Nog geen maand nadat hij de Roma liet vollopen, hield de “Four Decade Tour” van Joe Jackson maandagavond halt in een uitverkochte AB. Hij stelde er zijn recentste langspeler Fool voor, maar bracht behalve een handvol hits ook minder bekend werk mee. Wie hoopte op een feestje, was in Brussel aan het juiste adres.
Zoals hij in januari al aankondigde, moet 2019 een feestjaar worden. Voor Jackson zelf, maar ook voor de fans. Zijn debuutplaat Look Sharp! verscheen precies veertig jaar geleden, maar de echte kers op de verjaardagstaart is misschien wel het feit dat Fool het qua verkoopcijfers véél beter doet dan zijn voorgangers en zelfs zijn meest succesvolle plaat is sinds de jaren negentig.
”Four Decade Tour” is natuurlijk een voor de hand liggende naam, maar er is meer. Behalve de hits en de nieuwe nummers van Fool zet Joe Jackson tijdens deze tour ook één album uit elk decennium van zijn loopbaan in de kijker: Look Sharp! (‘79) en Night And Day (‘82) liggen uiteraard voor de hand, maar gisteravond maakte hij duidelijk dat er ook op minder bekende albums als Laughter And Lust (‘91) en Rain (‘08) voldoende knappe songs staan die toen niet de aandacht kregen die ze verdienden.
In de loop van die vier decennia heeft Jackson al in verschillende hoedanigheden opgetreden – solo op piano, met uitgebreide begeleidingsband, met strijkorkest, noem maar op – maar de laatste jaren doet hij het zoals in de beginjaren: met een beperkte, maar perfect op elkaar ingespeelde band. Die bestaat behalve zijn enigmatisch-charismatische zelf uit bassist-van-het-eerste-uur Graham Maby, gitarist Teddy Kumpel en drummer Doug Yowell.
De vier hebben de afgelopen jaren heel wat tijd met elkaar doorgebracht; tijdens de drie jaar durende “Fast Forward”-tour die in 2015 van start ging en meteen werd gevolgd door de opnames van Fool, en nu dus deze tour. De passage in de AB was al de achtendertigste stop van een tournee die in februari begon. Dat ze grààg spelen – en vooral, graag sámenspelen – straalde het kwartet ook uit vanaf minuut één. Dit is niét Jackson en een handvol lukraak bij elkaar geraapte muzikanten, nee, dit is een echte bànd.
Natuurlijk is Jackson – behoorlijk goed bij stem, vol droge humor, met veel zelfrelativering en nog meer ‘duiding’ bij de songs – het uithangbord, maar hij voelt zich niet te beroerd om als een echte old skool bandleider zijn muzikanten te laten schitteren. Maby – nog even enthousiast als veertig jaar geleden – en gitarist Kumpel trokken geregeld de aandacht naar zich toe, maar de échte ruggengraat van de groep was toch wel Doug Yowell. Hij hield de boel bij elkaar met zijn strakke, losjes uit de pols geschudde metronoomslagen en zette zo de lijnen uit waarbinnen de anderen hun ding konden doen.
Openen deden Jackson en co met het gezapige “Alchemy” van de laatste plaat. Dat was slechts een opwarmertje, want met “One More Time”, “Is She Really Going Out With Him?” en “Another Wolrd” schoot de band alras drie vuurpijlen af die hun doel niet misten. Het was het startsein van een gevarieerde, een uur en een kwart durende trip langs de eerder genoemde albums. Dat de applausmeter vooral in het rood ging tijdens “Real Men” en “Sunday Papers” konden we op voorhand voorspellen, maar ook “Fabulously Absolute” en “Strange Land” (het vinnigste en het meest ingetogen nummer van Fool) kregen de handen op elkaar.
Ook de minder bekende songs uit Laughter And Lust (“My House”, “Stranger Than Fiction”) en Rain (vooral “Invisible Man”) werden erg consistent en haast vlekkeloos gebracht, zodat het voor iedereen boeiend bleef. Heel even maar kende de set een dipje (zo leidden we toch af uit het gemurmel in de zaal dat steeds luider klonk): tijdens Beatles-cover “Rain” en “Wasted Time”. Jammer? Niet echt, misschien was het wel een bewuste zet, want een sluwe vos als Jackson kent natuurlijk de truken van de foor. Meteen hierop gingen tempo en temperatuur immers weer de hoogte in met de ska van “Sunday Papers” en met “Fool”, waarin latin en oosterse klanken elkaar de hand reikten. De twee songs verschillen veertig jaar in leeftijd, maar dat was er niet aan te merken.
Aan het einde van de set werd afgestapt van het ‘één decennium, één plaat’-concept en kregen we nog een fraaie ‘medley’ met Steely Dan-cover “King of the World” (“Vooral die gitaar is goed gedaan,” fluisterde een fan van The Dan die naast ons stond), “You Can’t Get What You Want (Till You Know What You Want)”, “Ode to Joy” en “I’m The Man”.
Wie gekomen was voor “Steppin’ Out” moest wachten tot in de bisronde. Daarvoor had Jackson zelfs een ‘speciale gast’ meegebracht, de Korg 55-drumcomputer die hij in ’82 gebruikte bij de opname van het nummer. Het kleinood werd dan ook plechtig ten tonele gedragen door een roadie. Eindigen deed Jackson zoals hij begon, maar dan in omgekeerde volgorde: met een lichtjes aangepaste versie van “One More Time”, gevolgd door “Alchemy”, waarin de muzikanten een na een van het podium stapten.
Daarna was het onherroepelijk gedaan. Maar niet getreurd, voor de mensen die er – net zoals Jackson – niet genoeg van krijgen, is er goed nieuws: op 6 juli komt hij nog een keer, naar het Cactus Festival in Brugge.