Rian Snoeks :: “Geloven dat wat je doet de moeite is”

Rian Snoeks gaat hárd de laatste tijd. Hij gaat hard in het leven en hard voor zijn muziek, maar hij is tegelijk hard voor zichzelf op zijn uiterst lovenswaardige debuutalbum Vlinders in de hel, dat zeer duister en bij momenten zelfs fatalistisch klinkt – en dat voor zo’n jonge kerel. Die nog succesvol is bovendien: hij won de muziekwedstrijd Sound Track en zat in de finale van de Nieuwe Lichting in 2020. Vanwaar dan die twijfel?

Dat vraagt om meer duiding en uitleg, dus klopten we bij Snoeks aan voor een interview. Gelukkig is de jongeman die we via Zoom spreken een opgeruimde en zeer gulle gesprekspartner, die maar aan een korte vraag genoeg heeft om heel veel te praten. Een gesprek over zoeken en twijfelen om uiteindelijk te eindigen bij hoop.

enola: Waarom rap je? Waarom maak je muziek en past dat in hoe je bent of ben je er vooral in moeten groeien?
Snoeks: Het is een combinatie van verschillende elementen. In mijn jeugd was ik wel altijd al bezig met performen: ik deed toneel, ik drumde, ik zat in een orkest, ik was dat kind dat altijd showtjes deed op familiefeesten, dus je kan wel zeggen dat de hang naar het podium er altijd al heeft ingezeten. Pas later begon ik ook dingen van mezelf neer te schrijven en merkte ik dat je die dingen kon rappen en dat dat was wat ik nodig had. Ik zal twaalf of dertien jaar zijn geweest toen ik in contact kwam met Vlaamse rap zoals Safi & Spreej en Daniël Busser – die ook hier uit de buurt komt (Busser komt uit Bree, Snoeks uit Pelt, nvdr.) Ik ben dan beginnen rappen over beats op YouTube of beats van bestaande nummers. Steeds vaker zonderde ik me in alle rust af met muziek en noteerde wat in mij omging. Gaandeweg groeide dat uit tot iets wat ik moest doen om te kunnen omgaan met het leven. Ik kan mezelf erin kwijt en tot mezelf komen. Vlinders in de hel is bijgevolg echt een album geworden waarmee ik héél duidelijk aangeef wat er in mij speelt.

enola: Om daar op in te pikken: sommige teksten zijn op zijn minst duister te noemen. Je rapt over thema’s als eenzaamheid en muizenissen in je hoofd. Zit er dan zoveel opgekropte woede in jou?
Snoeks: Blijkbaar wel, ja. Ik graaf diep op dit album, maar het is niet zo dat ik op voorhand had voorgenomen hoe ik wilde dat deze plaat, of mijn muziek tout court, zou klinken. Die teksten waren gewoon wat er uit vloeide wanneer ik mijn pen vrijuit liet gaan. Het hele proces van schrijven en muziek maken is een ontdekkingstocht geweest waarin ik heel veel over mezelf heb geleerd. Terugluisterend naar het album merk ik ook dat ik op een gegeven moment echt diep heb gezeten.

enola: Wat heb je uit je teksten dan zoal geleerd over jezelf?
Snoeks: Dat ik toch met veel frustraties zat – maar dat wist ik natuurlijk al wel. Ik ben sowieso iemand die veel zoekt. Als gevolg daarvan ben ik op een gegeven moment, midden in de coronacrisis, gestopt met studeren. Ik koos ervoor om de schooldeuren tijdelijk achter me dicht te trekken en me volledig op de muziek te storten, omdat ik merkte dat ik dát echt nodig had. Achteraf is het de enige juiste keuze gebleken, maar op het moment zelf was dat géén licht gemaakte keuze – niet voor mij en niet voor de mensen rondom mij. Door die keuze kwam ik in een ander leven terecht dan mijn vrienden die wél verder bleven studeren en dat creëerde een zekere afstand. Ook binnen mijn familie was het draagvlak niet altijd even groot – zeker in het begin niet. Vergeet niet dat het een heel onzekere periode was voor artiesten: er waren haast geen kansen, geen optredens en dus ook geen verdienmogelijkheden uit ticket- en merchverkoop. Bovendien viel de hele tour met De Nieuwe Lichting in het water en op die wedstrijd kan je ook niet blijven teren, want een jaar later zijn er alweer nieuwe finalisten en winnaars. Ik ben dan workshops beginnen geven, ik heb heel veel met jongeren gewerkt, samen met hen teksten geschreven en muziek gemaakt. Ik werd ook peter van tZitemzo, de kinderrechtenorganisatie waarvoor ik onlangs een single heb uitgebracht. Het is dus vooral een periode geweest van véél zoeken, vallen en opstaan. In een kleine gemeente als Neerpelt, waar ik vandaan kom, is dat eigenlijk not done: normaal gezien ga je ofwel werken of je gaat naar school en je blijft op school. Ik week af van de geijkte paden en moest opboksen tegen stereotiepe verwachtingen. Het is die worsteling die je hoort op de plaat.

