Matz heeft een nieuw stripverhaal geschreven en daar zijn we, het wordt stilaan een gewoonte, matig enthousiast over. De keuze voor Philippe Xavier als tekenaar is gelukkig een gouden zet. Het verhaal van Joe is er echter eentje waarover warm en koud geblazen kan worden.
Welk verhaal? Het helpt misschien om de promotekst van de uitgeverij er even bij te halen. De auteurs van Tango maken hun eigen No Country for Old Men. Ja, daar heb je het al: No Country for Old Men bestà à t al en is, daar zal weinig bezwaar tegen gemaakt worden, niet voor verbetering vatbaar. Dan met een verhaal komen aanzetten in de trant van, is spelen met vuur.
Joe dan maar. Joe is een ouder wordende man die zich begin jaren 1970 doorheen de woeste landschappen van het Amerikaanse westen beweegt. Hij reist in een eenvoudige trailer, neemt een tamelijk tamme coyote onder zijn hoede – altijd handig om je personage hele monologen te laten uitspreken zonder dat hij of zij als een in zichzelf pratende zonderling neergezet wordt – en lijkt op de vlucht voor iets of iemand.
Gaandeweg leren we Joe beter kennen. Hij blijkt tijdens de drooglegging deel uitgemaakt te hebben van de New Yorkse onderwereld en eens de alcohol opnieuw op legale wijze mocht vloeien, breidde hij zijn zaakjes verder uit met andere illegale praktijken. Tot een en ander flink fout loopt en zijn voormalige zakenpartners achter de tralies verdwijnen. Joe besluit gebruik te maken van een nieuwe uitvinding van Uncle Sam: het getuigenbeschermingsprogramma, dat in ruil voor een waardevolle getuigenis in de rechtbank vrijheid belooft voor spijtoptanten. Zoals je kan verwachten, maakt Joe zich daarmee tot doelwit nummer één van zijn voormalige makkers.
Het moet gezegd dat Xavier het fantastische landschap waarin Joe zich voortbeweegt prima weet weer te geven. De man dompelt je onder in een wereld van neonlichten, dorre woestijnen en corrupte flikken, in een stijl die bij momenten de sfeer oproept van de eerste albums van XIII, voor de reeks uit de hand liep – iets waar Matz overigens ook bij betrokken was. Maar echt overweldigen doet het nergens en die Joe is natuurlijk ook maar gewoon een smeerlap waar je nu eens sympathie voor hebt – ook de grootste misdadiger heeft z’n menselijke trekjes – maar die je vaak afstoot, en dat is voor simpele lezers als wijzelf steevast een verwarrende ervaring.
Het blijft dan ook een dubbeltje op z’n kant, de strips die Matz uit z’n pen wringt. De slang en de coyote mist de overtuigingskracht en impact die je, om maar eens een ander verhaal dat dezelfde geografische setting meekreeg aan te halen, wel kan vinden bij pakweg Manhattan Beach 1957 van Hermann en Yves H. Maar, in tegenstelling tot Tango, biedt deze oneshot wel het voordeel dat er een afgerond geheel gepresenteerd wordt. Als tussendoortje – zowel voor lezers als auteurs – is dit dan ook prima, complexloos leesvoer om een herfstavond mee zoek te maken.