Bandler Ching :: “We houden van het Brusselse je m’en foutisme”

Bruxelles, ma belle: het blijft een moeilijk te beminnen parel. Op sommige plaatsen bruist het van het leven, lijkt het wel altijd feest en is iedereen anoniem genoeg om meteen elkaars beste vriend te kunnen zijn. Andere buurten moet je dan weer bedekken met een alpacawollen mantel der liefde. Al wandelend door een wanorde van drukke straten, beton en afbladderende gevels in de omgeving van het Zuidstation besluiten we: deze hoort in de tweede categorie. Na een kwartiertje komen we aan een bouwvallige muur met geschilderd opschrift ‘Volta’. Even diep inademen en het poortje openzwaaien. Maar zowaar, daarom houden we van onze hoofdstad: een levendige binnenplaats komt tevoorschijn met skatende kids, smooth beats en een allegaartje van creatievelingen die een bruisende mix vormen. Een soort mini-Berlijn in Brussel, of toch het creatieve en levendige ervan; geen mini-Brandenburger Tor. Voor liefhebbers van dat laatste: nog even verder rijden tot mini-Europa.

Maar dus: kunstencentrum Volta. Een creatieve incubator waar artiesten echt kunnen timmeren aan hun project, getuige bijvoorbeeld de vele bands die er resideren. Geen gedoe met door de gsm op je bed opgenomen partijen te proberen samenplakken, maar lokalen waar repetities van vlees en bloed kunnen plaatsvinden. We duiken meteen de lounge in alwaar Ambroos De Schepper, Federico Pecoraro en Alan Van Rompuy van Bandler Ching ons opwachten. Er valt wat te bespreken, nu de groep haar langspeler Coaxial op het publiek losgelaten heeft en er druk gerepeteerd wordt om die binnenkort ook voor een livepubliek te laten exploderen. Er wordt nog even gekeuveld over het gebruik van pingpongtafels als instrument – Flying Lotus did dit, dus dan moet het wel cool zijn! – en dan steken we van wal.

enola: Nu die plaat uit is, kan het echt van start gaan voor Bandler Ching. Maar vanwaar het idee om een nieuwe band te starten? Jullie maakten sowieso toch al deel uit van enorm veel groepen zoals Kel Assouf, ECHT! en Bogus?

Ambroos De Schepper (saxofoon): “We zaten in ons laatste jaar aan het jazzconservatorium, en daarna wordt het zo wel wat van je verwacht dat je zelf een project start. Niet dat Bandler Ching ontstaan is vanuit een verplichting hoor; we hadden gewoon al veel goeie ervaringen door samen te spelen tijdens onze opleiding. En omdat het zo goed voelde met deze bezetting hebben we besloten ervoor te gaan.”

Federico Pecoraro (bas): “Inderdaad. We delen eenzelfde kijk op muziek. We zijn niet in de eerste plaats geïnteresseerd om zuivere genrejazz te spelen – wat we uiteraard wel ook hebben moeten doen op het conservatorium, je moet de basics leren beheersen. Maar als wij samen muziek maken, proberen we gewoon dingen uit die goed aanvoelen, onafhankelijk van of dat nu dit of dat genre is. Er hangt geen statige sérieux over onze composities, het mag wat jokey klinken. Maar versta me niet verkeerd: het is wel degelijk belangrijk die basis te beheersen, dus niets mis met wat we op school geleerd hebben. De jazzschool zorgde ervoor dat we ons instrument echt volledig leerden beheersen, hoe het goed te laten klinken. Bovendien leer je verschillende instrumenten te bespelen. En dat is uiteraard een enorm voordeel wanneer je muziek gaat maken; je wordt als het ware een soort producer en denkt in termen van het geheel van een nummer in plaats van enkel aan jouw rol.”

enola: Nu, om tot afgewerkte nummers en een plaat te komen, moet er wel wat afgeschaafd en gefinetuned worden. Verloren die daardoor niet hun pretgehalte dat jullie zo nodig achten als beweegreden om samen muziek te maken?    

