Voor Arctic Monkeys is de tijd van springerige punksongs voorbij, zo werd ons al meermaals op het hart gedrukt. Je kan daarom kniezen, maar het torenhoge niveau van de nieuwe songs als “Body Paint” kan niet ontkend worden.
Alex Turner is altijd al een romantische ziel geweest. Op Your Favourite Worst Nightmare en Humbug waren het respectievelijk “505” en “Cornerstone” die stiekem met de show gingen lopen tussen de spitante sociale observaties. Ook Turners zijproject The Last Shadow Puppets vervelde van een debuut vol sixtiesgitarenpop naar vaak langoureuze soul op Everything You’ve Come to Expect. Het vorige Monkeysalbum was al een logische stap in die evolutie en afgaande op de twee singles die we tot nu toe van The Car te horen kregen heeft Turner eindelijk de richting gevonden die hij diep binnenin altijd heeft gezocht.
De groep hangt niet meer rond in groezelige pubs in Sheffield, bevolkt door jongedames in Topshop-tops, maar wel in de zonovergoten Hollywood Hills, en balzalen waar topmodellen en femmes fatales de dienst uitmaken en kroonluchters parels van licht verspreiden over de aanwezigen. Het is die sfeer die van “Body Paint” een heerlijk opgeblonken popparel maken. Alles wordt uit de kast gehaald – op kousevoeten wel te verstaan. Er zijn de poëtische Turner-ontboezemingen als ‘Do your time travelling through the tanning booth‘ of ‘And I’m keeping on my costume / And calling it a writing tool‘ – wie beter kan, mag nu opstaan -, er zijn dartele strijkers, fluwelen samenzang en naar het einde toch ook een gently weepende gitaar. Iedereen tevreden toch?