enola: Je teksten lijken op het eerste gehoor erg naar binnen gekeerd, maar tegelijk toon je veel engagement naar de buitenwereld, zoals met je peterschap voor tZitemzo. Vanwaar komt die betrokkenheid?
Snoeks: Ik was op school nogal een buitenbeentje. Ik heb wel mijn diploma gehaald, maar voelde me niet echt betrokken bij de anderen die wel het stramien volgden en verder gingen studeren. Ik had het altijd heel druk en was met andere dingen bezig. Terwijl de anderen het honderddagenfeest vierden, was ik daar niet bij, omdat ik voor De Nieuwe Lichting naar Brussel moest. Ik zat in mijn eigen wereld, mijn prestaties leden eronder en er was niemand in mijn omgeving met wie ik mijn ervaringen kon delen of die me advies kon geven. Ik was echt op mezelf aangewezen en dan keerde ik me tot de muziek – eerst door veel te luisteren en daarna door zelf muziek te maken. Wanneer ik luisterde naar rappers die openlijk vertelden over de frustraties waar zij mee worstelden, voelde ik me daarin gehoord. De mensen rondom mij waren misschien niet met dezelfde dingen bezig als ik, maar in de muziek vond ik dat wel. Daarom probeer ik, nu ik zelf muziek maak, de boodschap uit te sturen die ik zelf als veertienjarige scholier nodig had: dat niet altijd alles makkelijk gaat en dat het ok is om te zoeken. De middelbare school is ook geen makkelijke wereld voor jongeren en ik wil tonen dat niemand zich alleen moet voelen.

enola: Je spreekt over rappers waar je vroeger naar luisterde. Wie waren dan je voorbeelden?
Snoeks: Eminem is eigenlijk de eerste waarbij ik dacht: waw. “Mockingbird” of “When I’m Gone”, wat een songs. Als je me vraagt naar mijn favoriete nummers aller tijden dan zijn het dát soort songs. Dichter bij huis denk ik aan de artiesten van het Eigen Makelij-label, zoals Pepe met “De straten van Antwerpen” of Safi & Spreej. Daarnaast nog Stikstof uiteraard, of Tiewai en Daniël Busser. Die laatsten waren de enigen in de provincie waarvan ik wist dat ze ook met muziek bezig waren en heel hoge cijfers haalden. Dan begon ik hun teksten te analyseren om te horen hoe zij de dingen verwoordden.

enola: Hoe ga jij dan te werk om je teksten te schrijven? Je blik is voornamelijk naar binnen gericht, maar ik hoor ook een zekere fascinatie voor Alice In Wonderland, de Griekse held Achilles en zelfs Disneyfilms. Het lijkt vele kanten uit te schieten en je brengt vele dingen samen. Komt dat er allemaal in één keer uit of is het een proces van veel schrappen en schaven?
Snoeks: Het is met veel schaven; ik ben iemand die wikt en weegt. Muziek maken is voor mij het ambacht van het schrijven. Dat is mijn ding als artiest, ik zie me vooral als een tekstschrijver. Het begint altijd vanuit de teksten, ook op dit album. Er zal altijd een impuls zijn, een boek, iets dat ik heb meegemaakt of een film die ik heb gezien – iets dat me geïnspireerd heeft. Vervolgens zet ik me aan de tekst en daarna ga ik met die tekst naar de studio. Het hele album is gemaakt met producer Anders, bij Remi (De Roeck nvdr.) in Antwerpen. Ik werk al heel lang met hem samen en hij kent me het best. Ik gaf hem de tekst, legde uit waarover het ging, wat het tempo moest zijn en dan liet ik hem zijn ding doen. Daar komen de beats van dit album uit en tot nu toe voelt hij me altijd feilloos aan.