De Schepper: “Op een zeker moment zaten we allemaal op het punt dat we een album wilden maken. We tekenden bij SDBAN Records, waardoor we dus een album konden – en moesten, volgens het contract – maken. Nu, studiotijd is uiteraard altijd beperkt waardoor we wel verplicht werden onze ideeën uit te werken tot finale resultaten. Onze aanpak was om er een échte studioplaat van te maken. Er mocht dus wel wat editing in zitten en het criterium van het resultaat was dat het goed klonk, eerder dan dat we het effectief op die manier live zouden kunnen spelen. Daardoor hebben we live nog de flexibiliteit om de songs wat anders te brengen en er zo opnieuw het jamsessie-effect in te brengen. (Federico vult aan) Er zijn wel wat stukken waarbij ik twee baslijnen tegelijk in overdub inspeel. Wordt op een podium nogal lastig, hé.”

Alan Van Rompuy (keys): “Eigenlijk duurde het mixen langer dan het opnemen zelf. Bijna alle partijen werden zo door de mangel gehaald. Zelfs na de studiotijd hebben we er nog lijnen aan toegevoegd, ingespeeld hier in Volta. En enkele pianostukjes vanop “Ray Fever” werden al een jaar voor we de studio indoken, opgenomen in kunstencentrum KAAP (Oostende).”

enola: Jullie passeerden al in Brussel, Oostende, …; het Belgische jazzlandschap werd dus al uitvoerig geëxploreerd. Heeft de Belgische scene een uniek karakter?

De Schepper: “Toch wel ja, het jazzlandschap is klein genoeg zodat iedereen elkaar kent, er is niet echt zware interne concurrentie. We hebben elkaar ook echt nodig om genoeg speelmogelijkheden te krijgen. Zo gingen we eerst bijna in zee met W.E.R.F. records (jazzlabel uit Brugge). Door pandemische omstandigheden ketste die deal toch af en gingen we verder met SDBAN.”

Pecoraro: “Ik denk dat Brussel toch wel een wat eigen karakter heeft. Er hangt hier een sfeer van vrijheid; er wordt niet vastgehouden aan een strak muzikaal keurslijf – wat misschien meer het geval is in London, New York of Parijs. Zeker hier in Volta is er veel intense samenwerking met verschillende andere bands met diezelfde openheid waardoor we wat samen groeien naar een bepaald punt. (De Schepper vult aan) Ook de vrijheid die deze plaats biedt, om hier wanneer we maar willen te komen repeteren, heeft een invloed op hoe we allen muziek maken.”

enola: Ambroos, jij hebt in het verleden al periodes in totaal andere muzikale culturen doorgebracht zoals Chicago of Tanzania. Hoe wordt muziek daar beleefd?

De Schepper: “Vooral van Tanzania was ik onder de indruk. De mensen ademen er echt muziek, ze hebben er echt een viscerale connectie mee. Om het even wat je in je handen hebt, wordt gebruikt om die innerlijke groove tot uiting te brengen. Ook hangen ze daar minder dan hier vast aan muzikale conventies. Enorm interessant en leerrijk, maar ik zie mezelf er geen paar jaar verblijven. Ik heb het wat moeilijk met het gegeven van de rijke blanke man te zijn die de mogelijkheid heeft om daarheen te gaan en hun muziek te gaan exploreren terwijl zij dat omgekeerd niet kunnen. Bovendien blijf je ergens ook wel altijd een buitenstaander bij van die momenten van collectieve muziekbeleving.”

enola: Dan maar terug naar België, waar mensen wel graag vasthouden aan conventies. Hoe gaan de mensen om met de stijl van Bandler Ching? Word je gelabeld?

Van Rompuy: “Uiteraard worden mensen getriggerd om ons in een bepaald doosje te steken. Maar we merken toch dat dit vaak tot frustratie of onbegrip leidt. We spelen gewoon wat goed voelt, om onze instrumenten en bepaalde grooves te ontdekken met die mindset.”

De Schepper: “Inderdaad. Zo luisterden we tijdens de opnames veel naar A Moon-Shaped Pool van Radiohead. Zeker geen klassieke jazz dus, eerder richting ambient of rock. Als ik naar het album luister, hoor ik het er hier en daar wel doorschemeren, zoals op “Dag na naamdag”. “April” voelt voor ons aan als The Weather Report. Vreemd dat geen enkele journalist die referenties ontdekte.”

Van Rompuy: “Niet dat we iets tegen recensenten hebben, hoor. Jullie gebruiken nu eenmaal het medium van geschreven taal om iets intuïtief als muziek te vatten. Dan is het wel begrijpelijk dat je een gevoel probeert te beschrijven met referenties die je bekend zijn.”

enola: Wat jullie helaas grotendeels ontzegd werd bij de release van de eerste EP kunnen jullie nu wel doen: optreden! Kijken jullie ernaar uit?

