Jongelui, staak uw schermactiviteiten! Er is een nieuwe Mudhoney! Luister naar de bomma’s en bompa’s van enola en breng de rest van de dag in een uitzinnige staat door, met de volumeknop op overdreven luid.
Voor er echt van wal gestoken wordt: wie al into Mudhoney was, hoeft niet verder te lezen. Gewoon bovenhalen die harde duiten en aanschaffen deze plaat. Het is hun beste in tijden. Voor de anderen: hoog tijd dat Mudhoney zijn intrede doet in uw leven. Elk huishouden zou een Mudhoney-album in huis moeten hebben en het zou net zo goed deze Digital Garbage kunnen zijn.
Een jaar of dertig bestaat Mudhoney nu en lange tijd leek het er nochtans op dat de band een one trick pony was. In se is het dat ook. In het universum van Mudhoney is grunge nog steeds het coolste ding op aarde (hé kids, rock’-n-roll: Mudhoney-frontman Mark Arm heeft het woord “grunge” als allereerste in de mond genomen. Het was een regenachtige herfstavond in 1981, check it out!). Dat leidt tot een oeuvre waar evolutie tot een minimum beperkt is en virtuositeit ondergeschikt is aan fun, maar dan zonder dat het al te belachelijk wordt. De Mudhoney-mama’s hebben hun zonen immers altijd diets gemaakt dat het geen losers zijn. Het resultaat is een visitekaartje genaamd “Touch Me, I’m Sick”, de missing link tussen “Teenage Kicks” en “Smells Like Teen Spirit”.
Wat na die single volgde, is het typische verhaal. Enkele toffe platen, drank- en drugsissues, een paar artistieke missers en dan, na de eeuwwissel, een nieuwe boost. Het Mudhoney van de 21ste eeuw knalt harder, strakker én eigenlijk beter dan ooit. Het bewijs is zo nu en dan op een podium in de buurt, of op z’n minst een van de buurlanden, te zien. Op zijn 56ste staat Arm er met een verbetenheid en focus die jonge collega’s het angstzweet over de rug doet rollen.
Op plaat is het doorgaans ook raak: Under A Billion Sun en The Lucky Ones zijn brokken gitaargeweld waar de oren van gaan tuiten. Met Digital Garbagegaat de band helemaal door het lint. Zelden was de woede op een Mudhoney-plaat zo tastbaar als op deze nieuwe release, hun eerste in ruim vijf jaar. In vergelijking met wat de band hier laat horen, is “Hard-On For War”, waarmee Mudhoney de oorlogszucht van de VS begin deze eeuw op de korrel nam, lichte koek. De ene na de andere song lijkt gevoed door woede over hoe het vandaag gesteld is met de wereld. “Paranoid Core” is tongue in cheek, maar maakt tegelijk bijna een dwarsdoorsnede van Trumps Amerika.
Dat aspect wordt uitgediept (nooit gedacht dat woord te gebruiken in een Mudhoney-review) met een giftig “Nothing will replace us” in “Next Mass Extinction”, dat een en ander in perspectief plaatst voor vlaggenzwaaiende zulthoofden. Voor wie dat te diep vindt, knalt Mudhoney er “Hey Neanderfuck” uit. Het voortjakkerende “Prosperity Gospel” is een ziedende uithaal naar prioriteiten die maar al te vaak fout gelegd worden: “Fuck the planet! Screw your children! Get rich!” spuugt Arm uit. “Kill Yourself Live” hekelt de onzinnigheid van sociale media. “Please Mr. Gunman” heeft dan weer een titel die geen verdere toelichting behoeft.
Woede is een ding, Mudhoney weet een en ander zowaar in een fraai muzikaal jasje te gieten. Het klinkt uiteraard heel erg als Mudhoney (“Oh Yeah” zou net zo goed in 1989 opgenomen kunnen zijn), maar verrast zowaar af en toe. “Kill Yourself Live” steunt bijvoorbeeld op een dansbaar rockabilly-orgel en een snerpende slidegitaar, “Messiah’s Lament” heeft dan weer een semi-akoestische inslag, mogelijk de enige indicatie dat we hier heus niet met jong geweld te maken hebben.
Jep, het zijn ouwe jongens. Digital Garbage zou daardoor algauw als een “vroeger-was-alles-beter”-zeurplaat gezien kunnen worden, maar wie deze elf songs eenmaal heeft laten voorbij komen, als het even kan aan een volume dat de (nieuwe) fans van de johnny’s onderscheidt, weet beter. En zou wel eens een sterke aandrang kunnen voelen een opstootje te veroorzaken, desnoods door zijn smartphone tegen de muur te knallen. This shit is yours now!
Mudhoney speelt op 11 november op Le Guess Who in Utrecht en een dag later in Vera, Groningen.