enola: Een organische samenwerking dus.
Snoeks: Ja, toen we “Vlinders in de Hel” hebben gemaakt stond het refrein er meteen. Aan de rest van de song is nog gesleuteld, maar dat refrein is steeds onveranderd gebleven. Hier moesten we mee verder gaan en zo is dat nummer en de rest van de plaat verder gegroeid. Ik ben iemand die schaaft, herschrijft en heropneemt, en Remi volgde me daar steeds in.

enola: Kan je zo een impuls opnoemen die je recent inspiratie heeft gegeven voor het album?
Snoeks: Ik verwerk verschillende dingen door elkaar in de teksten. De Disneyfilms die je vermeldde, vormen de connectie met mij als kind. Ook toen al – in de tijd van de Disneycassettes – was ik op mijn hoede, dacht ik na over wat ik wilde en waar ik mee bezig wilde zijn. In “Enfer” zit dan weer een verwijzing naar The Weeknd: ‘Ik draai veel te lange Afterhours in de week en in the weekend’. Wat hij op zijn laatste album heeft gedaan, heeft me zodanig geraakt dat het op Vlinders in de hel is terecht gekomen. Toen After Hours uitkwam, was ik echt onder de indruk van hoe het klonk en gemaakt was, die nieuwe soort sound. Pop bangers als “Blinding Lights” zijn uiteraard indrukwekkend, maar het zijn tracks als “Snowchild”, waarin hij meer zichzelf is en over zijn leven rapt, waar ik het meest naar heb geluisterd. Als je zo’n grote artiest bent en je zet dan zo’n nummer neer: wow. ‘Wie is de persoon achter de hitmachine?’, dat houdt me bezig.

enola: Zoals al gezegd: je won Sound Track en haalde de finale van De Nieuwe Lichting. Je zou toch denken dat je nu al een zekere vorm van zelfvertrouwen of zelfzekerheid hebt gekweekt, maar toch zeg je in “Storm”: ‘ik sta nog altijd in het slijk, ik ben nog altijd mijn weg aan het zoeken.’ Heb je dan nog altijd geen idee, of schrijf je zoiets vanuit een ander perspectief?
Snoeks: Sound Track en de Nieuwe Lichting waren uiteraard een vorm van erkenning: wat je doet, blijkt wel aan te slaan en men gelooft er in. Dat deed me inderdaad geloven dat ik iets met mijn muziek kan doen, dat het album iets kan betekenen voor wie er naar luistert. Daar moet je als artiest in geloven. Anders kan je niet verwachten dat anderen er in geloven.
Nochtans heb ik niet veel vruchten kunnen plukken van die wedstrijden omdat corona dus roet in het eten kwam strooien. Bij deze plaat was het dus opnieuw zoeken: wat is de juiste sound, wie ben ik, wat heb ik te vertellen? Daarom ben ik ook zo fier op dit album, omdat het echt klinkt als wie ik ben.
Door zo te werk te gaan en er zoveel werk in te steken, gebeuren er nu allemaal mooie dingen: zo heb ik een overeenkomst met Sony gesloten en artiesten naar wie ik vroeger luisterde en opkeek, willen met me samenwerken: Jazz Brak doet zelfs mee op mijn album! Zulke dingen gebeuren along the way en doen je geloven dat wat je doet de moeite is. Je bent natuurlijk nooit zeker – een langspeler uitbrengen blijft altijd een gok – maar ik heb hoop.

Beeld:
Joeri en Finne Minnart

recent

Emperors Of Nothing

De wandaden die binnen de muren van onze gevangenissen...

St. Vincent :: All Born Screaming

St. Vincents zevende slaat je flink op je donder,...

Adrian & Regis Hautiere :: Het Weeskind van Perdide: 1. Claudi & 2. Silbad

Uitgeverij Lauwert waagt zich naast vaak gesmaakte graphic novels...

The Zutons :: The Big Decider

Who Killed … The Zutons is ondertussen twintig jaar...

Hinds :: Boom Boom Back

Kijk, we hebben geprobeerd ons te verzetten. Met een...

verwant

Eindejaarslijstje 2023 van Jef De Ridder

Welke albums waren dit jaar de kroketten bij mijn...

Rian Snoeks :: Vlinders in de Hel

"Kan niet anders doen dan dit, omdat het oplucht...

Rian Snoeks :: Vlinders in de hel

Neen, een vrolijke jongen is rapper Rian Snoeks niet...
Vorig artikel
Volgend artikel

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in