Pecoraro: “Uiteraard. Op zich halen we ook veel energie uit muziek creëren en ook het opnemen was een boeiend proces. Maar dit nu live kunnen brengen, voegt wel een nieuwe dimensie toe: we kunnen de nummers tot leven laten komen op een podium, samen met het publiek. Zoals gezegd kunnen we verschillende kanten op met onze songs. In een meer traditionele jazzclub kunnen we wat intiemer gaan, terwijl we op meer underground podia de mensen kunnen laten dansen of zelfs rocken. Wat dat betreft, is het een voordeel dat we door verschillende soorten zalen geboekt worden in plaats van in een enkele hoek te worden gedreven. Zo passeren we bijvoorbeeld in Hnita jazzclub (Heist-op-den-Berg), tot zelfs Trix in Antwerpen. We hebben nog niet de bekendheid waarbij mensen weten wat ze kunnen verwachten en waarvoor we staan.”

De Schepper: “Als ik verder mag dromen, zou ik het fijn vinden om in van die echte underground settings te spelen: minuscule clubs in vochtige kelders, of ergens in het midden van een bos tussen de bomen, … Dat hoeft zelfs niet in België te zijn; ik ben benieuwd te zien wat er zou gebeuren als we dit hier in een andere scene zouden brengen. Londen, Leuven, Rotterdam: laten we eens zien hoe we de aldaar bestaande barrières kunnen breken met de Brusselse je m’en fous!” (algemeen gegniffel)

enola: Tijd dus om die langspeler de wereld in te sturen, te gaan optreden en waanzinnig bekend te worden. Ik vroeg me dan ook af: wat gedaan met die bandnaam? Over tien jaar weet niemand nog wie Chandler Bing (uit de tv-serie Friends, red.) is. Maken jullie er dan Thranger Stings van, bijvoorbeeld?

De Schepper: “Goh, eigenlijk zal ik blij zijn als die connectie met het personage uit Friends niet meer gemaakt wordt. Weet je, een groepsnaam vinden is enorm lastig. Soms heb je een idee, maar iedereen doet het altijd af als ‘neen, dat is echt saai’. Dit klonk gewoon fijn, het wat Duits aandoende ‘Bandler’ en het bijna Aziatisch klinkende ‘Ching’. Ergens zijn we blij dat we iets hebben, en dat we van die zoektocht verlost zijn.”

Pecoraro: “Een groepsnaam moet gewoon goed klinken; je hoeft er niet te veel bij na te denken. Het moet blijven hangen bij de mensen.”

Van Rompuy: “En wie weet maken we over tien jaar wel een cover van “I’ll Be There For You” …”

enola: Pas maar op; de zin “I’ll be there for you, when the rain starts to fall” zou wel eens redelijk wat commitment met zich mee kunnen brengen met dat Belgisch weer …  

We keuvelen even na in de bar van Volta, nemen nog een drankje en voelen ons eigenlijk echt thuis. Als we niet tijdig verder moesten naar een volgende afspraak zaten we er waarschijnlijk nog. Recensent, muzikant, fanatieke pingpongspeler, maakt allemaal niet uit. Bruxelles s’en fout.

 

Coaxial is op 27 januari verschenen bij SDBAN Ultra.
Bandler Ching speelt op 3 maart een releaseshow in Volta, Brussel.

Beeld:
Jef Van Der Burght
Kel Assouf, ECHT!, AZERTYKLAVIERWERKE, Bogus

recent

J. Bernardt :: Contigo

Op Contigo slaat Jinte Deprez’ alter ego J. Bernardt...

Ronker

15 mei 2024Ancienne Belgique, Brussel

'Welkom op onze babyborrel!' Hoezo, al een albumpresentatie? Onze...

Maria Iskariot :: ”We zijn heel verschillende persoonlijkheden die elkaar versterken”

'Bedankt', zongen ze al in de preselectie, maar de...

I.M. Steve Albini

Steve Albini is overleden. Een hartaanval. Volgens sommige berichten...

The Lemon Twigs :: A Dream Is All We Know

De Amerikaanse band The Lemon Twigs komt terug met...

verwant

Bandler Ching :: Coaxial

Zoals het ooit terecht geponeerd werd door Homer Simpson...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in