genoeg om al intense repetities achter de rug te hebben. Van bij aanvang jaagt Vaag, stampt het als een bokkige stier, snokt het aan de ketting als een roedel dolle dobbermannen; met de kracht van de overtuiging. Elk nummer voelt alsof de band over de snelweg scheurt, de flikken aan de broek. Na twintig minuten worden de laatste twee songs aangekondigd. Dit was een blitzkrieg waar niets tegen was opgewassen.
Al even zinderend is het net zo nieuwe Rotterdamse Dyatlov, naar eigen zeggen zowel letterlijk als figuurlijk de zwaarste band van Nederland. Dat eerste doet ons – met één oog op de gevaarlijk deinende vloer van de bovenverdieping van Café Giraf – het zweet uitbreken, maar alles houdt het gelukkig. De tweede bewering klopt ook als een bus; deze frontale botsing tussen leden van rockaristocratie als Iguana Death Cult, Jibber Jabber & The Jams, Knife Massage en Hawer biedt een gezellige chaos, waarin frontman Steffan Hofland al eens de stroom doet uitvallen – “wie doet nu een knop op een stekkerdoos?” – terwijl alles lekker doorhobbelt en pummelt als een nietsontziende oorlogskolonne.
Vraag ons geen songtitels, alles is nagelnieuw, en het maakt ook niet uit. Dit is muziek die vraagt om live beleefd te worden, en zo ook wordt gemaakt – of gekraakt. Want soms valt het niet echt mee. Proefden we bij Fowl als opener al weinig urgentie, laat staan memorabele songs, dan hapert het bij Italia 90 helemaal. Je voelt de hooliganvibe in deze band uit Zuid-Londen – gebeurt er in Noord- eigenlijk nog iets? – en ziet frontman Les Miserable (ja.) dreiging willen uitstralen. En toch lukt dat zelfs met zijn opgefokte kale kop niet; hij is te lief, deze Co-coke Jr.
Je voelt nochtans dat er potentieel zit in het werk van gitarist Unusual Prices, bassist Bobby Portrait en drummer J Dangerous (drie keer: tja.), maar dan heb je een Johnny Rotten nodig die het publiek een verbale rechtse uitdeelt, of op zijn minst venijnig in het gezicht staart. Zonder dat soort radicaliteit vallen nummers als “Cut” of “Golgotha” morsdood.
Boeiender is hoe Beige Banquet het afgelopen half jaar is geëvolueerd. Schoot het vijftal op het Rotterdamse Left Of The Dial-festival nog net iets te kort – “een schaduw van A Certain Ratio”, schreven we – dan jakkert en ploegt de groep in Trefpunt een stuk vuiler en harder. We horen vleugjes Parquet Courts, LCD Soundsystem; het geluid van The Big Apple, quoi, en zie, daar wordt ook de koebel bovengehaald, het New Yorkse instrument bij uitstek.
We zitten nu in de eindspurt van deze derde editie en de lekkerste brokken komen bovendrijven. Dat Deadletter een van de heetste liveacts van het moment is, konden we op datzelfde Left Of The Dial al zien, ook vandaag ontgoochelt het zestal niet. Vanuit een dreunende band-intro smijt frontman Zac Lawrence zich in het hilarische “Pop Culture Connoisseur” – “Causes quite the uproar in Wisbech, Cambridgeshire” – en meteen klikt een machine in elkaar. Is Lawrence de posterboy, het gezicht en brein, het zijn die vijf anderen die het hem zo gemakkelijk maken. Je hoort het in het marcherende “Binge”, hoe elk lid zijn deel doet zonder nadrukkelijk de voorgrond op te eisen.
“Fit For Work” is een snijdende veroordeling van de genadeloze Britse sociale diensten, “Madge’s Declaration” de laatste nagel in de doodskist van Thatcher. Toch voel je ook hoe een nieuw nummer als “The Snitching Hour” ondanks zijn rollende groove wat van de magie van de eerdere singles mist, en je vraagt je af of Deadletter zijn beste niveau zal volhouden om een volwaardig debuut op te nemen. We klasseren dat voorlopig nog bij “vragen voor later”. Op dit moment is dit nog altijd een van de opwindendste bands die je kunt zien.
Afsluiten gebeurt uiteindelijk met Lambrini Girls, dat het in Kinky Star niet gemakkelijk heeft. “You were the single most difficult audience we’ve had”, zal bassiste Lilly Macieira ons verlaten, en zo voelde dit optreden ook; als een armworsteling die op wilskracht werd gewonnen, maar een wat zure nasmaak nalaat.
Want ja, er zit een luchtje aan een deel van dit publiek – zullen we ze boomers noemen? – dat zich de les niet wil laten lezen door frontvrouw Phoebe Lunny, en dus blijft praten als ze een verhaal wil afsteken terwijl het publiek in hurkzit blijft – cismannen, ugh. Het antagonisme van de band voelt niettemin zwaar op de hand, bij momenten oneerlijk, en vooral vermoeiend, zeker omdat er muzikaal niet veel boeienders valt te beleven dan gekrijste riot grrrl-punk. En toch, aan de andere kant, kun je alleen maar respect hebben voor een band die zo radicaal zijn punt probeert te maken. Lambrini Girls lijkt nog altijd interessanter als activistisch collectief dan als muziekgroep, maar het is belangrijk dat ze bestaan.
Waarmee enkel de Piet Huysentruyt-vraag nog rest: wat hebben we nu geleerd? Eén: dat het broeit in de ondergrond. Twee: dat de optelsom West-Vlaanderen + Gent opwinding oplevert en Rotterdam spannender is dan Amsterdam. Drie: dat dat alles voorlopig ook vooral ondergronds blijft en London daarbij het moderne Mekka is voor wie van post-punk houdt. En vooral, die belofte waarmee Deadletter afscheid nam: “There’s something in the air / There’s a storm coming.” Laat het ons hopen; de wereld heeft het nodig.
Dag Mathieu, ik heb zowel ForSissies (heftige performance!) als de Lambrini Girls gezien en was echt onder de indruk van beiden hun boodschap/activisme, iets minder van de muziek.
Er waren bij beide optredens inderdaad grijsaards aanwezig die zich helemaal voor het podium hadden gesteld, al goed beneveld en er waarschijnlijk op uit waren om te saboteren of enkel om op bh’s en billen te komen kwijlen. Onnozelaars en dit in Gent, Stad van diversiteit en inclusie…er is verdorie nog veel werk!
Naast die ‘boomers’ hoe u ze benoemt waren ook 30’ers aanwezig die absoluut niet geinteresseerd waren in wat de vrouwen te vertellen hadden, enkel hun ego kwamen etaleren in een volleerde m’as-tu vu stijl. Ook behoorlijk walgelijk vind ik. Dat die bands met een zure nasmaak terugkijken begrijp ik volledig.
Vriendelijke groet, Kurt (53).