Internationaal succesauteur Manu Larcenet stelt in zijn nieuwe stripreeks alles en iedereen in vraag, maar bovenal zichzelf. Met het tweede deel van Groepstherapie gaat hij verder op de eerder ingeslagen weg.
Sinds zijn reeks De Dagelijkse Worsteling in 2003 van start ging, is Manu Larcenet uitgegroeid tot een fenomeen in de Europese stripwereld. Al zijn strips verkopen ook in het Nederlands als warme broodjes, en ook artistiek blijft Larcenet evolueren. Met Blast zette hij nog een reeks reuzestappen verder weg van de klassieke humorstrips waarmee hij eerder al bekendheid verwierf. Dit donkere, tumultueuze portret van een psychopathisch crimineel zette Larcent in het voorste rijtje van ambitieuze graphic novel-auteurs waarvan de strips zonder meer grote literaire ambities koesteren. Nadien bewerkte hij Philippe Claudels meesterwerk Het Verslag van Brodeck tot een tweeluik waarin hij vooral grafisch nog verder experimenteerde en excelleerde.
Dat Larcenet ook persoonlijk wat demonen in toom te houden heeft, is al langer een feit. Hij neemt zijn grote status als succesauteur nooit als vanzelfsprekend en beproeft zichzelf voor elke strip telkens weer tot op het bot om relevant en uitdagend te blijven. Net die voortdurende strijd en de confrontatie van die ambitieuze artistieke persoonlijkheid, met de gemakzucht die na grote successen op de loer kan liggen, vormen de voedingsbodem voor ’s mans nieuwste reeks Groepstherapie.
Grafisch lijkt de reeks een combinatie van de bolle neuzen uit zijn humorstrips, met artistieke experimenten en donkere scènes. In het tekenwerk lijkt Het Verslag van Brodeck alleszins ver weg. Toch zoekt hij zijn persoonlijke donkere kanten op en onderzoekt hij nauwgezet zijn eigen creatieproces met een niets ontziende scalpel.  De bekentenissen worden afgewisseld met zogezegde nieuwe creaties die Larcenet in het verhaal de wereld in stuurt als het perfecte voorbeeld van de nieuwe genialiteit van een succesvol auteur. In dit tweede deel introduceert hij zo bijvoorbeeld Albatrosman, een Fransman van middelbare leeftijd die na een uitwerpsel van een albatros in het gezicht te hebben gekregen, ook lange witte vleugels uit zijn rug krijgt. Ook ondervragingen door politieagenten in een soort realistische, schaduwrijke stijl lijken een nieuwe geniale vondst in het verhaal.
Net als in het eerste deel durft de opeenvolging van eerlijke bekentenissen al eens vermoeiend te zijn. Ze zijn ook een illustratie van een geest die nooit tot rust kan komen en op geen enkel moment tevreden kan terugkijken op een verdienste. Dankzij de fictieve fragmenten uit zogezegde geniale nieuwe creaties, brengt Larcenet de broodnodige ademruimte in Groepstherapie. Met dit tweede album gaat Larcenet verder op de ingeslagen weg en bouwt hij verder aan een reeks die een nieuw facet van zijn kunstenaarschap toont. Het blijft voor ons vooralsnog onduidelijk of Larcenet met Groepstherapie zelf een ambitieus opgezet tussendoortje brouwt, of dat deze reeks in een volgend deel toch nog net een niveau hoger zal stijgen als een op zichzelf staand project dat het persoonlijke meer inruilt voor een universele benadering.